door F. van Garling Een tijgerjacht aanpasten, zich explosief konden verme nigvuldigen en indien niet bejaagd een ware plaag voor de tani (boer) gingen vormen. Gedurende de eerste helft van deze eeuw maakte het voormalig Nederlands- Indische gouvernement een structureel begin met het biologisch onderzoek en de natuurbescherming. Bij het fauna beheer zijn vooral de namen Dammerman, Sody en Hoogerwerf bekend geworden. Toch bestond er al een natuurreservaat in Zuid-Sumatra in 684 na Christus, gesticht vanuit de Hindoeïstische verering voor al het leven, door de vorst van Sriwidjaja. De huidige Indonesische overheid heeft niet minder dan 175.000 vierkante kilometer tot beschermd gebied verklaard. Er zijn ruim 366 natuurreservaten en nationale par ken, wiens beheersplanning met belang rijke steun van onder andere het WNF- Nederland wordt ontwikkeld. Naast n Moesson en vroeger in Tong-Tong is nogal eens geschreven over de grote betekenis die de jacht op groot wild in Indië had. Ook Tjalie schreef daar op onnavolgbare wijze over in zijn verhalenbundel Tjiesen Tjoek. Tegenwoordig wordt de jacht overal ter wereld terecht met de nodige terughou dendheid bejegend. De olifant, neus hoorn, tijger, orang-utan, pandabeeren ontelbaar veel andere dieren worden nu beschermd om hun uitsterven te voorko men. Alleen al voor Indonesië geldt dat voor ruim 200 diersoorten. Kleine jagersgemeenschappen uit het verre verleden zullen door hun selectieve jachtmethoden niet veel schade hebben aangericht. Veel meer ging verloren toen door het gestaag stijgende bevolkings aantal steeds meer woeste gronden moesten worden ontgonnen en het wilde Deze prachtige panter (jammer, ja!) schoot m'n vader in 1936 te Pasir Poetih (Oost-Java). Het dier belaagde de kippenren en de geitenstal, maar had het ook voorzien op de jachthonden op het erf. dier eruit verdreven werd. Evenzo gebeurde dat toen Indië voor de grote cultures werd opengelegd en de jacht- sport populair werd. Een uitzondering vormde misschien de tjèlèng-jacht (wild zwijn), omdat wilde zwijnen zich zeer goed aan gewijzigde omstandigheaen opmerkelijke successen kampt men helaas met geldgebrek en te weinig en soms onvoldoende opgeleid personeel. Illegale dierenhandel, stroperijen en zoals overal en immer de bevolkingsdruk (speciaal bij nooddruft), vormen voor het dier een fatale bedreiging. In Europa en Amerika kweekte men reeds geruime tijd zeldzame diersoorten om deze wederom in de wildstaat terug te kunnen brengen. Zo werden przewals- kipaarden vanuit Nederland terug ge plaatst in hun stamland Mongolië. In Duitsland is het door middel van kruisin gen zelfs gelukt het uitgestorven tarpan- paard en de oeros terug te fokken. Men kan zich afvragen of bedreigde dier soorten in Indonesië buiten het natuurre servaat, in speciale dierenparken tijdig zouden kunnen worden voortgekweekt en vooral beschermd. Een combinatie van wetenschap, natuurbehoud en commercie. Ideaal voor een ontwikke lingsland dat vele prioriteiten kent, doch onder meer ook beschikt over een ruim areaal van schitterende bestrande, soms niet bevolkte eilanden, eilandjes en atol len. Dit eilanden-idee is vanuit wetenschap pelijke kring overigens al eens eerder gelanceerd! Kennelijk ging men er toen vanuit het dier geheel in de wildstaat te verplaatsen, waarbij de ter plekke bestaande ecosystemen verstoord zou den kunnen worden. Maar zou men geen keuzes mogen maken, indien er daar door grotere voordelen behaald zouden kunnen worden? In een dierenpark zal het dier zich hoogstens in semi-wilde staat kunnen bevinden. Maar zelfs dat is beter dan het geheel verloren te zien gaan. Wil men het voortbestaan van bedreigde diersoorten in de reservaten voldoende veilig stellen, dan zal ook hun leefwijze volledig beschermd moeten kunnen worden. De ontwikkelingsgang die vele meer wel varende landen reeds hebben afgelegd stemt tot pessimisme. Tegenwoordig kent men de meeste inheemse wilde die ren daar alleen nog van oude prenten en beschrijvingen. Triest eigenlijk dat de mensheid met het inzicht en de kennis van heden, voor het wilde dier als deel van de natuurlijke erfenis van hun gemeenschappelijke Schepper, geen beter lot weet te (of wil) bewerkstelligen. Stroperijen en illegale handel waaraan vele dieren - dikwijls op wrede wijze gevangen - ten offer vallen, zou men tot een van de onvergeeflijkste zonden van deze tijd kunnen rekenen. Vergelijkbaar zelfs met de drugshandel die een even grote minachting ten toon spreidt voor het leven en welzijn van de mens. Verheugend is evenwel, dat in het Rangunan dierenpark te Jakarta (tot voor kort de grootste in Zuidoost-Azië, gesticht door Ben en Henriëtte Galstaun) met succes Sumatraanse tijgers zijn gefokt. Kinderen in Indië groeiden op met verha len over grote drijfjachten op herten, zwij- 19

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 19