ïïffQaagDQ ïï®gü[?8 (tei./fax 073 - 53215 óo) /(J5)
BIJ DE VOORPLAAT
Voor mijn grootvader was Nederland het
beloofde land, hij dacht dat de bomen er
tot in de hemel groeiden. Alles zou er
groter en beter zijn. Hij kwam met grote
verwachtingen, ondanks dat - of mis
schien juist omdat - hij zo weinig van
Nederland wist. Maar achteraf moetje
toegeven dat hij met zijn gebrekkige ken
nis een goede keuze heeft gemaakt. Mijn
grootvader had slecht gekeken, maar het
goed gezien.
Bij ons thuis kwam het Indische verleden
eigenlijk nauwelijks ter sprake. Niet dat
er bewust over gezwegen werd of dat er
trauma's op de loer lagen. Nee, het was
eerder een soort vanzelfsprekende nuch
terheid, zo van 'omkijken heeft geen zin,
daar hebben we niets aan, we moeten
verder et cetera'
De naam Tjalie Robinson hoorde ik wel
eens noemen, maar daar bleef het bij.
Ook hadden we geen abonnement op
Tong Tong, al werd het blad via via zo
nu en dan wel gelezen. Het was toen
blijkbaar niet veel anders als nu; niet
iedereen die het blad leest is abonnee.
Maar nu ik voor Moesson werk komt
Indië uit alle delen van de wereld naar
me toe: in brieven, in verhalen, in foto's
en wat al niet. Zoals ook met deze voor
plaat, als je er maar lang genoeg naar
kijkt, lijkt de tekening tot leven te
komen. Met enkele lijnen, een aantal
sprekende details en een spaarzaam
gebruik van kleuren roept Jo Spier de
sfeer op van wat hij als het hart van de
kolonie zag: sociëteit De Harmonie in
Batavia. Daar valt natuurlijk wel wat op
af te dingen, maar het doet aan de fraaie
tekening niets af.
In mentoriam
Dolf van Milligen de Wit
Lid S.G.R. s<£r
Molenberg 11, 5386 DAGeffen
De Bonte Avond Club, 'n Ind. getinte amateur cabaretgroep,
vertrekt op 6 mei (terug 21 mei) naar Singapore en Bandung.
De leeftijden der 34 deelnemers ligt tussen 20 en 75 jaar.
Nog enkele plaatsen vrij. Aansluitend individuele reis moge
lijk!
Vliegreis met Singapore Airlines. Snel aanmelden gewenst.
Tekening: Jo Spier
Op 2 februari 1996 overleed op 71-jarige
leeftijd volkomen onverwacht een goede
vriend, Moessonlezer van het eerste uur,
en sinds 1986 commissaris van Tjalie
Robinson BV, Dolf de Wit. Volkomen
onverwacht omdat hij, zeker in Moesson
kringen één van de 'jongeren' was,
althans zo leek het. We zagen hem graag
komen, altijd opgewekt, integer,
beschaafd, en door zijn sportieve verschij
ning een beminnelijk en integer mens.
Ruim op tijd voor een vergadering, alle
relevante stukken bij zich en altijd goed
voorbereid, was hij het toonbeeld van de
ideale commissaris, die de belangen van
Tjalie Robinson BV en Tijdschrift Moesson
met raad en daad behartigde. Vooral in
financieel opzicht (hij was vroeger docent
boekhouden en accountant) had hij ver
stand van zaken, waardoor hij zich
(terecht) al heel wat jaren erg bezorgd
maakte over onze BV en de toekomst van
Moesson, wat hij niet onder stoelen of
banken stak. Hoewel hij bijna geen gele
genheid voorbij liet gaan om ons te wijzen
op de donkere wolken die regelmatig
boven ons hoofd dreven, had hij steeds
weer vertrouwen in 'de goede zaak' en
wenste ons niet alleen 'poekoel teroes'
maar ook een welgemeend 'succes!'.
Dolf de Wit zette zich, steeds bereid om
waar nodig te helpen, gedreven en
onverzettelijk in voor de Indische Zaak.
Als o.a. een van de bestuursleden van het
Comité Geschiedkundig Eerherstel, die
het proces tegen de Staat en de geschied
schrijving door Dr. L. de Jong voerde,
kwam hij in die periode, meestal samen
met zijn goede vriend Gerard Jonker,
regelmatig bij ons over de vloer. Wat mij
vooral zo opviel was dat hij altijd iedereen
zonder aarzelen bij de voornaam noemde,
waarbij hij zich nooit vergiste. Dat gaf ver
trouwen, dat gaf een band, waarvoor ik,
en velen met mij, hem altijd dankbaar zul
len blijven.
Vivian Boon
Buitengewoon getroffen ben ik door de bijzonder grote belangstelling in brede kring
van de zijde van de vrienden, kennissen en relaties bij het overlijden van Dolf. Ik wil
zeker niet nalaten eveneens mijn dank te betuigen aan zijne excellentie Y. Ukio
Satoh, ambassadeur van Japan in Nederland voor de bloemenhulde alsook voor de
aanwezigheid van de heer Y. Sugano, chargé d'affairs, bij de samenkomst in het
crematorium van Ockenburg.
Een condoleance met respect voor Dolf en in het bijzonder voor mij en de familie.
Ella van Milligen de Wit-de Weert.
2