moessQn Het was vermoeiend manoeuvreren voor de stuurman. De mantri's lieten het graag aan de dokter over, want ze voelden zich niet erg zeker van hun zaak met 'ikoet ombak'. Toen ze zes vissen hadden gevangen, liet de dokter |ob stoppen met vissen. Vier vissen zou hij later aan de kepala kam pong geven en de andere twee zouden ze zelf oppeuzelen. Toen ze de kampong dicht genaderd wa ren, zagen ze dat het afnemende water hun nog voldoende hoogte had overgela ten om tot aan het steigertje van de pasanggrahan te kunnen komen. Snel laadden ze de prauw uit en maakten deze vast met een lange lijn aan de meerpaal van het logeerhuis. Twee uur na aankomst was het rif droog gevallen en lag de prauw veertig meter ver. Vanaf de open galerij van zijn onderkomen kon de dokter zien dat overal in het laagstaande water zee sterren lagen van verschillende kleur; som mige waren fel-oranje. 'Die zal ik later, na de poli, eens gaan bekijken,' besloot hij. De vier vissen waren in dank aangenomen en als tegenprestatie werd er een sisir pisang gebracht en enkele taroknollen. Alles was intussen klaargemaakt voor de polikliniek. Een oude tafel werd gedekt met een schone sarong. Daarop lagen de stethoscoop, het reflexhamertje en de oor- spiegel. Frederik had een krakkemikkige stoel voor de dokter weten te vinden. In het huis van de kepala was gelegenheid om vrouwen wat nader te onderzoeken, indien nodig. De dokter zorgde echter altijd, dat een andere vrouw meeging. Echt gynaecologisch onderzoek deed hij in de kampong nooit, dat was taboe. Door ondervraging kon hij toch veel te weten komen, maar ook de intiemere vragen werden onder zes ogen gedaan. De eerste tien patiënten hadden allen sakit demam en batoek, koorts met hoes ten dus. Er waren zes kinderen bij, die allen een stevige bronchitis hadden met aanwijzingen naar beginnende longontste king. De mantri moest ze maar een hoge dosis penicilline geven en morgenochtend nog eens. De volgende middag zou hij hen nog eens beluisteren. De volwassenen kwamen met allerlei vormen van huid ziekten, waaronder veel cascado, een ring vormig soort schimmel, die prachtige wit te schilfers liet zien op de donkere huid. Een van de vrouwen had een verdachte, lichte vlek op de rug, waarvan het cen trum minder gevoelig was. Waarschijnlijk een T-vorm van lepra, dacht de dokter. Hij liet Job de naam van de vrouw in het namenregister van deze kampong opzoe ken. Daar zag hij dat zij behoorde tot een huis waarvan de hoofdbewoner lepra had en reeds lang 'zoek' was. Zelf had de dok ter hem nooit gezien; bij de registratie voor framboesia het vorig jaar was hij ook absent geweest. Hij zou wel ergens in een verre tuin wonen. De dokter liet de kepala even bij zich komen en ondervroeg hem over de leprapatiënt, maar het gesprek vlotte niet erg; de kepala wilde er liever niet over spreken. Job opperde, dat de leprapatiënt misschien een broer van de kepala was en eigenaar van uitgebreide tuinen. Wanneer hij naar een leprozerie zou worden gezonden, zou er waarschijn lijk ruzie ontstaan over het beheer van de tui nen. Nadat de dokter dit verhaal overwogen had, kwam hij overeen met de kepala dat deze zou proberen de man aanwezig te laten zijn wanneer de dokter, op de terugweg naar Kaimana, weer even langs zou komen. Ondanks de verzeke ring van de kepala wist de dokter dat de kans miniem was dat hij de man te zien zou krijgen. Frederik kwam aanlopen met een hinken de jongen van een jaar of tien. Zijn rech terbeen vertoonde een groot verbrandings litteken aan de achterzijde van de knie, waardoor het onderbeen tegen het boven been was opgevouwen. De jongen kon zich er goed mee behelpen, maar aan de moeder werd gezegd dat zij het kind maar eens naar Kaimana moest brengen. Misschien kon de marinechirurg die eens per half jaar langskwam er iets aan doen. Men vertelde, dat z'n hobby plastische chirurgie was. Na de polikliniek werd afgesproken dat de volgende morgen het bevolkingsonder zoek zou plaatsvinden, de dokter zou dan iedereen nakijken volgens een vaste proce dure. Ja ja, dat wisten ze nog van het vorig jaar... Ze schenen het een feest te vinden, want er werd druk over gepraat en gela chen. Na de avondrijst zou de dokter dia's vertonen en ook die mededeling bracht de gemoederen tot vrolijke onrust. Na de sloffen uit te hebben gedaan, daal de de dokter het wankele trapje van de pasanggrahan naar het drooggevallen rif af. Gelukkig lagen er grote plekken zand tussen de karangstukken en hij hoefde dus niet te vrezen voor het openstoten van z'n voeten. Wat een weelde aan zeedieren! Behalve zeesterren zag hij honderden kreeftjes en visjes en vele zeekomkom mers. Deze laatste werden door de meege komen jongetjes meegenomen. Job had intussen de maaltijd klaargemaakt en Frederik had de dia's op volgorde ge legd. Na een gezellige serie zou een les volgen over tbc, framboesia voor en na penicilline, lepra en worminfecties. De marine-dia's oogstten veel succes en veroorzaakten grote hilariteit, omdat velen zichzelf herkenden en herkend werden. Vooral de angstige gezichten en grimassen die men had getrokken tijdens de penicil- lineprik tegen framboesia, konden reke nen op bijna hysterisch gierende lachbui en. Tijdens het meer educatieve deel van de vertoning was de menigte wat stiller, totdat de dokter een dia liet zien van een spoelworm en daarbij vertelde, dat dat beest in de darmen kon zitten van kleine kinderen. Een luid gejoel klonk op en een van de volwassenen vertaalde voor de dokter dat men hem niet geloofde, want wat daar op het doek te zien was, was zó groot dat het onmogelijk in een kind kon groeien... Ja ja, die opmerking had hij vaker gehoord. Ze accepteerden gemakke lijk een verkleind beeld op het scherm, bijvoorbeeld van een persoon of een kam pong, maar een vergroot beeld van iets dat in je moest kunnen leven, dat ging er niet in. Zelfs als ze door de microscoop mochten kijken, begrepen ze het niet zo goed, hoewel ze het kijken door een loupe soms heel gewoon vonden. De volgende avond zouden ze in een kampong aan de Etnabaai dezelfde rou tine volgen, als ze daar tenminste op tijd zouden aankomen. Er was een stevige wind komen opzetten vanuit zee en als dat zo bleef, zouden ze geen vaart kunnen maken met de prauw. Voor rollers was de dokter niet bang maar als ze schuimkop pen kregen, dan werd het hem toch te gortig. De kans dat de prauw dan vol zou raken met water was niet denkbeeldig. )an Kleevens De bevolking stroomt toe voor poliklinisch onderzoek, (foto: A.A. Koster) 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 34