Bij een familie-koempoelan Waar het wuivend loof der palmen van de kust de zeeman groet, suikerriet in eindeloze rijen rijpend in de zonnegloed, Daar vloden onze kinderjaren, daar was ons leven warm, en goed, door 't zorgzaam oog van pappie, mammie, djongos, baboe trouw behoed. Een huis vol blije, bruine kinderen, op blote voeten in de zon, in het land waar ruimte was, en vrijheid, in het land waar altijd alles kon. Verwend door kokkie, pasar-lekkers, adoe zalig! maar verboden! daarom, eng: Djangan bilang papa! 'n dörö-toean is zo streng! Een erf vol dieren, van heel gewoon tot heel apart; krokodilletjes met zachte buikjes, brutale neushoornvogel wit op zwart, honden in soorten, kleuren en formaten tamme vleermuis slapend in je zak, tamme dikke loewak op je schouder, wilde dieren - en zó op hun gemak. Maraboes op hoge poten, mierenleeuwtjes in het warme zand duizend wonderen te beleven in dat zonnig eindeloze land. Lange jaren zijn sindsdien verstreken, duizenden bezweken in de wereldbrand - oorlog te wreed om van te spreken als een vloek over ons stervend land, mokerend ons hart, en ziel - en maag... Capitulatie! God zij dank? Nee, geen bevrijding, ontheemde armoedzaaiers, 'zonder niks' van gisteren op vandaag (geen feest met dansen in de straten, versierde tanks, en wuivend-lachende soldaten) armoedzaaiers, per vracht- of troepenschip een nieuw land en leven te beginnen met moed, beleid en trouw - er waren goede, en veel kwade dagen, ach! was de hemel vaker blauw! Maar onstuitbaar gaat het leven, het staat niet stil bij wat je niet vergeten kunt, elk met ieders vreugd en zorgen, de kring tot schreiens uitgedund. Maar de kinderen van weleer, zij leven, want nieuwe kinderen groeien op de band van 't bloed blijft ongebroken: waar sterft, ontspringt een nieuwe knop. Broers en zussen, net als vroeger, géén kan gemist, daarom is 't weerzien zeker. En hoe de levensloop verschilt, God schenkt aan elk een volle beker. Herinnering reikt in 't verst verleden, verwachting ziet vooruit, omhoog - die voorgegaan zijn wachten ons waar liefde, licht noch warmte ooit vervloog. M.D. Hanegraaf-Mannot Semarang, december 1940. De uitvoering van het Chinese toneelstuk Soe Siong of Het pleidooi op de hbs. De foto is ingezonden door B.C.J. Volgers uit Ermelo. 46

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 46