Noten en opmerkingen: Het Antjolkanaal liep destijds van de monding van de Tjiliwoeng in oostelijke richting naar Tandjoeng Priok. Glasan (glastouw) is met fijngestampt glas of amarilpoeder g prepareerd sterk garen, dat gebruikt werd bij het vliegervech- ten. Dat ijzersterke garen was te koop in klossen van 500 of 1000 yards, maar werd soms ook uit moeders naaidoos geleend! Tawes is een zoetwatervis die nog het meest op brasem lijkt. Gaboes is een tot vijftig centimeter lange zoetwa tervis met een langgerekte vorm, een geduchte rover, maar bijzonder smakelijk. Hij doet uiterlijk aan een snoek denken. Boeboer ikan (boeboer pap) is een soort van gestoofd visgerecht. Minjak gaboes is olie uit de gaboes bereid. Ke-tjantol (lavaans) betekent Vastgehaakt'. D'l is een geluidsnabootsing van een knappend touwtje of garen. Tepèkong is de naam van één van de Chinese beelden en wel de 'rijkma- kende'. Jo is een afkorting van ajo. Het is een aansporing, maar even vaak een bevestiging. In 1920, de tijd waarin dit verhaal zich ongeveer afspeelde, gebruikte men nog niet zo vaak oké, maar wel aseecee en vooral ook het nu totaal vergeten allrightin het Indonesisch zelfs fl verbasterd tot orret. v Eerst werd altijd uitgesproken als eers of irs. Djapat is de naam van een weg en een buurt Het is een verbastering van het Nederlandse Jaagpad. Ze moeten kilometers gelopen hebben tot in de buurt van Tandjoeng Priok! Daar ligt de Antjoltempel. Visvijvers strekten zich destijds uit langs de gehele kust van de oude Tjiliwoenghaven tot aan Tandjoeng Priok. Er is er geen BS® meer van over. Oewang sjoe kien is waarschijnlijk nep-papiergeld dat je moest kopen om aan de goden te offeren. Zeker weten doe ik dit echter niet! Haweldich kaja samber glèdèk betekent 'geweldig angstaanja gend als de gebliksemden'. Misschien doordat ze zo zwart zijn? Pisang radja (lett. banaan voor de vorst) was en is een van de meest gewaardeerde bananensoorten. Tot heeft in het Petjo nagenoeg dezelfde gebruiksvoorwaarden als in het Maleis sampé, sampai of sehingga en kan dus betekenen: tot, totdat, zodat, tengevolge waarvan et cetera. Bolongan (lavaans) betekent gut, gaatje of opening. De Indische nikkelen stuivers hadden een ronde opening. Op lava zei men doeit bolong (geld met gat). Pas omstreeks 1935 sloeg men ook ééncentsmunten met een gat. De naam bolongan voor het vijfcentsstuk was in 1920 algemeen. Onder setroep (seterop) verstond de bevolking altijd een frisdrank (sorbet) bereid uit stroop, vruchtenessence en ijswater. Ook Europeanen spraken van stroop. Altèt is zowat de enige Petjo-variant op jazéker. Poedja betekent offeren. Gila betekent gek, dol en gilèh is de Betawi-uitspraak. De plotselinge overgang naar een volledig Maleis zinnetje duidt hier op ongenoegen of op een zekere minachting voor de ander, in dit geval om Tjalies teleurstelling af te reageren. In het Maleis is voor deze finale zinsconstructie een voeg woord nodig soepajain het Betawi-Maleis biar, in het lavaans angger, maar het Petjo doet het zonder. )e hoort de bedoeling wel aan de melodie van de zin. 23' Kena betekent geraakt, maar ook treffen, raakhet is raak, je hebt getroffen! 24> Met ah neem je een kordaat besluit, je hakt de knoop door. Si Bentiet spoort zichzelf aan, zet zich over zijn korte aarze ling heen: zijn laatste zakgeld versnoepen of investeren in een luchtkasteel? 25l Het Javaanse sa sen loro ([voor] één cent [krijg je er] twee) wordt in het Petjo: één sen twee. Het Maleise sepitjis dapet satoe; satoe roepiah sebelas wordt in het Petjo: één dup krijh één; één pop èllef... 26> Biar (pasarmaleis) en betekent hier ofschoon of hoewel. Vergelijk: Biar ketjil, njang pinter dia (Al is hij klein, de knapste is hij). 271 Persen is een woord dat (rond 1800?) aan de Nederlanders werd ontleend. Zij hadden het op hun beurt weer ontleend hadden aan de Fransen. Bijvoorbeeld in de zin: 'Iemand een presentje geven.' Aan het einde van de 19e eeuw kende men de uitdrukking: kasi persen een fooi, een douceurtje). Pas vijftig jaar geleden werd persen ook gebruikt met de betekenis procent. Zoals ik eens las op de muur van een volksschool in Soerabaja in 1948: Merdéka 100 persen! Asal djangan bikinan blanda (100 procent onafhankelijkheid! Mits niet van Nederlands maaksel). 28' Spreek uit: En dan Si Bentiet beteuter (achter de 'r' hoor je niets). Ik geloof niet dat een echte Petjo-spreker omstreeks 1920 het woord beteuterd van huis uit kende of gebruikte. Hij zou benong gezegd kunnen hebben of kagol als hij uit Oost-Java kwam. Maar op school leerde je de uitdrukking beteuterd wel. 2S) Dese foor wat betekent ook waar dient dit toe of wat heb je eraanFoor wat jij haat adreskinde leren? Lopen in de kota al kesasar! (Waartoe heb je eigenlijk aardrijkskunde geleerd? Zelfs op een gewone stadswandeling verdwaal je!) 3°) Mopperen (Javaans: ngomèl) betekent ook: pruttelen, zachtjes verwensingen uiten of binnenmonds prevelen. 3,l Tot nou doormaar betekent steeds, sinds die dag of tot nu toe. 32> Het liedje 'Als je voor een dubbeltje geboren bent, bereik je nooit een kwartje', van Louis Davids was in die dagen (1920) in Indië nog niet bekend en er was ook nog geen radio. Volgens mij was het liedje in 1920 zelfs niet eens gecompo neerd, of vergis ik me? Tot slot nog een opmerking over de Chinese tempel uit dit verhaaltje. Deze tempel bestaat nog steeds, in de kunstreisgids Jakarta/Batavia van J.R. van Diessen staan zelfs drie kleurenfoto's van Klenteng Ancol. Het is waarschijnlijk dat Tjalie Robinson op latere leeftijd op zijn zwerftochten door Batavia deze beziens waardigheid heeft bezocht en zijn herinnering daaraan in Ik en Bentiel heeft verwerkt. 39 10) 14) 16) 17) 19) 20) 21) 22) 41ste jaargang nummer 7 januari 1997

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 39