O Van de zesentwintig stukken die hij tot nu toe heeft geschreven is Aduh uit 1973 de bekendste. De titels van zijn stukken zijn kort en zijn vaak uitroepen; woorden die verbazing, schrik en andere emoties uit drukken. Bij zijn werk moet je ook je eigen fantasie laten werken, en er dieper op doorden ken. Anders lijkt het of het toneelstuk geen structuur heeft. Zijn stukken zijn als een Balisch schilderij, er zijn meerdere dimensies. Putu's stukken tonen vaak aan hoe nutte loos het leven is of kan zijn. Hij wil ons laten zien dat er gerechtigheid moet zijn voor iedereen, maar dit is iets wat wel nooit werkelijkheid zal worden. Hij wil de mensen met zijn toneelstukken wakker schudden. Hij vindt dat de men sen in Indonesië nog 'slapen'. Hij is een terrorist van de geest. 'Wij moeten de din gen van alle kanten bekijken', zegt hij. 'Begin met wat je hebt. Je hoeft niet altijd aan de top te staan, maar je moetje eigen kunnen zoveel mogelijk uitbuiten.' Putu's Balische achtergrond is duidelijk merkbaar en zijn werken zijn duidelijk anders. Het gamelan orkest bijvoorbeeld klinkt niet plechtig of serieus, zoals de Javaanse gamelan, maar eerder wild en irrationeel. Het lijkt of er in zijn werken geen scheiding is tussen verbeelding en realiteit, droom of werkelijkheid. Er is geen bepaalde stemming of middelpunt. Het hangt ervan af hoe je er naar kijkt. Putu legt uit dat op Bali het traditionele ook het eigentijdse belichaamt. Dit komt voort uit hun filosofie van het fysieke 'patra', wat situatie of atmosfeer betekent. N. Riantiarno en Teater Koma Nano, zoals zijn vrienden hem noemen, werd in 1949 in Cirebon geboren. Tot 1977 werkte hij bij het Teater Popuier, daarna richtte hij zijn eigen gezelschap op: het Teater Koma. Onder zijn leiding heeft zijn gezelschap al heel vaak gespeeld, zowel in het theater als voor de film. Zijn echtgenote Ratna is hierbij zijn grote steun. Zij is actrice in zijn gezel schap en manager voor de groep. Hij speelt voor een groot publiek uit de hoge re- en de middenklasse. Hij speelde het klaar om met zijn produkties het theater van Taman Ismail Marzuki met zijn negenhondertachtig stoelen twee weken lang vol te krijgen. Ook zorgde hij voor volle zalen in de Gedung Kesenian, de schouwburg in Jakarta. Ook Riantiarno bewerkte eerst westerse toneelstukken en begon pas later zijn eigen stukken te schrijven, bijvoorbeeld Opera Kecoa (De Kakkerlak Opera, 1985). De opera's van Teater Koma zijn een uniek samengaan van westerse rock opera en inheemse volksvoorstellingen. Vaak werden composities van de avant- gardistische popmuzikant Harry Rusli eraan toegevoegd. De thema's zijn eigen tijds, zoals armoe, homosexualiteit enzo voort. Opera Kecoa werd in 1985 en 1986 met veel succes opgevoerd in Sydney (Australië) en veroorzaakte grote opschudding. Het gaat over een travestiet in Jakarta die als prostituée werkt in de schaduw van de schitterende gebouwen in deze stad. Zij woont met haar minnaar in een kampong, die gauw afgebroken zal worden, om plaats te maken voor golfba nen en dure flatgebouwen. Corruptie is wijdverbreid. Enkele uren voordat dit stuk opnieuw opgevoerd zou worden werd het door de politie verboden met het argu ment dat het pornografisch was. Maar, gesteund door leden van het parlement, mocht dit stuk later toch opgevoerd wor den. Een ander toneelstuk dat werd verboden is Suksesi (Opvolging) dat over de opvol ging van president Suharto gaat. Via 'ketoprak' (een toneelstuk dat een stuk geschiedenis beschrijft) introduceert hij corrupte karakters die opvallend veel gelijkenis vertonen met de familieleden van de president. Dit stuk werd in 1990 midden tijdens een opvoering in de Gedung Kesenian, door de Indonesische autoriteiten verboden. De prijzen van de kaartjes voor Riantiarno's toneelstukken zijn tamelijk hoog, tussen de Rp. 10.000 en de Rp. 25.000, dat is tussen de acht en de twin tig gulden. Toch worden zijn opvoeringen druk bezocht. Misschien is een verklaring hiervoor, dat de oudere generatie het theater bezoekt om er later wat over na te kunnen mijmeren, terwijl de jongere generatie door zijn werken wordt aange spoord om na te denken, bijvoorbeeld over de politieke situatie en mogelijke veranderingen. Bakdi Soemanto, een criticus, zegt hier over: 'Ik hoop dat hij [Riantiarno] door zijn manier van schrijven het publiek wel aan het lachen zal maken, maar dat zij er thuis over zullen discussiëren.' Putu Wijaya vat het zo samen: 'Nano en ik hebben elk een eigen werkwijze. Hij wil een groot publiek en hij weet hoe hij de dingen moet brengen, door te zeggen wat het publiek zelf zou willen zeggen; door politieke uitspraken die je ook in de kran ten kunt lezen. Daarom betwijfel ik het weieens of zijn stukken hun waarde zul len behouden in de toekomst.' Andere toneelgezelschappen Er zijn natuurlijk veel meer toneelgezel schappen. Sommige hebben hun eigen regisseur die ook zelf de toneelstukken schrijft, andere toneelgezelschappen brengen alleen produkties van andere toneelschrijvers. Men kan stellen dat de tendens eigen Indonesisch werk te bren gen, sterker wordt. De toneelgezelschap pen zijn minder geënt op het westen, en ook worden er steeds minder westerse toneelstukken opgevoerd, tenzij het bewuste gezelschap daarmee of met niet-lndonesisch Aziatisch theater wil experimenteren. Over de hele archipel zijn er nu toneelgezelschappen, maar de meeste vindt men toch in en rond Jakarta en Yogyakarta. Censuur Omdat de Indonesische regering de acteurs meer vrijheid wil geven, krijgt Rendra zelf het laatste woord: 'Al werden mijn toneelstukken in het ver leden verboden, ikzelf voel me vrij van binnen. Ik creëer mijn eigen vrijheid. Dat is erg belangrijk, wanneer je in dit land leeft. Men kent hier pas sinds kort een vorm van politieke vrijheid. Als je over sociale vrijheid spreekt, heb je het eigen lijk over individuele emancipatie. En dat moet je zelf waarmaken. Wij ken nen de Pancasila, maar dat werkt nog niet zo door in het dagelijkse leven. Daar moeten wij nog veel voor doen. Vrijheid is iets watje moet verwerven, het is niet iets watje erft. In het westen vindt men vrij heid doodnormaal. Wij werken met een ander draaiboek. Soms zou iemand jullie toe moeten roepen: "Hé, je bent vrij!" Het recht van zelfbeschikking tussen de mens en de natuur zou hand in hand moeten gaan. En dat moet in onze kunst zicht baar zijn. Hier in Indonesië heeft de rege ring het nog teveel voor het zeggen. Zij leggen de wet op hun manier uit. En dat is tegen de grondwet. We hebben de Pancasila, die wij nu pas een beetje gaan begrijpen. Wij gaan nu pas de noodzaak inzien dat er plaats moet zijn voor de rechten van de mens in onze grondwet, zodat wij eens volgens dat ideaalbeeld zullen kunnen handelen. Het is een moei lijk proces, en de begrippen Nationalisme en Democratie zullen niet gemakkelijk opgelost worden.' Literatuur: James R. Brandon, The Cambridge guide to Asian theatre (1993); Jakob Sumardjo, Perkembangan teater modern dan sastra drama Indonesia (1992) en Ghulam- Sarwar, Dictionary of traditional south east Asian theatre (1994). 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 33