Edgar Regensburg: IndischLeuk, meer niet.' moessQn Edgar Regensburg (33) is de laatste Indische jongere die Riny Boeijen in deze serie inter views aan het woord laat. Met zijn vrouw Dorieke woont hij in Bennekom. Edgar is enig kind, heeft Indische ouders en is rijks ambtenaar van beroep. Edgar is bruin van buiten, maar (bijna) blank van binnen. Een kleurverschil waarvoor hij zich tijdens ons gesprek een paar keer excuseert. Een eerlijke jongen die zijn verhaal moeiteloos vertelt zonder emoties en met een Hollandse nuchterheid. Gedeeltelijk verhollandst Mijn moeder is geboren in Bandung en opgegroeid op Timor. De wieg van mijn vader stond in Surabaya en hij is grootge bracht in Malang. Indische ouders die in 1952 naar Nederland zijn gekomen. Ik heb de indruk dat mijn ouders destijds bij de repatriëring blij waren dat ze weg konden uit het voormalig Nederlands- Indië. Ik heb tenminste nooit gemerkt of gehoord dat ze het erg vonden om naar Nederland te gaan. Traumatische ervarin gen of heimweegevoelens heb ik niet kun nen bespeuren. Ik denk ook dat de drei ging uit de Bersiaptijd al vóór de oorlog merkbaar was. Na de lappen werd die alleen maar erger. Een jarenlange dreiging maakt een gedwongen vertrek eenvoudi ger. In zo'n land zou ik ook niet meer willen wonen. Als in Nederland een soort gelijke situatie ontstaat, vertrek ik. In feite hadden mijn ouders nog het geluk dat ze een land hadden waar ze naartoe konden gaan. Een vaderland. Ik heb me weieens geprobeerd voor te stellen hoe het zou zijn als ik bijvoor beeld naar Amerika zou emigreren. Ik weet bijna zeker dat ik dan een Hol landse club zou opzoeken om de laatste nieuwtjes te horen en Nederlands te kunnen praten. Mijn ouders waren voor een gedeelte al verhollandst. Een proces dat werd versterkt doordat ze geen Maleis mochten spreken. Aan de andere kant denk ik dat er toch sprake was van een cultuurschok toen ze hier aankwamen. Nederland was niet zoals ze het zich had den voorgesteld. Ze werden bovendien gediscrimineerd. Het is niet zo dat ze mij dat ooit hebben verteld, maar ik denk wel dat het zo is. Mijn ouders hebben mij bewust een I lollandse opvoeding meege geven, omdat ze wisten dat ik het anders heel moeilijk zou krijgen. Het verbaasde mij toen ze me dat vertelden. Ik was ervan uitgegaan dat mijn ouders daar nooit over nagedacht hadden. Ik kan me nog herinneren dat ik een keer huilend thuiskwam omdat een jongen me had geslagen. Mijn vader gaf me een stuk hout en stuurde me de straat weer op om verhaal te gaan halen. Ik denk dat wan neer hij zijn Indische hart had gevolgd, hij een gesprek was aangegaan met de ouders van die jongen en me niet had terugge stuurd om het uit te vechten. Ik herken in mijn vader ook niet de strenge Indische vader waar veel mensen het over hebben. Hij had hooguit de neiging om als hij thuiskwam, te vergeten dat hij niet meer op zijn werk was. Dan kon hij weieens commanderen. Maar als mijn moeder hem erop wees dat hij niet in de kazerne was, verdween die houding. Toch hebben mijn ouders me ook Indi sche normen en waarden meegegeven: je brengt mensen niet in verlegenheid en je dient respect te hebben voor ouderen. Tot mijn twaalfde heb ik altijd een Hol lands vriendje gehad. Daarna gingen we verhuizen en kwamen we in een buurt terecht waar ook Indische families woonden. Toen kreeg ik ook Indische vriendjes. Ik heb in de keuze van mijn maatjes nooit onderscheid gemaakt: Hollands of Indisch, ze waren me even lief. Enig verschil in de sfeer of omgang bij Hollandse of Indische gezinnen was er nauwelijks. Behalve het eten natuurlijk. Voor het overige vond ik het bij Hollandse mensen net zo gezellig als bij mijn Indische vriendjes. Ie kon er óók lekker spelen. Ondanks de Hollandse sfeer waarin ik ben opgegroeid, herken ik in mijn omgeving wel enige typisch Indische kenmerken. Ook een paar dingen bij mezelf. Tokeh tolin bijvoorbeeld, een olieachtige vloeistof die ik vroeger van mijn moeder kreeg. Ze druppelde het op een suikerklontje, dat ik vervolgens moest opeten. Het geurde naar menthol en werd ook gebruikt als je verkouden was. Ze smeerde er dan mijn borst mee in. Koffie toebroek, ook zoiets. Ik vind het zelf heerlijk en drink het ook in Nederland. Aan de andere kant kun je je afvragen of die manier van koffiedrinken nou zo typisch Indisch is. In Turkije heb je soortgelijke koffie. Verder de botol cebok uiteraard en de koempoelans zijn natuurlijk Indisch. Op de koempoelans van mijn ouders viert gezelligheid de boventoon. Er wordt veel gelachen en de verhalen zijn doorspekt met humor. Verhitte discussies zoals ik die weieens met mijn Indische neef heb, vinden er niet plaats. Toch wil ik de sfeer niet opper- 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1996 | | pagina 18