Kretekbaron moessQn Vermoedelijk is iedereen bekend met de term 'suikerbaron': de benaming voor een welvarende eigenaar van een suikerfabriek in het voormalige Indië. Een alom beken de suikerbaron was toen Oei Tiong Ham. Ook weten de meesten wat een kreteksiga- ret is: een sigaret die behalve tabak en essence ook cengkeh (kruidnagel) bevat. Deze combinatie veroorzaakt tijdens de verbranding het specifieke, knetterende geluid dat klinkt als 'kretek-kretek' - vandaar de naam. In de vooroorlogse tijd werd dit mengsel van tabak en kruidna gels gewikkeld in klobot (schutblad van een maiskolf) en rokok klobot genoemd. Dit soort rokok was toen zeer populair. Tegenwoordig wordt het mengsel in pa pier gewikkeld en is rokok klobot zeld zaam geworden. Zo'n papieren rokok kretek ziet er als een gewone sigaret uit. Soms stopte men in een klobotsigaret ook stukjes menjan (wierook). Stak je zo'n sigaretje op, dan werden je zintuigen gestreeld, zowel door het 'kretek-kretek'- geluid als door de wierookgeur. Je voelde je dan naar het scheen verplaatst naar de zevende hemel! In deze vooroorlogse periode was er naast de al eerder genoemde suikerbaron Oei Tiong Ham een 'kretekbaron': de heer M. Nitisemito uit Kudus. Hieronder volgt een verhaal over deze kretekbaron, dat gebaseerd is op een artikel uit het dagblad Suara Merdeka. Maar eerst is het interes sant om na te gaan hoe de rokok kretek is ontstaan. Veel over het ontstaan van de rokok kretek is niet gedocumenteerd, maar is gebaseerd op overlevering. Naar verluidt had ene Hadji Jamahri op een dag last van pijn op de borst. Hij wreef zijn borst en rug in met minjak cengkeh (kruidnagelolie). Dat gaf hem een beetje verlichting. Daar na probeerde hij wat cengkeh te kauwen. Dit bleek beter resultaat op te leveren. Hij kwam toen op het idee om de cengkek fijn te snijden en te mengen met de tabak die hij gewoonlijk rookte. Zijn borstklach- ten bleken toen geheel te verdwijnen! I let verhaal van de wonderbaarlijke gene zing ging van mond tot mond. Jamahri's buren vroegen hem om de cengkehsigaret. De vraag ernaar werd steeds groter, zodat Jamahri massaal ging produceren. De ro kers genoten bijzonder van dit knetteren de sigaretje, lamahri kreeg navolging: ook anderen openden fabriekjes. In het begin heette de sigaret 'rokok cengkeh', maar vanwege het knetterende geluid bij het roken werd dat al snel 'rokok kretek'. Jamahri overleed in Kudus in 1890. Hierop gebaseerd wordt aangenomen dat de kretekindustrie is begonnen tussen 1870 en 1880. Geleidelijk aan groeide het aantal kretek- fabrieken. Ook Chinezen zagen er wel brood in. De hierdoor ontstane concur rentiestrijd werd steeds heftiger, waardoor uiteindelijk op 31 oktober 1918 relletjes ontstonden. Gelukkig herhaalde dit zich niet en langzaam maar zeker begonnen zowel de Javaanse als de Chinese kretek- fabrieken te bloeien. Kretekverkoopstertje in Tjitjalengka. Tot 1928 was de kretekindustrie beperkt tot Kudus en omstreken, daarna verrezen ook fabrieken in andere gebieden: Sura baya, Semarang en Solo. De traditionele rokok klobot werd geleidelijk aan vervan gen door kretek gewikkeld in papier. Pionier op dit gebied was de Sampoerna- fabriek in Surabaya, op de voet gevolgd door Marikangen in Solo en met als hekkesluiter Kudus. Nu u het een en ander weet van de ach tergrond van de kreteksigaret, zal ik verder gaan met het beloofde verhaal over de 'kretekbaron' Nitisemito. Net als de dino saurus, die grote gefossiliseerde botten heeft achtergelaten, heeft de legendarische Nitisemito tot op heden nog restanten van zijn enorme rijkdom achtergelaten. Zijn twee luxueuze herenhuizen aan de oevers van de Kali Gelis in Kudus staan er nog. Een eind verderop, ook in Kudus-kulon, staat een ander groot huis van hem, de zogenaamde 'rumah kapal'. De naam zegt het al: een villa in de vorm van een schip, lammer genoeg is één van de twee heren huizen verkocht en is de rumah kapal verwaarloosd. Niti's kinderen en kleinkin deren hebben niet in zijn voetstappen kunnen treden. Nitisemito werd in 1863 te Kudus gebo ren als zoon van een dessahoofd. Na en kele omzwervingen en verscheidene po gingen om aan de bak te komen, keerde hij terug naar Kudus. Hij begon klapper olie te maken. Vervolgens probeerde hij het als veehandelaar en als tabakshande laar, maar al zijn pogingen om Fortuna in huis te halen, liepen op niets uit. Hij leek voorbeschikt voor 'twaalf ambachten, dertien ongelukken'. In 1928 begon hij sigaretten te maken. Hij maakte rokok klobot en noemde zijn produkt 'Soempil', later herdoopt tot 'Djeroek' en ten slotte tot 'Bal Tiga'. Dit laatste merk luidde de groei van zijn fortuin in: zijn fabriek be gon gestadig te groeien. Hoewel Niti analfabeet was, was hij toch in staat zijn bedrijf op een efficiënte manier te leiden. Om de verkoop van zijn rokok vlotter te doen lopen, deelde hij geschenken uit: glazen, kopjes, borden, horloges, muurklokken en fietsen, alle maal voorzien van het logo van Bal Tiga. Hij distribueerde deze dingen per auto, wat heel bijzonder was, want in die tijd kon je het aantal auto's nog op je vingers tellen. Zijn produkt was altijd present op pasar malams. Hij huurde zelfs een vlieg tuig om pamfletten te strooien. Maar zoals altijd komt aan alles een eind, dus ook aan Niti's ogenschijnlijk onuit puttelijke welvaart. De daling van zijn fortuin begon toen er in de familie ruzie ontstond. Hierdoor kwam de Indische regering te weten dat Niti er een dubbele boekhouding op na hield om hoge belastingen te ontduiken. Zijn huizen en auto's werden in beslag genomen, onder de beschuldiging dat hij 160.000 gulden aan belasting had ontdoken. Niet lang daarna echter gaf de regering al zijn goe deren terug, omdat Niti veel steun gaf aan het gouvernement en aan vele mensen werk verschafte. Zijn fabriek begon weer te draaien, maar omdat deze te lang stil had gelegen, waren veel van zijn agenten verhuisd naar andere rokokproducenten. Daarbovenop kwam de Japanse bezetting; dit bewind nam alles in beslag. Omstreeks 1944-1945 gaven de Japanners zijn bezittingen terug en kon hij weer beginnen te werken. Jammer genoeg kon hij deze laatste tegen slag niet te boven komen: hij overleed in 1953. Zijn kinderen probeerden zijn werk voort te zetten in 1962, maar deze poging werd na een jaar al een fiasco. Zo kwam het imperium van de 'kretekbaron' definitief tot een einde, hoewel wij de sporen ervan vandaag de dag dus nog steeds kunnen zien. Oei Tat Ie 40 - - 7/ -

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 40