Het spookhuis aan de Nekkebrekerssteeg
Het huis van Multatuli omstreeks
1900 op de hoek van de Nekkebre
kerssteeg en de Poeloe Gangsaweg.
Links achter de brug over Way Tomo.
(Foto: Perpustakaan Rumphius
Ambon)
huis voorgoed. De schatten die ik verbor
gen heb zijn voor U'.
Het verhaal ging dat dominee Kam daarna
duizenden realen vond, waardoor hij later
in de Paradijsstraat een weeshuis kon bou
wen. Voor zover bekend heeft Joseph Kam
zich nooit over een dergelijke gebeurtenis
uitgelaten. Het goena-goena-verhaal van de
wederopstanding van Hoekstra behoort
tot de legenden van Ambon. Het is een
apocrief verhaal dat de bevolking jaren
later dichtte rond Joseph Kam, die zij had
den leren kennen als een groot inspirator.
Maar dit huis heeft wellicht nog een op
merkelijke bewoner gehad. Dekkers twee
de vrouw Mimi vertelde dat haar man
meende dat het huis toebehoord had aan
de achttiende eeuwse compagniesdominee
Frangois Valentijn, de schrijver van het
bekende, achtdelige Oud en Nieuw Oost-
Indiën. Dekker vroeg zich af of de grote
oude tafel met het marmeren blad, die hij
in het huis had aangetroffen, ook Valen-
tijns werktafel was. Dat Valentijn de derde
opmerkelijke bewoner van het huis was
staat echter helemaal niet vast.
Boze geesten
Toen Joseph Kam in 1815 op Ambon aan
kwam bestond er een groot gebrek aan
woonruimte. Het huis aan de Nekkebre
kerssteeg stond al enige tijd leeg omdat
niemand er wilde wonen. Het stond be
kend als een spookhuis omdat er de 'boze
geest' zou rondwaren van de rijke, gierige
heer Hoekstra. Hoekstra was getrouwd
geweest met een Ambonese uit de familie
Tapiheru en had tot zijn dood in het huis
gewoond. Dominee Kam zei dat hij niet
De Nekkebrekerssteeg? Wie woont er nu in 's hemelsnaam in een
Nekkebrekerssteeg? Van maart 1815 tot begin 1816 woonde
dominee Joseph Kam in een huis, dat stond op de hoek van die
Nekkebrekerssteeg en de Poeloe Gangsaweg in Ambon. In datzelfde
huis woonde ook Eduard Douwes Dekker in 1852. Hij kwam in
februari als assistent-resident van Menado naar Ambon en zou er tot
zijn verlof in juli wonen.
1 lij was de man die de Molukse kerken
weer nieuw leven had ingeblazen na de
verwaarlozing in de nadagen van de VOC,
de Engelse bezetting en het bewind van de
Bataafse Republiek en Daendels. Het is
zeker begrijpelijk dat Kam later groot
aanzien verkreeg en zelfs wel de Apostel
van de Molukken werd genoemd. Het volk
verlangde van een apostel natuurlijk won
deren en als die niet kwamen verzon het
zelf wel iets. Zo ging er ook het verhaal
van de boosdoener Haman Pardido, die
vervloekt was door zijn moeder waardoor
de aarde zijn lijk niet wilde opnemen.
Dezelfde locatie als de eerste foto, maar nu in 1996.
(Foto: C.J. Heij)
een romp en
tenslotte een hoofd
door het plafond.
De delen voegden
zich tezamen en de nu complete geestver
schijning van Hoekstra sprak de volgende,
gedenkwaardige woorden tegen Kam: 'Gij
zijt een gezant Gods, daarom verlaat ik dit
Na middernacht liep hij in de kampong
bij de Poeloe Gangsabrug en jammerde
dan klagelijk. Begrijpelijk, want hij liep
met een komfoortje met gloeiende houts
Europeaan. Daarna
vielen er achtereen
volgens nog een
been, twee armen,
bang was voor spoken en betrok het pand.
Er werd een bidstond gehouden en na het
avondmaal legde onze loseph zich ter
ruste. Kort na
middernacht klonk
er onheilspellend
gestommel door
het plafond van
gaba-gaba (gevloch
ten palmblad).
Daardoorheen viel
een mensenbeen
op de rode plavui
zen van de vloer;
het been van een
41ste jaargang nummer 9 maart 1997
15
V-i-v