n aan Batavia
Door Albert Kessel
Mijn pleegvader bezat in Batavia een huis
aan de Jogjaweg nr. 30. Toen wij vanuit
Soerabaja naar Batavia verhuisden was
het nog verhuurd, dus namen wij onze
intrek in het Stationshotel op Kebon Sirih;
dit was in paviljoenvorm gebouwd.
Ik ging op school op de CAS aan
Koningsplein-Oost. De jongensschool lag
helemaal achter op het terrein tegen de
rivier, de Tjiliwung, aan. Te bereiken via
een straatje, Gang Batoe. Bij mij in de
klas zaten o.a. Jimmy Defares, Jan Elfe-
rinck, Jan Hilterman, Joeki Asikin en
Rudie Cohen. In het speelkwartier pro
beerden wij stenen naar de overkant van
de kali te gooien. Daar stonden loodsen
met zinken daken van het Militair
Hospitaal. De afstand was echter zo
groot dat het niemand lukte.
Na enige tijd konden wij ons huis aan de
Jogjaweg betrekken dat ingericht werd
met het uit Soerabaja meegebrachte
meubilair. De auto, een Chevrolet, was
ook meegebracht. Onze nieuwe chauf
feur, Sasmitawiria, was een echte
Soendanees. Sasmita bezat sawahs in
de driehoek Krawang-Tjikampek-
Poerwakarta, de rijstschuur van Java. Hij
had een Raleighfiets met drie versnellin
gen en veel chroom. Omdat ik zo'n saaie,
oerdegelijke Hollandse tweewieler
bereed, maakte ik vaak de blits met zijn
fraaie karretje als mijn pleegvader ver
zekeringen afsloot.
Ons huis lag vlak bij de Mampangweg,
hoewel twee straten verderop in de
Tegalweg de Ligthartschool stond - ook
een lagere school van de CAS - bleef ik
trouw aan Gang Batoe.
Wij hadden een dubbel perceel waarvan
alleen de ene helft bebouwd was. Er
groeiden al een gandaria-, ramboetan-,
kanarie- en een ficusboom. Mijn pleegva
der heeft toen het lege perceel beplant
met fruitbomen.
Onze eerste pelayan heette Asin, hij is
aan TBC overleden. Onze tweede pe
layan was Lihan; zij waren beiden echte
Orang Betawi, of beter gezegd Orang
Jakarta; alleen kenden wij die naam toen
nog niet.
West-Java, met uitzondering van
Bantam, is het woongebied van de
Soendanezen. Een apart volk met een
eigen taal en cultuur. Zij zijn veel vrolijker,
vrijmoediger en over het algemeen extro-
verter dan de Javanen uit Midden- en
Oost-Java. Mijn pleegvader, hoewel in
Met pleegouders en nicht in de plantentuin te Bogor
Mr. Cornelis geboren, verstond geen
Soendanees. Als ze tegen hem zeiden:
'Semoehoen joeragan' begreep hij niet
dat ze bedoelden: 'Saya toean'.
De Jogjaweg leidt van de Mampangweg
naar boven langs een cavalleriekazerne
naar het Burgemeester Bisschopplein,
waar o.a. het Italiaanse consulaat, de
Nassaukerk en de Vrijmetselaarsloge
gelegen zijn. Achter het logegebouw lag
het Logeplantsoen. De Indonesiërs
noemde het gebouw Rumah Setan.
Ook in Batavia was er een Hoengkwéhuis
en liepen er Madoerese satéverkopers
met belletjes aan hun pikoelan. Chinezen
ventten met bakpao waar een sausje bij
geserveerd werd.
Hoewel ik dol ben op doerèn kan de
Bataviase tjempedak mij niet bekoren; de
geur is nog zoetiger en doordringender
dan van doerèn. In Soerabaja komt tjem
pedak niet voor. Batavia is vooral bekend
om zijn gado-gado betawi met of zonder
lontong.
Verder was er in Batavia Artic-ijs; es lilin
(ijslolly) in verschillende smaken: choco
lade met stukjes kenarie, klapa-poean en
zowaar Tjempedak-ijs was er te krijgen.
Zwemles aan een hengel kreeg ik in het
Tjikini zwembad.
Na de oorlog was het niet meer als
zwembad in gebruik. Er werden toen ver
gaderingen en fuifjes gehouden. Het
zwembad Manggarai bestond nog wel; ik
heb er na de oorlog schoolzwemmen
gehad.
Bij de geboorte van prinses Irene was er
natuurlijk weer een optocht en wel op het
Waterlooplein. Hiervan is mij vooral bijge
bleven een peloton Ambonezen met in de
linkerhand hun karabijn in de aanslag en
in de rechterhand een getrokken kle
wang. Om de hals een rode zakdoek.
Een voorbode van de naderende oorlog?
Er werd druk met oranje en rood-wit-blau-
we vlaggetjes gezwaaid. Toen ik Sasmita
vroeg of hij geen vlaggetje moest heb
ben, zei hij: 'Ik zwaai hiermee' en hij haal
de een groene zijden zakdoek te voor
schijn. Hij was dus óf een Soendanese
nationalist (de vlag van de latere Negara
Pasundan was groen-wit) óf een gelovig
islamiet (groen is de kleur van de islam)
óf beide.
Middenin een woonwijk, in de
Tjilatjapweg - een zijstraat van de
Mampangweg - lag het Departement van
Onderwijs en Eredienst. Later werd dit
26