ORIENT TRAVEL Diah Tantri Balinese Dansen sinds 1967 les aan kinderen en volwassenen in de klassieke danskunst van Zuid-Bali Beeklaan 393 Den Haag 070 - 345 54 33 RETOUR DELHI v.a990,- RETOUR AUSTRALIË v.a1599,- dat zij gemakkelijk tienduizend rupiah konden verdienen en op vrije voeten zou den worden gesteld als ze maar bereid waren met de politie samen te werken. Tijdens een transport van Bandung naar Kedung Halang in dezelfde maand mei, praat Rath met de jongere broer van H.W. Manoch. Rath weet dat H.W. Manoch één van de belangrijkste getui gen is in het proces tegen Jungschlager en Schmidt, maar zijn jongere broer zegt dat ze allebei onschuldig zijn. H.W. Manoch is echter zo zwaar mishandeld dat hij uiteindelijk maar heeft toegegeven wat de politie hem in de schoenen schoof. Manochs rug was bont en blauw geslagen, dat had zijn broer met zijn eigen ogen gezien. Na zijn valse verkla ringen te hebben afgelegd, werd Manoch inderdaad veel beter behandeld en mocht hij bijvoorbeeld vrij rondlopen in Bandung, aldus de broer. In Kedung Halang ontmoet Rath warga- negara C. Remst. Die was door de politie in zijn woonplaats Tegal opgeroepen en ook zomaar opgesloten, zonder te horen waarvoor. Samen met E.A. Barkey en A.L.S. Michael werd hij overgebracht naar het huis van Enduh waar hij er getuige van was hoe Enduh de twee zwaar mishandelde. Van verschillende rechercheurs in het kantoor van de D.P.K.N. in Bandung heeft Rath gehoord dat de politie Baden, een andere arrestant, mishandelde en bedreigde, ja, dat ze hem zelfs wilden doodschieten. Baden had namelijk op een goed moment verklaard dat er op de Tangkuban Prahu documenten over de NIGO begraven lagen. Na dagenlang zoeken bleek dat Baden voor de zoveel ste keer de politie maar wat op de mouw had gespeld en het had niet veel gescheeld of ze hadden hem ter plekke vermoord, zo kwaad waren ze geworden. Toen Rath nog in het ziekenhuis van de P.M.I. lag, verklaarde één van de Indonesische rechercheurs die de arres tanten moesten bewaken, openlijk aan de patiënten en andere rechercheurs dat deze toean - wijzende op Rath - onschul dig was, net als de andere NIGO-arres- tanten. Alleen Baden verdiende het doodgeschoten te worden, omdat hij de Polisi Negara maloe had gemaakt met zijn eindeloze leugens. Rath heeft overigens persoonlijk een kwi tantie gezien op het bureau van de D.P.K.N., ondertekend door hulp-inspec teur Danu, waarop stond dat voor het arresteren van een zekere Dono Susilo een bedrag van vijfentwintig rupiah is betaald. Het was verder algemeen bekend - de rechercheurs spraken er zelf over - dat Indonesische en Chinese arrestanten werden vrijgelaten na het betalen van een losprijs van ettelijke dui zenden rupiahs. Op 13 juni presenteerde Luns het wit boek tijdens een persconferentie in New York in de hoop dat de internationale en met name de Amerikaanse pers zich er boos over zou maken. Er volgde een korte periode van verlichting toen onver wachts de regering-Sastroamidjojo viel. Tijdens het overgangskabinet onder lei ding van Harahap zocht Indonesië toena dering. Harahap liet enkele gevangenen vrij. P.H.J. Kerseboom en A.L.S. Michael, onder anderen, werden eind augustus en begin september uit de gevangenis ont slagen. Verder kon de tijdelijke regering weinig doen, ondanks de goede wil. Op 19 november 1955 krijgen Rath en de al eerder genoemde Duysings van de wacht te horen dat zij op vrije voeten zijn gesteld. 'U bent bebas (vrij)', dat is alles wat de bewaker zegt. Vijf dagen later brengt een vrachtauto ze van Bogor naar Bandung, naar het kantoor van de D.P.K.N. Daar krijgen ze een bewijs van invrijheidstelling. Zo plotseling en onge motiveerd als Rath gearresteerd was, zo is hij ook vrijgelaten. Niet lang daarna vertrekt hij samen met Duysings van Tjililitan naar Nederland, met een vals paspoort in de DC-7 Utrecht. Ze zijn bang om weer opgepakt te worden, maar het is voorbij. Op 7 december, om twaalf uur 's nachts belt hij bij zijn vrouw en kin deren in Tilburg aan. 'Nederland heeft ons niet terug kunnen geven wat we hebben verloren,' zegt Rath veertig jaar later en hij is nog een keer teruggegaan naar zijn geboorteland, in 1981Deze zomer zal de inmiddels tachtigjarige Rath weer een bezoek bren gen aan Indonesië. Als toerist natuurlijk. Tweeënhalve maand na Rath's vrijlating, werd tegen Jungschlager de doodstraf geëist. Maar voordat de uitspraak gedaan werd, overleed Jungschlager in zijn cel aan een hersenbloeding. Dat was op 19 april 1956. Ineens was het afgelo pen. Een halfjaar later werd Schmidt tot vijftien jaar veroordeeld. De overige Schmidt-arrestanten hadden nu geen functie meer en werden in de loop van het volgende jaar met zo min mogelijk ruchtbaarheid vrijgelaten. Indonesië had genoegdoening gekregen. Schmidt zelf volgde pas in maart 1959, na ruim vijf jaar gevangenschap. Als bron voor dit stuk gebruikte ik een 15 pagina's tellende verklaring die J.H. Rath deed voor de notaris J. van Eupen op 8 maart 1956 in Den Haag. Daarnaast sprak ik met de heer Rath op 13 februari 1996 in Tilburg. Ten slotte heb ik voor historische gege vens de helder opgebouwde en goed geschreven dissertatie van Hans Meijer geraadpleegd: Den Haag-Djakarta. De Nederlands- Indonesische betrekkingen 1950-1962. Utrecht, Het Spectrum, 1994 (Aula pocket), vooral pag. 419 t/m 574. H.C.J.G. Schmidt schreef een boek over zijn gevangenschap, getiteld: In de greep van Soekarno. Achtergronden van een proces tegen een Nederlander (Leiden 1961). Verder publiceerde H.C. Beynon het boek: Nederland staat terecht in Indonesië. Achtergronden bij de proces sen tegen de Nederlanders Jungschlager en Schmidt en anderen in Djakarta. RETOUR BANGKOK v.a1100,- RETOUR JAKARTA v.a1130,- RETOUR BALI (direkte vlucht) v.a1199,- Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM k Tel. 020 - 623 74 84 Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG Tel. 070 - 361 50 78 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 34