ORIENT TRAVEL
moessQn
kraton en hij vroeg de koning te spreken.
De lijfknechten keken hem wantrouwend
aan. Wat moest deze vreemde jongeman
met zijn spitse gezicht en gescheurde
kleren van de koning hebben? Geen van
hen dacht er dan ook aan om aan zijn
verzoek te voldoen. De koning had boven
dien uitdrukkelijk verboden hem in zijn
gebed te storen. Hij had zich sinds de
dood van zijn beminde echtgenote opge
sloten.
Doch Witte Muis, die zich nooit van zijn
plan liet afbrengen, liep pardoes de kra
ton in en ging ook het bidvertrek van de
vorst binnen. De koning, die verdiept was
in het gebed, merkte eerst niets van het
binnentreden van Witte Muis, totdat die
hem aanstootte. Eerst was hij geschrokken
door het gedrocht dat plotseling voor hem
stond. Spoedig echter had hij zich her
steld en hevig vertoornd over het drieste
optreden, riep hij zijn lijfwacht. 'Grijp die
onverlaat en laat hem hetzelfde lot onder
gaan als die andere misdadiger!' 'Wat?
Wilt u mij een kop kleiner laten maken?
Ondankbare! Ik wilde de koningin gene
zen. Niemand die haar genezen kan dan
ik,' riep Witte Muis. Nu kende de woede
van de vorst geen grenzen. 'Deze jongeling
durft met mij te spotten? Wil hij mijn
dierbare overledene honen? Zijn straf zal
zwaarder zijn. Werp hem in de vijver der
heilige krokodillen. Deze dieren zullen
hem wel verslinden, na hem eerst ver
scheurd te hebben!'
Toen de krijgers hem omsingelden, bleef
Witte Muis kalm, maar toen ze dicht ge
noeg genaderd waren, paste hij weer zijn
eigenaardige vechtmethode toe: hij
stormde er met strakgespannen buik op
los. De strijd was snel gestreden: het
duurde niet lang of Witte Muis stelde de
een na de ander buiten gevecht.
De koning was hierover ten zeerste ver
baasd. Zijn lijfwacht, de keurtroep van
zijn soldaten, verslagen door deze armoe
dige en onnozel uitziende jongeman?
Zoiets was hem nog nooit overkomen!
Hij keek hem eens goed aan. Er was iets
aan Witte Muis dat hem verwonderde.
Deze deed evenwel of er niets bijzonders
was voorgevallen en hij vroeg de koning:
'Nu, wat zeg je ervan? Mag ik nti de
koningin genezen ')e weet niet wat je
vraagt. Heb je dan niet gehoord dat mijn
gemalin gestorven is?' 'la, wat weet ik.
Maar ik weet haar ook nog tot leven te
brengen, gelooft u me maar.' ')e kunt toch
geen dode genezen?' 'Laat mij mijn gang
gaan. Ze zal weer leven en dan genees ik
haar oogziekte.' 'Weet je wie je voor je
hebt. Ik ben Pringodjati, koning van
Soewoeloengan. Ik ben iemand die nooit
zijn woord breekt. Ik beloofde degene die
mijn vrouw genezen kon mijn halve
koninkrijk en mijn oudste dochter Intan
Biroe tot vrouw. Maar toen leefde de
koningin nog. Wat moet ik toch van je
denken. Je bent öf gek, of een wonderdoe
ner, öf een oplichter. In het eerste geval
zal ik je naar het gekkenhuis laten breng
en, in het tweede geval zal ik je rijkelijk
belonen, maar in het laatste geval zal je
straf verschrikkelijk zijn. Bedenk je dus
maar goed voor je een besluit neemt.
Het mijne is onherroepelijk. Daar mijn
gemalin overleden is, zal je haar niet meer
kunnen genezen. Ga dus heen!' 'Heer
koning, geloof mij toch. Ik blijf erbij de
koningin weer tot leven te kunnen breng
en en daarna haar ogen te genezen.' 'Als je
zo zeker van je zaak bent, beproef het dan
maar, maar je weet wat ik je gezegd hebt,'
zei de koning.
Witte Muis werd toen naar de lijkbaar van
de vorstin geleid, waar hij zijn tjindé
soetra (zijden shawl) te voorschijn haalde.
Hij streek ermee over het lichaam van de
vorstin. En zie, het wonder geschiedde.
Langzaam kwam de koningin overeind en
ze riep vorst Pringodjati en haar dochters
Intan Biroe en Intan Kenanga bij zich. Vol
blijdschap, met tranen van geluk, omhels
den ze de vorstin, die echter nog steeds
blind was, Nu verzochten ze Witte Muis
haar ziende te maken, wat hij dan ook
deed. Hij streek haar driemaal met zijn
tjindé soetra over de ogen en ze was vol
ledig genezen.
Allen bedankten hem vol vreugde. 'Nu
mijn beloning', zei Witte Muis, Intan
Biroe moet toch met mij trouwen?' Daar
voelde de prinses niet veel voor, want ze
had haar zinnen gezet op Moentajib, die
veel mooier was. Dit gaf ze haar ouders te
kennen, doch toen ze over haar liefde
voor de ter dood veroordeelde hoorden,
wilden ze er niets van weten.
Toen Witte Muis vernam, dat Moentajib
degene was voor wie het schavot op het
plein was opgericht, vertelde hij over
diens verwantschap met hem en vroeg
gratie voor hem aan. In zijn grote blijd
schap over de genezing van de koningin,
willigde de koning maar al te gaarne dit
verzoek in.
Zo werd Moentajib uit de gevangenis
gehaald en voor hem geleid. Hier werd
hem verteld aan wie hij zijn bevrijding te
danken had. Moentajib was zeer ontroerd
over de goedheid van Witte Muis, die toch
meermalen door hem bedrogen was.
Maar Witte Muis was niet haatdragend en
hij vergaf zijn broeder alles.
Nu kwam ook het huwelijk van Witte
Muis met Intan Biroe weer ter sprake.
De prinses weigerde echter ten stelligste
hierin toe te stemmen. Ten einde raad
bood de koning hem zijn tweede dochter,
Intan Kenanga, aan. Deze verklaarde zich
bereid haar vaders koninklijk woord ge
stand te doen en daar Witte Muis er ook
niets op tegen had, bespraken ze de dag
van het huwelijk.
Moentajib vroeg nu de hand van Intan
Biroe, waarin koning Pringodjati toe
stemde. In de vooravond van zijn huwe
lijk gebeurde er nog een wonder. Door de
goedheid van Witte Muis bewogen, had
den de goden medelijden met hem en
werd hij veranderd in een mooie jonge
ling, veel schoner nog dan Moentajib.
Wat was het volk verheugd dat hun beide
prinsessen nu elk een mooie man zouden
trouwen!
Het dubbele huwelijk werd met luister
rijke feesten gesloten. Het koninkrijk werd
in tweeën gedeeld. Over de ene helft
heerste Witte Muis met Intan Kenangan,
als koning en koningin. Over de andere
helft regeerde Moentajib met zijn gemalin
Intan Biroe.
E.H. Neijendorff-Guittet
ANVR
RETOUR BANGKOK v.a. 935-
RETOUR JAKARTA v.a. 1356-
RETOUR BALI v.a. 1559-
RETOUR DELHI v.a. 1090-
RETOUR AUSTRALIË v.a. 1299-
/t^Ci
Singel 486 - 1017 AW AMSTERDAM yj^j/
Tel. 020 - 623 74 84 sgr
Laan van Meerdervoort 291 - DEN HAAG
Tel. 070 - 361 50 78
16