INDISCHS JAREN KONVOOI KUVSN EN VERDER (VEEL 10) door F. W. Kaptijn De Amerikaanse GM-trucks hoefden niet zo behandeld te worden. Dat was zijn geluk. Hij was eens voor de lol meegere den met zo'n truck die mensen naar huis bracht. Bij het laatste adres stapte de chauffeur ook uit. 'Breng jij 'm maar terug, Fred, je kunt toch al rijden!' Hij wilde zich niet laten kennen en nam plaats achter het stuur. Wonder boven wonder reed hij de tientonner zonder mankeren naar de Jaarbeurs en parkeerde het bakbeest op zijn plaats. Trots liep hij er een paar keer omheen, hij voelde zich al heel wat! Een week later haalde hij zijn rijbewijs voor trucks, nadat hij eerst nog met een perso- Andir en heel Tjimahi. De wegen buiten Bandoeng waren alleen te berijden onder zwaar gewapend gelei de. Regelmatig waren er schermutselin gen aan de rand van de stad en op de toegangswegen. Schokkend was de moord op de bejaarde bewoners van Bronbeek, die even buiten de stad woon den, onbeschermd, weerloos afgemaakt door bloeddorstige bandieten. Chauffeurs die na hun diensttijd nog een ommetje reden met hun vriendinnetje kwam soms nooit meer opdagen. Hun verminkte lijken werden later gevonden. Helemaal spannend was het beleg van het departement van V&W, de bekende Rumah Saté vanwege de uitsteeksels aan het dak. Daar zouden honderden extremisten zich hebben verschanst, zwaar bewapend en goed bevoorraad. Ze schoten op alles wat binnen bereik kwam. Uiteindelijk werden door de Britten enkele lichte tanks ingezet om de bezetters te verdrijven. De tanks werden gevolgd door dansavond op poten gezet. Fred dronk voor het eerst van zijn leven port en wag gelde een poosje op de dansvloer. Met het meisje van Janus nog wel. Het duur de niet lang of hij lag uitgevloerd en werd naar de barak gedragen waar hij in de wc z'n maag binnenstebuiten keerde en daarna z'n roes uitsliep. Hij, en vele anderen, waren ook nog getuige van een heus bombardement door Mosquito's van de RAF. De gespannen en gevaarlijke toestand had de Engelsen doen besluiten dat de bewoners van het z.g Tuindorp moesten worden geëvacueerd. Het waren hoofd zakelijk Ambonezen, gezinnen van KNIL- mensen. Ze gingen met tegenzin, waren niet bang voor de pelopors. De Engelsen dachten er anders over. Er waren vrij veel vijandelijke troepen daar in de buurt. Die hielden de Engelsen met hun bommen werpers op afstand, ze haalden de Ambonezen uit hun huizen en lieten die door de MTD naar een veiliger plek in de Standplaats auto's en sado's bij de pasar, Bandoeng nenwagen in een greppel was gereden en afgewezen tijdens achteruit rijden. Een hele zondag oefenen op de Jaarbeurs gaf hem de vereiste behendig heid en het rijbewijs voor personenauto's. De volgende dag haalde hij dat voor trucks. Hij werd overgeplaatst naar de werkplaats en aangesteld als hulpmon teur/chauffeur. Er waren pas een paar maanden verlo pen sinds het einde van de oorlog. Ze waren wel vrij maar tot op zeker hoogte was Bandoeng één groot kamp, net als infanterie die het gebouw in bezit nam. Ze vonden er een groepje van drie man, die beweerden dat er nooit meer mensen geweest waren. Geen overwinning om te vieren dus, maar wel goed dat de Rumah Saté nu weer veilig kon worden gena derd. Er was wel iets anders om te vie ren. Een overwinning op het Royal Air Force voetbalteam. Daar hadden zelfs nog een enkele Klaploper en een Lijntrekker aan meegewerkt. De Engelsen gaven een vaatje port. In de vergaderzaal van de Jaarbeurs werd een stad vervoeren. De bommenwerpers dek ten de aftocht. Fred zat op het hoge dak van het Jaarbeursgebouw en kon zien hoe de bommen vielen en fonteinen van modder en stenen tientallen meters hoog opspo ten. Toch vond de legerleiding dat de tijd gekomen was om Bandoeng van over de weg met konvooien te bevoorraden. Fred hoorde het van Wil die bij de bengkèl van de motorbrigade zat en die had het weer van zijn commandant die het van de majoor had die hoofd van de 9

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1995 | | pagina 9