Bratan meer berglandschappen, mooie rivier dalen en tegen de berghellingen gedrapeerde sawahs gleden aan je oog voorbij. De kleine stationnetjes uit grootvaders tijd met de bekende venters die langs de ramen komen ademden een sfeer van rust en herkenning. De Taman Sari in Yogya, het heiaas enigszins vervallen waterpaleis, werd gekenmerkt door een tweedeling; een afdeling voor de vrouwen en kinderen en een voor de sultan. De sultan had vanuit de toren, die tussen de twee baden gele gen lag, een goed uitzicht op het vrou wen en kinderbad! De Maliboro, de grote winkelstraat, kent naast grote en moderne warenhuizen vele straatverkopers die hun stalletjes van het begin tot het eind van de straat op de trottoirs hebben opgesteld. Je kunt er dan ook van alles kopen voor de meest uiteenlopende prijzen (wel tawar- ren!). Op straat word je regelmatig door jongelui aangeklampt die een praatje met je beginnen. Al gauw gaat het gesprek over op jouw bezoek aan Indonesië en vertel je natuurlijk enthousiast dat je net het batikken of zilversmeden hebt gezien, waarop je dan wordt gewaarschuwd niet meteen te kopen, maar eerst moet afdin gen. Vervolgens bieden zij aan je naar een erkend en door de staat gecontro leerd adres te brengen, waar alles rede lijk geprijst is. Je denkt natuurlijk dé ont moeting te hebben en het adres, waar je gegarandeerd goed en niet te duur je batik en zilver kunt kopen. Nu vergeet het maar, na het zoveelste bezoek aan een speciaal adres kom je er achter dat deze jongelui gewoon ordinaire runners zijn van deze winkeltjes. Toch is het de moeite waard om al die niet aan de Maliboro gelegen winkeltjes te bezoeken, zonder die runners zou je ze moeilijk vinden, een gewaarschuwd man telt echter voor twee. Mocht u ooit in Yogya komen vergeet dan niet op de Jalan Sangritis bij 'tante Lien' te gaan eten, let dan vooral niet op de rommel, het eten is er geweldig en de sfeer uniek. In Jogya werd contact opgenomen met pater Dick Hartoko waarvan bekend was dat hij ons kon informeren t.a.v. he voor malige klooster en later Jappenkamp te Muntilan. Dit klooster bleek nu dienst te doen als RK-school en een bezoek aldaar was mogelijk. Het bezoek aan Muntilan riep oude emoties op daar het complex sinds die tijd nauwelijks veran deringen had ondergaan. De leiding was zeer bereidwillig en vertel de dat zij regelmatig bezoekers kregen die konden aangeven in welke lokalen zij hadden gewoond et cetera. De hernieuwde kennismaking met het Jappenkamp Muntilan wekte de volgende gedachten bij mij op: Een periode van buigen en beven Een periode van honger en sneven Niet vergeten... maar wel vergeven Een bloem voor hen die er bleven En een bron voor het leven Voor hen die nu nog leven Via de in Toko Oen gevestigde tourope rator werd de volgende stap naar Kalibaru gemaakt. Midden in de nacht werd vertrokken daar eerst de vulkaan Bromo beklommen zou worden om er te kunnen genieten van de zonsopgang, 's Morgens om drie uur in het aarde don ker (bewolkte hemel!) kon te voet of te paard vertrokken worden. Na een wande ling van ca. anderhalf uur werd de trap (200 treden) bereikt waarlangs de eigen lijke krater beklommen kon worden Boven aangekomen keek men in een groot zwart gat met daarin een enorme vlam, de kratermond! Toen het lichter werd ontwaarden wij een hindoetempel aan de voet van de Batok (kratermond direct naast de Bromo) waar wij die nacht, zonder daar ook maar iets van gezien te hebben, langs gelopen waren. Hier worden nog regelmatig offers gebracht om de goden die de vulkanen beheersen gunstig te stemmen. Na een heerlijk ontbijt in een kleine pa- sanggrahan, inclusief mata sapi en Sumatraans achtergrond muziek, werd de tocht door het Oost-Javaans bergland voortgezet. Schitterende beelden van een wat onherbergzamer landschap dan bijvoorbeeld de Preanger schoten aan ons voorbij. Moe, maar voldaan, bereik ten we Guesthouse Susan in Kalibaru. Het leven op deze oude plantage deed sterk denken aan het leven op de suiker onderneming waar ik grootgebracht ben, met name het buitenleven. Lange wande lingen door de tuinen en de omliggende sawah's boden niet alleen natuurschoon maar brachten ook veel oude herinnerin gen terug. Kalibaru is een dorp met een winkelstraat, een station en diverse omliggende plantages/ondernemingen, wat heb je er te zoeken? Het antwoord daarop luidt: rust, natuurschoon, oude cultures, kleine winkeltjes met wat de Indonesiër nodig heeft en aardige men sen. Wat moetje er niet zoeken? Luidruchtig vertier, disco's, bars en mon daine winkels. De laatste dagen verbleven wij in het Hindoe Meditatiecentrum Ashram te Candidasa. Een schitterende locatie met aan de ene zijde van het terrein de zee en aan de andere een zoetwater meertje. De rust die deze plaats uitstraalde was weldadig en de bungalows ruim en goed opgezet. Deze plek was doelbewust gekozen om alle emoties van het weer zien met Indonesië te verwerken en nieu we indrukken op ons in te laten werken, 's Avonds zaten we op onze veranda en genoten van het uitzicht op zee en de prachtige tropische nachten. Eenmaal was het volle maan en weerkaatsten de zee en de pisang bladeren een zilverach tige schijn, deze aanblik was werklijk betoverend, de zee leek zilver en de bomen droegen zilveren bladeren. Genietend van dit schouwspel drong langzaam tot mij door wat deze reis voor mij betekend had. Het was alsof ik de in 1946 afgebroken draad van een verhaal weer opgepakt had en nu bezig was dit stuk van mijn jeugd af te maken. Het was of ik een onafgemaakt verhaal had afge maakt en of er een niet onderkende last van me afviel. Tenslotte aan het eind van deze reis gekomen, kan je je afvragen wat heeft dit weerzien met het verleden nu opge bracht? Heb je dat verleden afgesloten? Daarom wil ik afsluiten met het volgende: Wie het verleden wil vergeten De kennis ervan onbenut laat Is geen goede toekomst toegemeten Kijk daarom onbevangen terug Voor je op het levenspad verder gaat Sla dan die noodzakelijke brug Tussen verleden, heden en toekomstige tijd Het geeft je de nodige kennis en wijsheid 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 27