BZ PC Neptunus, 1920 moessQn Bezoek Malang O-Java zouden naderen. Het vorige jaar was de dokter er geweest met een LCPR van de marine, een kleine landingsboot, die zó het strand op kon schuiven, mits er geen rotsen waren. De wind was toen zwak ge weest en het getij gunstig en zonder enig bezwaar kon het landingsvaartuig het strand op. Het strand bij de kampong was maar kort en liep meteen heel diep het water in. Veertig meter van het strand van daan was het bij hoog water al dertig me ter diep en met zulk weer als nu het geval was, zou een deel van de kampong onder water staan. Dat gaf voor de bewoners wel niet, want alle huizen stonden toch op palen, maar voor een aankomende prauw, met of zonder motor, was het levensge vaarlijk om nu te proberen dichtbij het eerste huis te komen. Komt tijd, komt raad, dacht de dokter schouderophalend. Maar het zat wel tegen deze keer. Toen ze de kampong in zicht hadden en er zo dicht mogelijk langs voeren, maakten de dorpelingen een gebaar van 'niet dichter bij komen' en na wat beraadslaging beslo ten ze de baai verder in te varen totdat de golven, die zuid-noord aankwamen, hen niet meer konden storen. Tegenover de kampong lag de andere oever van de baai. Daar bevond zich ook de delta van de Kali Omba, een moerasachtig gebied dat door sneden werd door takken van de rivier die van het Jamoermeer afkwam. Het was ook in die delta dat de NNGPM de reser- vevoorraad olie voor de exploratie-ingeni eurs had opgeslagen, in grote drums die afgedekt waren met bladeren van de sago palm, een boom die veel voorkwam in dit gebied. Ze voeren een van de riviertjes op en kwamen bij een open ruimte, die droog was en waar een soort permanent bivak stond, een papoeahuis op palen. 'Hallo )an, wat kom jij hier doen?' werden ze begroet. 'I Ié Guus, wat een verrassing! Waar kom jij vandaan? Ik dacht dat je in het achterland van Semini zou zitten.' 'Ben ik al geweest, ik wacht hier op de Lorentz, het HPB heeft me toegezegd mij hier te laten ophalen, maar met de zware zee zal ik nog wel even moeten wachten.' Om een mede-klappertuinbewoner uit Kaimana en bovendien een goede vriend in de Nieuw- Guinese oetan te ontmoeten, was een meevaller. Guus was inspecteur van politie en was al een maand op patrouille. Toen hij weg ging, had hij aan zijn vrouw niet mogen vertellen waar hij heen zou gaan, maar na enige dagen wist toch iedereen het doel van zijn patrouille. Zijn plotselin ge vertrek uit Kaimana had te maken met het feit dat een patrouille-Cat bij Kajoe- merah de signaalbalken gekruist had zien liggen, hetgeen betekende dat er misschien Indonesiërs op de zuidkust waren geland, tussen Kajoemerah en de Etnabaai. Sommige strategisch gelegen kampongs hadden opdracht gekregen om een veldje vanuit de lucht goed zichtbaar te maken en daarop twee forse witgekalkte stammen te leggen. Lagen de balken evenwijdig, dan was er niets aan de hand, lagen ze echter in de vorm van een X, dan waren er mogelijk vijandelijke infiltraties geweest. Tk heb van alles gezien, maar geen Indo nesiërs', zei Guus. 'Mooi patrouillegebied is het wel. Veel kroonduiven en paradijs vogels.' 'Natuurlijk wil ik een briefje voor Lauty meenemen', antwoordde Guus de dokter op diens vraag. De dokter had snel een velletje vol geschreven en gaf dat aan zijn vriend mee. Tk zoek nog even verder naar de drums van de NNGPM.' 'O, daar ben je dichtbij, volg deze kali maar, over een half uurtje ben je er.' De politieman had nog wat dendeng over en de dokter wilde die graag hebben. Na nog een mok koffie te hebben gedronken, namen ze af scheid. Guus bekeek de prauw nog eens goed en zei: 'Toch wel handig over eigen vervoer te kunnen beschikken.' De opslagplaats van de NNGPM was gauw gevonden. De lege jerrycans werden ge vuld en Job pikte ook een kleine, volle drum van ongeveer 40 liter mee. Aan een beschutte paal werd een briefje gehecht waarin de DGZ-Kaimana de NNGPM dankte voor hun hulp en vrijgevigheid. Het was laat in de middag toen ze terug waren op de plaats waar ze de politiepa trouille hadden ontmoet. In de verte zagen ze de Lorentz richting Kaimana weg varen. Het weer was aanzienlijk opge klaard en de zee was een stuk minder hoog geworden. Toch besloten ze hier maar te overnachten. Toen een en ander was uitge laden, vroeg Job permissie om op duiven te gaan jagen. Hij had in het zware weer niet kunnen vissen, was zijn excuus. Frederik zou dan wel voor de rijst en groente zorgen. De dokter besloot wat ver derop in de kali te gaan baden. Job waar schuwde voor boeaja's. Met een rantang- bakje om het water over zich heen te scheppen, zocht de dokter stroomafwaarts een goed plekje op. Terwijl hij zich uit kleedde, bekeek hij beide oevers nog eens aandachtig. Hij merkte wat beweging on der het water op, zonder dat hij goed kon zeggen of het een vis of een ander dier was. Misschien kon hij maar beter niet eigen wijs doen en voorzichtig zijn; zwemmen zou misschien toch te gevaarlijk zijn... Jan Kleevens Over deze foto weten we niet veel: alleen dat de leden van het waterpoloteam Neptunus erop staan, dat de foto genomen is in Tjihampelas en dat het kiekje dateert van onge veer 1920. De foto van deze stoere mannen is ingezonden door de heer R. Voogd, W. Vrijlandtstraat 4, 3262 C,N Oud-Beijerland, tel. 01866 - 1 49 31. Verhuur van nieuwe minibussen met AC en betrouwb. erv. chauffeurs. Rp. 90.000,- p.dg. exd. brandstof/park.geld. Korting bij huur vanaf 3 weken. Afhalen van vliegveld op Java/Bali mogelijk. Hotel Emma, 2 p.kmr. douche/WC, dichtbij centrum en station, logies met ontbijt Rp. 35.000,- p.dg. Eig. Mw. Trees Warokka (Ned. spr.), Jl. Trunojoyo 21, Malang, Indon. Tel./fax 0341-363198. 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 34