erdenken 1995: De puzzel is compleet interklaasavond 1937 door Patrick Wouters Een foto van de Sinterklaasviering op 5 december 1937 thuis bij huisarts Velds in Belawan (Deli). Niet alle namen zijn bekend. Op de achterste rij van rechts naar links: dokter Velds, mw. de Jong, mw. Sarsell; mw. Degens; mw. Bakker; mw. Velds; mej. Tiny Loof, onderwijzeres; Piet en Sint; onbekende heer; meneer Sarsell, directeur Uni-kampong; mw. Spaans. Van de kinde ren herken ik: Itie en Mijke Velds, Mimi Wielink, Willy en Zusje Bakker, de tweeling Degens; Arsjad Sjaffaroedin en broers. Reacties naar W. Bolhuis-de Graaf, Plantsoen 90, 6701 AT Wageningen. 'Weet u, ik praat veel met mijn kleinkinderen. Ik mag graag met ze praten over wat hen zoal bezighoudt. U kent dat wel hè, 'house-muziek' enzo. Als ik vertel wat ik deed en meemaakte toen ik vierentwintig was, dan zeggen ze: opa u bent gewoon te vroeg geboren.' Ik voer een geanimeerd gesprek met een Indische man die als krijgsgevangene werkte op de scheepswerf van het Harima- kamp in Osaka in Japan. We spreken elkaar tijdens een reünie, georganiseerd door het Harima-comité. Deze man heeft in het zelfde kamp gezeten als mijn grootvader van vaderskant. Mijn vader heeft zijn vader voor het laatst gezien omstreeks september 1942. Dat was op het jaarmarktterrein van Soerabaja, waar mijn grootvader was geïnterneerd. Het enige nieuws dat in 1945 tot de familie doordrong, was het bericht van zijn overlijden in maart 1944, afkomstig van een familielid die in hetzelfde kamp geïnterneerd was. Pas in 1994 kreeg mijn familie te horen hoe mijn grootvader via Batavia en Singapore in Japan terechtkwam, hoe de leefomstandigheden in het Harima-kamp waren en hoe hij aan zijn einde kwam. In Moesson van februari 1994 heb ik geschreven hoe ik in augustus 1993 toevalligerwijs kwam te weten dat de laatste rustplaats van mijn grootvader zich bevond op het Ereveld 38 Menteng Pulo in Jakarta. Op mijn artikel werd gereageerd door Dick Visker, één van de Nederlandse kampcommandanten in het Harima-kamp. Vlak daarna, op een avond in maart, hebben mijn vader en ik ademloos geluisterd naar zijn verhaal dat ant woord gaf op vele vragen. Nu, vijftig jaar later, maken mijn vader en ik kennis met andere ex-krijgsgevangenen uit het Harima-kamp. Een enkeling schijnt mijn grootvader te hebben gekend. Een meegebrachte foto van mijn grootvader roept blikken van herkenning op. De verhalen die wij te horen krijgen over het leven in het Harima-kamp, stel len mijn vader in staat om een hoofdstuk af te sluiten; de puzzel is nu compleet geworden. 1995 is in veel opzichten een bijzonder herdenkingsjaar gewor den. Het Harima-comité zal zich afvragen hoe verder te gaan, net als veel andere comités. Ik merk in ieder geval dat de deel nemers aan deze reünie het jaarlijks samenkomen als heel zin vol ervaren. Het zijn niet alleen de overlevenden uit het Harima- kamp en hun partners die de reünie bezoeken. Ook zonen, dochters en kleinkinderen zijn aanwezig. De jonge garde blijkt ook gemotiveerd te zijn. 'Herdenken is telkens opnieuw zoeken naar een verhouding tot het verleden', schreef onlangs een columnist in NRC Handelsblad. Telkens weer. O

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 38