r
De Badjing
ne kroonbuizen. De vier centimeter lange
meeldraden steken uit. De zwartbruine
peulen zijn soms een beetje krom en tien
tot twintig centimeter lang en twee centi
meter breed. De vele zaden zijn ingebed
in zoetig naar drop smakend vruchtvlees.
Het wordt door het vee gegeten en soms
ook door kinderen. De bomen zijn zo
groot dat ze de bodem uitputten waar
door er weinig planten kunnen groeien.
Pithecolobium lunghuhnia is een kleine
mooie boom uit Java met oranje of gele
bloemen op lange stelen.
Pithecolobium duces ('liefelijk') komt uit
Zuid-Amerika. De bomen zaaien zichzelf
uit. Op de Filippijnen wordt ze Manilla
tamarinde genoemd. De bloemen worden
druk bezocht door bijen. De dichtbehaar-
de bloemen hebben heel veel witte meel
draden en een dunne rode stijl. Ze staan
op korte stelen vlak bij elkaar. De sterk ge
bogen groenkleurige peulen hebben een
rose waas en zijn tien tot twaalf centime
ter lang en anderhalve centimeter breed.
De ongeveer negen zaden liggen in het ro
se vruchtvlees ingebed. Het vruchtvlees is
zacht en zoet en er wordt limonade van
gemaakt. De tien meter hoge boom is het
hele jaar groen, de bladeren staan aan
dunne stelen. De ovale blaadjes zijn an
derhalf tot vijf centimeter lang met dof
groene bovenkant en lichtgroene onder
kant. De bast van de boom wordt gebruikt
in de leerlooierij en er wordt een gele
kleurstof uit gemaakt. De peulen dienen
als veevoer.
Alle soorten kan men in de kas kweken.
Ze hebben vochtige warmte en een vrucht
bare grond nodig. Om een mooie vorm
van de plant te behouden kan men de
plant snoeien. Ze zijn te vermeerderen
door zaad en door stekken. In toko's zijn
de zaden meestal per doosje te koop hier
in Nederland, voor de consumptie wel te
verstaan.
Geraadpleegde literatuur:
Flowers of Sri Lanka
A.H. Blauw, Natuur in Indonesië 1913
Franquinho, Madeira flowers
Dorothy and Bob Hangreaves, Hawaiian
blossems
2315
li
MEDAN GUESTHOUSE
IN SUMATRA
e=
(S===S
De heer Van den Hoven van Genderen was
precies, hield niet van flauwekul en was
een man van principes. Hij was een leraar
par excellence, en we zien hem zitten tus
sen zijn leerlingen uit klas 4b van de HBS
aan deTegalweg 10 in Batavia. (Moesson
juli/aug 1996, pagina 49). Het is het enige
plaatje dat ik heb, van de man die we
Badjing noemden, bless his heart. En kijk
eens goed naar deze man. Daar zit een
man van wiskunde en wijsheid. Af en toe
liet hij met forse stem die 'domme knul
len' weten dat je niet kunt klungelen met
wiskunde, want dat is een serieus onder
werp. Ik zie hem nog naast me staan toen
hij me bestrafte voor ik weet niet wat. Hij
pakte mijn dichtstbijzijnde oor en draaide
dit gevoelige wezentje tenminste 90 gra
den om (of was het 180 graden?).
Het deed verhipte zeer en bracht tranen in
mijn ogen. Dat was zijn manier om mij te
laten weten dat ik een domoor was.
laren later ontmoette ik de Badjing weer,
maar de omstandigheden waren toen wat
anders. We zaten beiden onder de lap in
het 15de Bataljon in Bandoeng. Hij was
mager, had last van 'kampogen' en liep
zoals altijd met een 'limp' alsof het ene
been korter was dan het andere. Ook
droeg hij een groene klep op zijn voor
hoofd om zijn ogen te beschermen tegen
het felle zonlicht.
Gedurende de drie jaren in het kamp had
ik de kans om me beetje bij beetje voor te
bereiden op het eindexamen voor de HBS,
waarbij ik werd geholpen door de vele le
raren in het kamp. Het was allemaal nogal
primitief, maar het werkte en Badjing was
een van de leraren. Het laatste obstakel
was algebra. Badjing stond klaar om me te
helpen met mijn laatste 'papiertje'.
En daar zaten we dan samen met stukjes
papier langs een slokan in het kamp.
Hij was een geboren leraar. Ik weet zeker
dat de heer Van den Hoven van Genderen
net zo trots was als ik met mijn diploma,
gedateerd 14 augustus 1945, de dag voor
de capitulatie. Ik heb het papiertje nog.
Een vodje van zeven bij acht centimeter
op gelijnd papier uit een kladboek.
Na de oorlog ging ieder zijn weg. De heer
van Genderen bleef natuurlijk nog even
les geven en ik kreeg de bijzondere kans
om te gaan studeren voor medicijnman in
Leiden. Later, voor ik Holland verliet voor
de Verenigde Staten en Canada, had ik
nog even contact met de Badjing, die toen
gepensioneerd was en woonde in
Apeldoorn.
Wat betreft het verhaal over de moorslag
Moesson oktober 1996, pagina 41/42) die
in een van de wc's de deur eruit blies, nog
even het volgende: De dader bleek Han
Swie Tik te zijn, die naast me zat in de
tweede klas. Het was een knap stukje
werk. Met het gaan van de schoolbel 'te
rug naar de klas' had hij een sigaretje aan
gestoken met het lont van de bom gewon
den om het mondstuk... Meneer Esbach
was inderdaad nogal boos. Alleen een
belofte om niet te zwaar te straffen en een
heel verhaal over eer en verantwoordelijk
heid brachten Tik er vrijwillig toe naar het
kantoor van de directeur te gaan met een
bekentenis. Dat was flink en Tik ontving
een week vakantie. Ik geloof dat zijn va
der, die als ik me niet vergis een autozaak
had ergens op Molenvliet, voor de schade
heeft moeten betalen. Velen van ons be
nijdden Han Swie Tik, want hij had een
motorfietsje, terwijl wij in de hitte naar
huis moesten fietsen.
En dat brengt me op meneer Huizinga, de
man van de djas toetoep, waarover mijn
broer Wim het had in zijn stukje. Een bul-
derbak inderdaad, die moeite had met
Chinese namen. Als hij Han Swie Tik's
aandacht wenste dan noemde hij hem...
Gouw Boen Seng! De naam van een
bekende limonadefabrikant in Batavia.
Huizinga was geen diplomaat. Tik was
kennelijk niet geboren onder een gelukkig
gesternte. In de klas veroorzaakte hij een
pandemonium door een sandwich naar
een kontjo aan de andere kant van de klas
over te gooien. De bel 'einde van de les'
had al geklonken en Tik was volledig in
zijn recht om zijn broodje over te gooien
naar zijn sobat aan de andere kant van het
pad. Er was helaas een complicatie en dat
was de aanwezigheid van meneer Assink,
de leraar wiskunde, die op het middenpad
liep. Hij was het een en ander aan het uit
leggen aan een leerling en besloot plots
klaps op te staan om onverwachts een
stukkie brood met boter en jam precies in
gezicht te ontvangen. Ik zie hem nog met
het broodje en de boter op zijn wang.
Jammer dat de videocamera nog niet was
uitgevonden. Assink was witheet, mis
schien begrijpelijk. Hij pakte die arme Tik
bij zijn bloesje en schudde hem heen en
weer. Wat er uiteindelijk gebeurde is me
ontgaan, van onze kant werd er nogal wat
gegrinnikt. Maar hoe is het met Han Swie
Tik nadien gegaan? Kan iemand me dat
vertellen?
Guus Mertens
41ste jaargang nummer 8 februari 1997
31
Tel/Fax 00-62-61-550926
Zeer goed en schoon, grote achtertuin,
terras, u voelt u echt thuis.
Prijs 35,- per kamer, incl. ontbijt (2 pers.)
Prijs 45,- De Luxe, incl. ontbijt.
Tevens minibus voor TOUR SUMATRA.
Info: S. Ali - Elly Bouhuys.
Restaurant Sumatra Stein
Tel. 046 - 433 31 90 I Fax 046 - 433 67 73