O maar de Chinese mevrouw was pienter en zag er wel iets in. Bij het donker worden kwam Jacob in het gangetje naast de bad kamer; één meter was de heg gesnoeid! De volgende dag stond Jacob weer een meter verder naast de heg. Jacob bleek een goede snoeischaar te zijn. Ongeveer een maand later begon Jacob van voor af aan. De heg was van de straatkant tot de achtermuur achter het huis zeker zo'n 25 tot 30 meter lang. Voor de foto hierbij heeft mijn man hem verplaatst. Jacob kijkt ver baasd; wat doe je nou? Mij storen in mijn spel? De andere foto is van Jacob met kokki. We waren overgeplaatst naar Soerabaja. Kokki en baboe, onze hond Bobby en Jacob met wat klein spul gaan mee per auto. Gelukkig sta ik hier vlakbij Jacob in zijn kooi, want kokki, op van de zenuwen, verplaatste de kooi door hem aan het haakje op te tillen. Ze was vergeten dat de kooi uit twee delen bestond. Tot haar schrik en de mijne wilde Jacob de vrijheid instappen. Met zijn kop naar buiten laat kokki het deksel weer val len en zit Jacob er tussen, precies op zijn nek valt het mes van de guillotine. Met een snelle beweging til ik het deksel op, geef Jacob een duw en sluit de kooi weer. Mijn man maakt een foto en nu zie ik hoe kwaad Jacob is, zijn oranje kuif als een waaier, krijsend. Op de foto zie ik nu ook, dat er nog een stukje van de staart van Jacob vast zit. Ik zal hem dus nog eens een duwtje hebben gegeven. De kokki kon nooit meer in zijn buurt komen met voer of zo. Als hij haar maar zag, was het krijsen. En ik heb hem altijd gewoon kunnen pak ken en aaien, altijd lief, ook voor mijn man. Hoe weet zo'n vogel zo precies wie fout was van ons drieën toen het gebeurde? We deden de reis met de auto van Jakarta naar Soerabaja rustig in twee dagen, onge veer 1000 km. We overnachtten in Semarang, waar ik ook lang had gewoond, in het heuvelterrein, waar een leuk hotel was. De tocht langs de noordkust met hier en daar een pauze bij een warong met eten en drinken voor mens en dier. Bobby, onze hond, was ook een wonder gewor den. Geboren uit een vuilnisbakken moe der, maar heel lief, en een verdwaalde set ter, denk ik. Er lagen drie puppies voor dood in de tuin van de Chinese mevrouw, toen ik er langs liep. Eén diertje leefde vol gens mij nog, dus pakte ik het kale muisje (daar leek het op) en nam het mee naar binnen in mijn kamer, zoekend naar een doos en watten. Op dat moment kwam mijn man thuis en gaf me meteen een siga renkistje. Wij gingen op zoek naar een pipetje, gelukkig had ik er een. We zijn bei den dagen en nachten bezig geweest rijs- tewater in druppeltjes te voeren, soms melk en water. Daarna zachte rijst en aard appelpuree, weer later wat rauw gehakt erbij. Het hondje werd van een muis zo groot als een rat, toen kwamen de haartjes en de oogjes gingen open. Bobby werd een langharige bruine hond, niet eens zo erg klein, een mooi en lief dier. Als wij om de drie jaar met verlof naar Holland gingen, ging Bobby mee. Op de boot was elke bootsman dol op hem. Hij heeft op geen enkele bootreis in het hok gezeten, alleen in een vliegtuig in het ruim in een mooi groot hok, maar dat was niets. Hij in de bagageruimte en ik boven zijn kop op een stoel, waar wij hem af en toe hoor den huilen. Het vliegtuig was een Dakota met capaciteit voor ongeveer twintig personen. In Singapore mag een hond, zelfs op het vliegveld, niet uit zijn hok. Dan moet hij ter plekke zes maanden in quaran taine. Dat wist ik niet, maar de gevolgen voor Bobby waren afschuwelijk. Op de voorlaatste stop in Karachi, mocht Bobby uit het hok en deed dus overal op het vlieg veld zijn behoefte, zelfs in de hal. De hond is daar een onrein dier, dus hebben we maar flink wat fooien uitgedeeld. Ik droeg hem naar de auto, die klaar stond, en mijn man regelde mijn bagage en het hok. Er waren ook veel kennissen, die enorm veel medelijden hadden. Gelukkig heeft Bobby er geen last van gehad. We kregen meteen het paviljoen van de mess en daar was een enorme tuin bij. Bobby is nog eens met verlof geweest in Holland, met twee boten, dat was geen probleem. In 1957 stierf mijn man en ging ik voor het laatst naar Holland. Bobby weer mee op een vrachtboot. Die reis duurde drieënhalve maand! Helemaal geen pro bleem voor Bobby. Hij heeft mijn man nog zes jaar overleefd. Jacob had ik aan een Chinees meisje op kantoor gegeven, haar moeder had een grote tuin. Nog enige jaren schreven wij elkaar, toen was ineens alles mis en was er geen contact meer mogelijk met Indonesië. Hopelijk leeft Kaka nog, ze kun nen 150 jaar oud worden. Alle navraag leverde niets op, ik kreeg geen antwoord meer van Lily Liem. Misschien is ze ook ergens in Holland komen wonen. Wie weet! 16

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 16