der die extra aanduiding van zekerheid erbij. Hierboven heb ik al aangegeven dat het boek bovenal een mooi plaatjesboek voor mij is. Ik wil dan ook niet nalaten aan te geven welke schilderijen tot mijn persoon lijke favorieten behoren. Het werk waarbij Le Mayeur veel geel gebruikt, spreekt mij minder aan dan zijn oeuvre waar warme rose en rode tinten domineren. De schil derijen van de grote vrouwen, die beeld- vullend op het doek zijn aangebracht, vind ik prachtig en krachtig (zie pag. 62, 72 en 77). Bij de vrouwen van Tahiti is zonneklaar dat hij zich qua compositie heeft laten inspireren door Gauguin. Maar hij geeft er een eigen invulling en eigen kleuren aan. De auteurs laten zich over de invloed van Gauguin op het werk van Le Mayeur niet stellig uit. 'Het is mogelijk dat Le Mayeur beïnvloed is geraakt door Gauguin', zeggen ze op pag. 52. Is dit niet overduidelijk het geval? Van de mid delbare school staat het werk van Gauguin mij nog goed bij. Kijkje naar de vrouwen van Tahiti van Le Mayeur, dan weetje gewoon zeker dat Gauguin als inspiratiebron heeft gediend. Ook ben ik het niet met de schrijvers eens als ze - doelend op de vrouwen van Tahiti - vermelden dat de 'grote, dikke figuren wat grof en onelegant aandoen' (pag. 74). Ze laten zich hierbij naar mijn idee te veel leiden door het westerse schoonheidsideaal van rank en slank. Polynesiërs zijn in het algemeen groot, vlezig en gevuld. Le Mayeur heeft de essentie van deze mensen in zijn schilde rijen wat mij betreft goed getroffen. Voor mij spreekt een dromerige, tedere sfeer uit de schilderijen. En hoewel ik me kan voorstellen dat de gedrevenheid van Le Mayeur, althans voor zijn model(len), ook kwalijke kanten moet hebben gehad (urenlang stil zitten in de zon en dergelij ke), kan ik hem ronduit bewonderen om de manier waarop hij de vrouwen in het (tropische) licht vereeuwigde. Een ode aan het pure en het vrouwelijke, zo wil ik het noemen. Voor mij is Le Mayeur dus meer dan 'een schilder van licht en kleur', zoals hij altijd wordt genoemd. Spreekt het werk uit de oorlogsjaren en vlak daarna mij aan door zijn kracht - donkere kleuren op 'grof materiaal als palmvezel, bij gebrek aan papier, een stemmige sfeer (bij het zien van de don kere portretten dringt een vergelijking met Rudolf Bonnet zich op) - het werk uit zijn zogenaamde tweede Balinese periode doet mij minder Hij vervalt qua composi tie in herhalingen, de figuren worden klei ner, de details uitbundiger en de ruimte wordt overdadig (overdecoratief) gevuld met bloemen en planten. In mijn ogen is de sfeer onwerkelijk, in ieder geval niet Balinees. In de inleiding (pag. 5) zeggen de auteurs dat het werk van Le Mayeur wordt gekenmerkt door veel verf, grof en pasteus aangebracht. Dit geldt dus beslist niet voor zijn oeuvre uit zijn zogeheten tweede periode op Bali. Zijn werk staat dan bol van de details en de grove pen seelstreken zijn ver te zoeken. Bij het lezen van sommige filosofische mijmeringen uit de brieven van Le Mayeur ben ik doordrongen geraakt van zijn gedrevenheid en zijn passie voor het schilderen en zijn gevoel van afhankelijk heid van het licht. 'De geheimzinnige charme van het Oosten houdt me in een onzichtbaar web gevangen. Ik ben in de ban van het warme gouden licht en tel kens als ik me daarvan verwijder voel ik me teneergeslagen.' Hij is zo afhankelijk van de lichtval dat hij zegt wanhopig en woedend te worden (pag. 86), wanneer het effect van het zonlicht voorbij is. Ook is als interessant gegeven mij bijge bleven dat Le Mayeur voor zijn tijd erg op de commerciële tour was. Zijn broeders in de kunst spraken er zelfs schande van, 'hogere' kunst en laag-bij-de-grondse commercie zijn immers niet te combine ren? Maar Le Mayeur trok zich weinig aan van de Indonesische en Europese schilders van Sanur en Ubud. Pollok, zijn vrouw, beweerde anders. Wat ze dan beweerde en waarom, wordt uit de tekst verder niet duidelijk. Jammer, hierover had ik iets meer willen weten. Eigenlijk heeft Le Mayeur de toon gezet voor wat nu op Bali heel gewoon is. Zowel binnen landse als buitenlandse kunstenaars trek ken publiek en zetten ze op een subtiele manier aan tot het kopen van kunstwer ken door middel van voorstellingen, per formances of fraai ingerichte galeries. Gesponsored door o.a. de KPM (Koninklijke Paketvaart Maatschappij) entertainde Le Mayeur de mensen en onthaalde ze op heerlijke maaltijden en Balinese dansen. In de meeste gevallen verlieten de gasten het huis in Sanur met als 'souvenir' een tekening of een schilde rij van Le Mayeur onder de arm. In Moesson 26/9 (1 december 1981) staat een verslag van mensen die in 1952 een dergelijk evenement hebben meege maakt. Natuurlijk gaat het boek over Le Mayeur, maar de rol van zijn vrouw Ni Pollok wil ik hier nog eens benadrukken Want zou hij zoveel hebben kunnen produceren en zo succesvol zijn werk hebben kunnen ver kopen zonder het aandeel van zijn vrouw Pollok, die het opbracht om urenlang in de brandende zon voor hem te poseren. Exposities in het buitenland (Singapore en Maleisië) zette zij luister bij door graci euze, Balinese dansen. Zij toont zich zeer menselijk door zich een keer te laten ont vallen dat haar aandeel in het succes van Le Mayeur volledig over het hoofd wordt gezien Pollok gaf haar kinderwens op omdat Le Mayeur niet wilde dat ze haar mooie figuur kwijt raakte. Hij verwachtte van Pollok wat hij van zichzelf verwacht te: een leven gewijd aan de kunst en het schilderen. Ik stel me voor dat dit voor Pollok een enorm offer geweest moet zijn. In haar memoires openbaart ze dat ze er soms genoeg van had, maar dat ze zich toch schikte naar hem. Pollok, van huis uit een legong-danseres, was in ieder geval voor de oorlog het gezicht van Bali. Intussen is ze tot een soort mythe geworden, maar kijkje naar de portretten waarop ze vereeuwigd is, dan kun je niet anders dan toegeven dat ze het toon beeld was van vrouwelijke gratie en schoonheid. Maar dan heel distinct en puur, haar ontblote bovenlijf had niets te maken met vertoon van sexualiteit of ero tiek. Misschien verbeeldt zij wel de puur heid van de Balinese vrouwen, zoals ze werden aangetroffen op het eiland Bali vóór het massatoerisme, toen het door buitenlanders terecht paradijselijk werd genoemd. Steeds meer mensen raken geïnteres seerd en gefascineerd door het werk van Le Mayeur. Zijn schilderijen brengen op veilingen in Nederland, België en Singapore aanzienlijke bedragen op. De bekende Indonesische schilderes Diany Asmina Sinung, woonachtig in Sanur/Bali, zet zich er voor in om de schilderijen in het Le Mayeur Museum (het voormalige woonhuis van de schilder) te restaureren. Zij is bang dat er van de schilderijen in het museum slechts een bergje stof over blijft als er niet snel fondsen komen. Haar idee is om op de plek waar Le Mayeur zijn Balinese levensgezellin Ni Pollok tientallen malen op doek vereeuwigde een schilderij te maken van Ni Wayan Sukerti, topmodel van Bali en vriendin van Diany, die exclusief voor haar poseert. Sukerti heeft natuurlijk een ander gezicht dan Pollok, maar zij zal wel in een voor Pollok kenmerkende pose worden afgebeeld. Wanneer het schilderij af is, zal het in het buitenland op een topkunst- veiling worden geveild. Het is de bedoe ling dat de helft van de netto-opbrengst naar het museum gaat, als startkapitaal voor de restauratie van de schilderijen van Le Mayeur. Drs. Inge E. Oosterman 1880 1958 Adrien Jean Le Mayeur de Merprès, Painter- Traveller/Schilder Reiziger. Auteurs: Jop übbens en Cathinka Huizing. Tekst: Nederlands/Engels. Picture Publishers Art Books, Wijk en Aalburg in samenwerking met het veiling huis Christie's Amsterdam, 1995. 204 pagina's, 300 afbeeldingen. Prijs: 325,— ISBN nr. 90 73 187 222. 24

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 24