r E/ONDHEID door J.A. Stolk, huisarts 'Look ma, no hands' 31 f Nog niet zo heel lang geleden zag ik op de beeldbuis in de huiskamer - dat is dan wat wij intussen de teevee hebben leren noemen - een galblaas-operatie op afstand. De zieke en pijnlijke galblaas werd uit de buik van de patiënt weggeno men door middel van een zogenaamde kijk-operatie. Zoiets wordt mondiaal in het medisch jargon een laparoscopische gal blaas extirpatie genoemd. Uit dat kleine kijkgat in de buik van de patiënt wordt de galblaas verwijderd. Op zich reeds een medisch hoogstandje, zou je zo zeggen, maar het kan altijd nog beter en interessanter. In een groot ziekenhuis ergens in de kolossale stad Parijs gaf een chirurg aan wijzingen en opdrachten aan een robot in een operatiekamer van het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. De robot, een zoemend en brommend ding met vele veelkleurige flikkerende lichtjes over zijn gehele stalen karkas, hanteerde mes en schaar in de OK in het AMC op aanwijzingen van die chirurg in Parijs. Kennelijk was het een zeer geslaagde operatie, want een ieder in die OK in Amsterdam begon op een gegeven ogen blik te juichen en te klappen. Een op de monitor turende chirurg in Parijs en een stuk feestverlichting in Amsterdam - op een afstand van ruim 500 kilometer van elkaar - die halen zo en huplakee je galblaas uitje buik. Indrukwekkend stukje high-tech dacht ik toen ik de t.v.-beelden zag. Op hetzelfde moment bedacht ik, aan mijn lijf geen polonaise, althans zo'n polonaise in geen geval. Klink ik nu als een conservatieve oude heer, die niet met zijn tijd meegaat? Maar je moet er toch niet aan denken dat op zo'n moment de 'elektriek' uitvalt!, zoals mijn Amsterdamse patiënten dat zo plas tisch zouden verwoorden. Aggregaten genoeg en wij gaan gewoon door met de operatie!, maar als die het nou ook niet doen. Als ja, zo deze wat?, zou mijn jeugd vriendje Bengel uit Baros-Tampir vragen en hij zou zichzelf het antwoord geven en wij met hem: Mattie deh! Maar wat wisten wij toen over computers en telecommuni catie en al die nieuwe dingen van deze tijd? Toch is nieuw niet altijd beter en er kan dus best eens iets fout gaan. En toen dus geen elektriek en jawel, hardstikke dood en kassiewijle. Alles liep voortreffelijk en de operatie was hardstik ke geslaagd, maar de patiënt hebben wij moeten begraven! Jawel er was geen elektriek meer, zodoende dus. Flauw?, maar best wel een mogelijkheid. Monitor en robot en patiënt naar de ande re wereld omdat er zo iets doms gebeur de als het uitvallen van de elektriciteit. De enige mogelijkheid om in zo'n situatie alsnog de operatie te laten slagen is een tweede chirurg in de operatie-kamer en die kan dan z'n handjes laten wapperen. Alles blijft tenslotte mensenwerk en de patiënt gaat gezond weer naar huis. Dat hele verhaal overdreven?, maar je zal het maar eens een keer hebben mee gemaakt. In de tijd van mijn actieve deelname aan de medische professie werden er toen nog al eens zaken gedaan, die eigenlijk niet mochten en konden, maar regelge ving in die tijd was er nauwelijks en de dokter kon redelijk zijn eigen gang gaan. Let wel dat was zo'n dertig jaar geleden. Zo kon je als huisarts wel eens door de chirurg of de gynaecoloog worden gevraagd om te komen assisteren bij een operatie van één van jouw patiënten. Dat mocht dus niet van onze eigen 'Koninklijke Maatschappij voor de Geneeskunde', maar sancties daartegen waren er in het geheel niet. Dokter hoor de zo fatsoenlijk te zijn om niet te doen wat niet mocht, maar het gebeurde dus nog wel eens dat dokter zo het één en ander aan zijn laars lapte. Dat assisteren werd redelijk vaak gedaan. De chirurg had een betaalbare assistent en de algemeen arts of de huis dokter kon er wat bij snabbelen. Nu moet ik oppassen, want direct krijg ik de vinnigste opmerkingen naar mijn hoofd, zo in de trant van: Maar met mensenlevens, daar snabbel je toch niet mee. Jawel dus en het ging altijd goed, maar vraag niet hoe, sometimes. Meestal werden die operaties in een klein lokaal ziekenhuis gedaan en vaak op een vrijdagmiddag of op een zaterdag. Er waren dan niet veel pottekijkers. In de operatiekamer waren aanwezig de chi rurg, de anaesthesist, de assistent, een operatiezuster en een broeder voor het opruimwerk. Heel knus, maar levensge vaarlijk in de situatie, die ik meemaakte. Wat gebeurde: Midden in de operatie zakte de man met het mes ineen - waar om en waardoor?, geen idee. In dit geval de gynaecoloog. Paniek alom! Wie maakt nu die operatie af? Gelukkig kon een bevriend chirurg, die ik op die zaterdag telefonisch bereiken kon, ons uit de brand helpen. De patiënt heeft het overleefd en kon na een week geluk kig gezond en wel naar huis. De 'reddende chirurg' was flink boos en hij dreigde ons allen voor de tuchtraad te dagen. Hij heeft dat niet gedaan en daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Wij hebben allen na de operatie nog flink wat werk gehad om de onwel geworden collega weer tot leven te wekken. De arme man lag daar al die tijd in zijn ope ratie-tenue op de grond. Eenmaal bijge komen, vroeg hij om een glas water en liet de broeder een taxi bellen om hem naar huis te brengen. Ik stuur hem een vette rekening, zei onze redder en dat moet jij ook doen, met een gehandschoende vinger naar mij wijzend. Een vette rekening! Daarna hebben wij erom kunnen lachen en wellicht daardoor is zijn boosheid verdwenen. Denk ik aan die situatie terug, dan slaat de schrik weer in mijn benen en in mijn hele lijf. Nou! en dan een robot! 'Kijk Ma, zonder handen', riepen wij naar onze moeder in de voorgalerij, terwijl wij rondjes fietsten om het cirkelvormige bloemperk in de voortuin, met losse han den zoals dat toen werd genoemd. De handen hielden wij omhoog of op de rug. Mama keek zorgelijk, niet zozeer omdat zoonlief kon vallen en zich bezeren kon, maar omdat de knaap in dat bloemperk zou kunnen dond... vallen dus. Grote schade zou dat geven aan al die blommetjes en plantjes, die met veel lief de en zorg door de kebon waren geplant. Een onschuldige en mooie tijd. Je kan je afvragen of wij door die voor ons zo mooie tijd ook dom en kortzichtig waren geworden? Die altijd zo beleefde en lachende Japanse schoenmaker, was hij nu inder daad die vriendelijke en betrouwbare man, die hij leek? Nota bene, kon je toen dagelijks lezen in

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 31