r door J.A. Stolk, huisarts Over pijn en pijnbestrijding 19 OP UW GEWONDHEID En over opiaten en derivaten daarvan. Derivaten van opiaten zijn morfine-achti- ge stoffen - en het fobisch gedachten- goed van artsen en apothekers, welke in de huidige medische artikelen en - publikaties de morfinefobie van bovenge noemde lieden heet. Niemand, voorzover ik weet, is ooit tot het formuleren van een definitie over de pijn gekomen. Over het wat, waarom en hoe van zo'n gevoelssensatie. Toen ik onze oudste dochter - een jaar of vier, vijf, zal ze toen geweest zijn - vroeg: 'Waar is die pijn en wat doet er zo'n pijn, doet je buik pijn, heb je pijn in je buik, doet je hoofd pijn of heb je pijn in je benen?' Vraag een ziek kind wat er pijn doet, dan krijg je in negen van de tien keren hetzelfde antwoord: 'Buikpijn!' Onze Madelein echter, mij met grote koortsige ogen aankijkend, zei verwijtend over zoveel onbegrip en nog groter onbe nul: 'Alles doet heel auw!' terwijl dikke tra nen over haar wangen rolden. Dat nu is volgens mij, en nog steeds denk ik er zo over, de definitie van pijn: 'Een klagerig en bozig auw, plus dikke tranen.' Pijn kan het gevolg zijn van allerlei oorza ken. Over het wat en waarom en hoe zijn dikke medische- en fysiologische en psychologische (leer)boeken geschreven. Maar een definitie, nooit dat gelezen of in discussies daarover gehoord. In mijn Indische jeugd bij het kedongdong- of mangga gappen uit de tuin van de buren, viel je wel eens uit de boom, omdat de tak waar je gulzige gapperigheid je naar toe had gebracht, niet berekend was op je gewicht. 'Ajoh toch, kom vlug, kom, met de allemalen weg', werd er door je vriendjes geroepen en die ene, die bij jou was blijven staan, omdat hij toch wel bezorgd was over je wel en wee en jij niet durfde te grienen om de pijn in je rug en in je benen, werd tot groter spoed gemaand met de opmerking: 'Als niet roepen auw en niet huilen, niet erg!' Zo zie je maar: Pijn is - axiomatisch, zo kan je dat gerust stellen - auw met huilen (of met dikke tranen)! Veel later als dokter, niet zo goed begrij pend of wetend waarom en luisterend naar het klagerig en huilerig gesteun en gejammer van de patiënt, heb ik, zo denk ik, onbewust gehandeld volgens die definitie, zo kort en bondig geformuleerd onder de manggaboom van de buurman, nu met een kleine modificatie: Als wel auw, plus huilen, wel erg! Meestal was ik (daarom?) eerder en snel ler bereid tot het geven en voorschrijven van pijnstillende medicatie. Pijn is - zo heb ik vaak erover gedacht - in het Nederlands/calvinistisch denken ons van HOGERHAND opgelegd en een mens moet en kan en mag niet in die ZAAK ingrijpen! Pijn zo lijkt het wel eens, is een 'heilige zaak', een heilig goed! Artsen met een dogmatisch geloof en het personeel in ziekenhuizen met een der gelijke overtuiging lijken te handelen met de kortzichtigheid en het gevoelloze egoïsme van: Wat niet (zelf) weet of voelt, dat kan nooit zo erg zijn. Meestal betreft het - ook dat nog zou je er bij kunnen denken - zeer bekwame en deskundige artsen en evenzo kan dat gezegd worden van het ziekenhuisperso neel. Maar, en altijd is er wel een maar en meestal slaat zo'n maar, in het alge meen gesproken, op niets. Bijvoorbeeld het gezegde: Wacht u voor de Griek, die geschenken brengt! Wanneer zeg je dat en waar kan het eventueel op slaan? In de kwestie van die ziekenhuizen en die (bekwame) artsen zou een variant van bovengenoemd gezegde kunnen luiden: Wacht u voor de dokter met een overtui ging en principes. Toch lijkt mij dat een goed advies en 'iets' om te onthouden. Ondanks het feit dat ik medicus ben - of wellicht was dat juist de reden - werd mij in het ziekenhuis waarin ik lag pijnstilling onthouden omdat de diagnose (nog) niet bekend was en alles wat ik te zeggen had - met hard roepen 'auw' en grienen - was aan dovemans- over gesproken. Dat dagenlang pijn hebben en al die medische argumenten die mij oh, zo bekend in de oren klonken, werden mij een duivelse nachtmerrie. Maar ik mag en kan (nog steeds) recep ten schrijven en dus was een ampul mor fine en een injectie-spuit voor mij bereik baar. 'Kijk', zei een ieder in het ziekenhuis, die met mijn ziekbed te maken had, 'zie je nu wel; het valt op den duur toch wel mee, die pijn.' Glazig uit de ogen kijkend en wat traag sprekend, antwoordde ik: 'ja hoor, jawel, gaat wel' en ik durf er wat onder te ver wedden dat zij allen toen gedacht heb ben: 'zal wel door de pijn komen, hij is zo anders.' Het is geen verwijt van mij aan het zie kenhuispersoneel en ook wil ik niet 'lollig' doen over mijn onprofessioneel gedrag, maar ik kon echt niet anders en daarbij, ik ben oh zo kleinzerig, gewoon dat, maar pijnlijden is de hel met de helhonden kna gend aan je lijf! Later heb ik een aantal mensen gespro ken die net als ik veel pijn hadden gele den en die pijn werd - evenals dat bij mij is gebeurd - met morfine bestreden. 'Je voelt als het ware de pijn je lichaam verlaten. Door je armen en je vingers, via je benen en tenen en uitje hoofd. Ik was zo gelukkig!' Welaan die ervaring heb ik evenzo gehad en niemand hoeft om welke reden dan ook langdurig ondrage lijke pijn te lijden. Geen enkele arts mag en kan dat toelaten. 'Unforgettable' zong Nat King Cole, maar hij had het over zijn lief en niet over pijn. Maar pijn weg, is mij een lief ding. Pijn 'zit' zo zou je kunnen stellen, opper vlakkig. Ik bedoel daarmee dit: Zogenaamde eerste graads brandwon den, waarbij enkel de huid is wegge- schroeid of weggebrand, bezorgen de gewonde buitengewoon veel pijn. Is er ook dieper gelegen weefsel verbrand, dan spreekt de dokter van een tweede- of derdegraads verbranding. Hoewel ernsti ger van aard, medisch gezien, dan de oppervlakkige verbranding, is de pijn een stuk minder dan bij de eerste graads ver brandingen. Pijnvezels, de pijnreceptoren van ons centraal zenuwstelsel, zitten vlak onder de huid. Daarom is op de plaats van de weggebrande huid, zeker bij grote oppervlakten, de pijn bijna ondragelijk. Dit verklaart ook dat de pijn bij diepere ver- brandingswonden een stuk minder is, althans in vergelijking met pijn bij de eer ste graads verbrandingswonden. Ook de pijnvezels zijn dan weggebrand. In de vliezen, die de botten en de gewrichten omkleden, zijn vele en vele pijnreceptoren te vinden. Ook in het 'grote net', het peritoneum, welke de buikholte bedekt, zijn een overvloed aan

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 19