Spannende dagen na augustus 1945 (I) door D.A. Visker Vijftig jaar na het einde van de oorlog, komen vele herinneringen aan die ver warde tijd, waarin zoveel gebeurde, weer boven. Herinneringen waar veel over is te vertellen. De bevrijde krijgsgevangenen uit Japan werden naar Manilla overgebracht en kwamen daar in het Amerikaanse 5th Replacement Depot, een reusachtig ten tenkamp. Ze werden opnieuw gekleed en uitgerust, medisch gecontroleerd en ook een beetje verwend, met het doel om zo snel mogelijk weer in het normale doen te geraken. Intussen had onze Militaire Luchtvaart het squadron moest worden overgebracht naar de haven en worden geladen aan boord van een KPM-er, die toevallig ook de naam Balikpapan droeg. Tussendoor kregen we lessen van de aanwezige ML- officieren, zodat we ons snel in de nieuwe situatie thuis voelden. Toen de Balik papan geladen was, gingen de gewezen krijgsgevangenen aan boord met Java als bestemming. Na aankomst in Priok moes ten we eerst nog twee dagen aan boord blijven, want de Engelsen gaven nog geen toestemming om aan land te gaan. Toen de toestemming kwam, brachten we onze eigen trucks aan wal en reden we dag in dag uit met het materieel naar het vanuit Australië een aantal B-25's naar Balikpapan overgebracht, waar een vlieg basis was ingericht, met ook weer, een tentenkamp voor het personeel. De eer ste tijd was er groot gebrek aan grondper soneel en crew's. Er werden dus B-25's naar Clark Field bij Manilla gezonden om daar uit de bevrijde krijgsgevangenen bemanningsleden te zoeken, die fit genoeg waren om op korte termijn weer dienst te doen. Ze werden in groepjes van tien man naar Balikpapan overgevlo gen. Ik was bij een van de eerste groepen. We vonden de B-25's prachtig en waren blij dat we gauw aan de slag konden. Maar in Balikpapan bleek het voorlopig nog geen vliegen, doch sjouwen. Alle uitrusting van vliegveld Tjililitan. Het bleek dat de Engelsen nog slechts weinig gebied onder controle hadden want op onze rit ten werden we dikwijls beschoten door de peloppors, die overal buiten de stad zaten. Op den duur kenden we de gevaarlijke plekken en waren we daar zeer oplet tend. We gaven een paar vuurstoten met onze tommyguns en, terwijl zij dekking zochten, reden we met grote snelheid voorbij. Een van die punten was het via duct van Meester Cornelis, waar de TNl zich achter de verschansing had opge steld en een regen van kogels op de trucks afvuurde. De volgende ritten waren wij hen echter voor en lagen we op de kap van de cabine gereed. Zodra iemand zijn hoofd boven de verschansing uitstak, kreeg hij de volle laag. Gelukkig zijn er bij deze ritten geen ernstige gewonden onder onze jongens geweest. Na een poosje hadden we onze eigen bewaking boven op het viaduct. Het vliegveld Tjililitan was helemaal ver anderd. We kregen voorlopig de zuidelij ke hangar tot onze beschikking, dat was de zijde, waar vroeger de KNlLM-hangar had gestaan, doch waar nu een nieuwe startbaan was aangelegd. We plaatsten onze veldbedden en sloegen alle voorra den op in de hangar. Onze monteurs begonnen meteen aan de voorbereidin gen om de vliegtuigen te kunnen onder houden. In de twee noordelijke hangars zaten toen nog Japanners. Ze waren eigenlijk krijgsgevangenen maar genoten een tamelijke vrijheid, ze werden namelijk ingeschakeld waar wij ze nodig hadden. De ex-krijgsgevangenen moesten zich van de Japanners afzijdig houden, men vreesde namelijk conflicten. Een paar kleine tweemotorige Japanse vliegtuigen waren wit geschilderd en wer den, met Japanse vliegers, in dienst gesteld voor post- en personenvervoer naar de eilanden Banka en Billiton. Voorts moesten de Japanners delen van het vliegveld en de hangars opruimen en het struikgewas kappen, 's Nachts liepen we wacht boven op het dak van de han gar; iedereen deed mee, soldaten en onderofficieren stonden samen op post. Goede beveiliging was nodig, want in de kampongranden zaten de peloppors, maar zolang wij alert waren, konden zij niets beginnen; iedereen die zich ver toonde, werd onder vuur genomen. Later, toen we meer personeel en pantservoer tuigen hadden, werden de kampongran den gezuiverd. Daarbij speelde onze MP een belangrijke rol, want zij wist van enkele gevangen genomen TNI-ers inlich tingen los te krijgen, waardoor we effec tiever konden optreden om kwaadwillen den uit te schakelen. Onze basis werd hierdoor veilig gesteld. In de stad Batavia kwamen intussen meer KNIL-militairen zich melden, daaronder ook de Ambonezen, die graag weer dienst wilden doen. Er moest voor wapens en uitrusting worden gezorgd. De trouwe B-25's vlogen af en aan naar Balikpapan, vanwaar zij hele ladingen geweren en munitie overbrachten, weldra waren sectie na sectie behoorlijk bewa pend. Deze militairen werden ingezet voor de bewaking en beveiliging van de internerings- en vrouwenkampen en voor de militaire kantoren en hulpdiensten. Zowel Kemajoran als Tjililitan werden, gezamenlijk met de Britten, voor militair transport gebruikt. Wanneer we vrij hadden, gingen we naar de stad voor zoektochten naar familiele- Begin 1946, weer met Dien op Tjiliiitan. 33

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 33