Awie Juridische bijstand of advies nodig? SCHENKHUIZEN Advocaten "Cempaka Bali Guest House" Awie kwam in mijn leven tijdens de Japanse bezetting. Hij had een ijsbedrijf. U weet wel zo'n handeltje waar koelijs voor de ijskast verkocht werd. Zijn huis stond op een braakliggend stuk grond op de hoek Camphuyslaan - Reiniersz Boulevard in Soerabaja. Ook verbouwde hij maïs. Ik herinner mij dat hij drie sapi's had zodat hij afwisselend met een grote of kleine tjikar ijs kon halen. Iedere morgen reed hij naar de ijsfabriek in Ngagel en leverde op de terugweg por ties ijs aan de vaste klanten. Ik zag dat lange tijd aan en op een dag vroeg ik of ik met hem mee mocht op zijn dagelijkse ronde. Natuurlijk mocht ik mee en ik was niet echt verbaasd dat ik de volgende dag als vanzelf weer mee mocht. Ik genoot iedere rit van zijn gezel schap en vooral van zijn verhalen. Awie was getrouwd maar had geen kinderen. Later bedacht ik me dat dit misschien wel de reden was dat hij zich zo aan kinderen had gehecht dat ze vrijwel alles van hem gedaan kregen. Toch ging de lol er bij de meeste kinderen gauw af en bleef ik hem als enige vaste hulp op zijn dagelijkse tocht vergezellen. Op de heenreis naar de ijsfabriek, vroeg in de morgen, wilde hij dat ik hem Nederlands leerde, dat wil zeggen hij wees mij iets aan, vertelde mij de Javaanse benaming en ik gaf hem de Nederlandse vertaling voor zover ik deze zelf ook wist. Ik herinner me dat hij seri eus de woorden herhalend, toch veel ont hield. Nadat de blokken ijs waren ingeladen, maar voordat hij met zijn bestellingen begon, dronken we eerst wat bij een vaste verkoper van es kelapa moeda. Op een dag vroeg die verkoper aan Awie wie of ik was en lachend zei hij dat ik zijn anak basteran was; ik vond dit eigenlijk best wel een grappig idee, want ik mocht hem graag omdat hij zoveel humor had. Dat de genegenheid wederzijds was bleek uit het feit dat toen Awie eens ziek was en hij van mijn moeder medicijnen had gekregen zijn vrouw mij, als twaalfja rige, vroeg om de wijk over te nemen, wat ik als vanzelfsprekend deed. Bij deze tochten viel het mij op dat de sapi voor de tjikar blindelings de weg wist naar de fabriek en naar de klanten. Zodoende kon ik probleemloos de blokken ijs leveren zonder dat de klanten verschil merkten. Na zekere tijd haakte ik ook af, maar Awie bleef geregeld bij ons informeren hoe het met ons ging. In die tijd woonden we in de Patrasstraat, een verbindings straat tussen de Van Swolstraat en de Kembang Koening. Deze straat maakte niet zo lang voor onze komst deel uit van een tijdelijk vrouwenkamp. Op een kwade dag, het zal het begin van de Bersiaptijd geweest zijn, zagen we dat Indonesiërs opnieuw de gedek-afrastering aan het opzetten waren. Na een paar dagen zaten we dus in een kamp opgesloten. Aan de overzijde van onze straat was een gedeelte waar mannen opgesloten waren. In het begin konden de vrouwen nog etenswaren, kleding, zeep et cetera over de afrastering naar hun mannen gooien, maar later hadden we zelf niets meer en kregen we ook problemen om aan eten te komen. Onze laatste bedien de, baboe Tien, kreeg opdracht haar dienst bij ons te beëindigen en ons te ver laten; wat ze onder luide protesten uitein delijk heeft gedaan. Awie, die nog steeds zijn wijk deed alsof er niets aan de hand was, hoorde van mijn moeder dat wij geen eten hadden en ook geen toestemming kregen eten te kopen. Van toen af aan zorgde Awie iedere dag, dat hij onder het stro dat zijn blokken ijs bedekte, een boengkoesan met allerlei etenswaren, zoals rijst, tempé, kangkoeng en soms zelfs een stukje vlees voor ons bij zich had. Dat deed hij tot hij geen toestemming meer kreeg zijn ronde te doen. Op een dag werd er veel geschoten. Wij begrepen dat er iets aan de hand moest zijn, maar wat precies wisten wij toen nog niet. Ineens stond er een Brits-Indische soldaat bij ons in de kamer, die vertelde dat hij verdwaald was en vroeg of hij een nachtje ergens kon slapen. Ondanks het gevaar kreeg hij een plaatsje in de bijge bouwen. Of hij er echt geslapen heeft weten wij niet, want de volgende dag was hij al voor dag en dauw verdwenen, 's Middags zagen ons erf en de hele Patrasstraat letterlijk zwart van de luid schreeuwende en amok-makende Indonesiërs die iedereen wilden boenoeh en alles wilden periksa en dat op een zeer agressieve manier. Later moesten we, voorzien van in der haast gemaakte rood-witte speldjes, het huis verlaten en werden we de straat opgejaagd. Waarheen we moesten wisten ze niet, dus volgden we de voor ons deinende massa richting Van Swolstraat. Op de T- kruising aangekomen konden we twee kanten op, linksaf richting Camphuyslaan of rechtsaf richting verlengde Coen Boulevard. In die tijd was ik groot voor mijn leeftijd en stak ik meer dan een kop boven die schreeuwende en elkaar opzwepende Indonesiërs uit. Hierdoor kon ik zien dat de meeste Europeanen richting Coen Boulevard liepen en besloot ik met mijn moeder en broers ook die kant op te gaan. Al gauw bleek deze gekozen richting de juiste te zijn geweest want in de Camphuyslaan zijn toen veel mensen om het leven gebracht. Toen we een week of wat later weer ons geplunderde huis konden bezoeken bleek bij navraag dat Awie door zijn landgeno ten was vermoord, omdat, naar later bekend werd, hij veel Europeanen op allerlei manieren had geholpen. Awie was een goed mens. G.J. Boyer boenoeh - doden periksa - onderzoeken Indische advocaten staan u graag bij. Algemene praktijk (o.a. echtscheidingsrecht, huurrecht, straf recht, erfrecht, arbeids-/sociaal verzekeringsrecht en vreemde lingenrecht) en gespecialiseerd in WUBO-, WUV- en WlV-zaken. Bel of schrijf naar: Laan Copes van Cattenburch 137 2585 GA 's-Gravenhage tel. 070 - 346 91 36 Logeer bij een Balinees - Nederlands gezin in Bali Jalan Iman Bonjol No.599 KUTA P.O. Box 3337, Denpasar 80033, Bali Grote luxe kamers met A.C. en privé waranda, eigen toilet, w/k bad en douche, TV en privé koffie- zetapp. Groot zwembad in tropische tuin. Rustige omgeving. 10 Min. lopen van Kuta-strand, honder den winkels en restaurants. US$ 35.- incl. ontbijt, service en belasting. Vrij vervoer van en naar vliegveld. Al Uw tours kun nen wij verzorgen via ons eigen reisbureau. Informatie: Marina Purwa tel: 0062 361 753174 751517 fax: 0062 361 752777 754934 In Ned.: Ben Urich, Van Merlenstr. 120, 2518 TJ Den Haag, tel: 070 3107 331 25

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 25