Israël, India, Peru, Indonesië, Florida,
Zuid-Afrika, Egypte en Kenia. De prijzen
zijn variabel en de vruchten worden per
stuk verkocht. De vruchten kunnen één
tot twee weken in de koelkast bewaard
worden en één week op kamertempera
tuur (20 graden Celcius). Rijpe vruchten
binnen twee dagen opeten. De vruchten
bevatten veel vitamine A en C, vruchten
suiker en eiwit, sommige soorten bevatten
zetmeel en sommige onverteerbare vezels.
Mangga's moeten voorzichtig geplukt wor
den opdat ze niet beschadigen, zo blijft de
vrucht langer goed.
Vroeger, misschien gebeurt het nog wel,
pastte de tani een kunstmatige, snelle en
gelijkmatige rijping toe. Dat gebeurde
alleen als de vruchten door hem zelf ter
plaatse verkocht werden. Een grote aarden
pot, een zogenaamde tempajan, werd ge
vuld met boomrijpe vruchten. De pot
werd afgesloten met een ronde aarden
schotel en besmeerd met natte klei zodat
de pot praktisch luchtdicht was afgesloten.
De schaal werd gevuld met fijngehakte
padi, dat in brand werd gestoken en men
liet het vuurtje smeulen. Door de warmte
rijpten de vruchten in twee a drie dagen.
Om veelvraat door vleermuizen van bijna
rijpe mangga's te voorkomen werden de
vruchten, nog aan de boom, soms verpakt
in papieren zakjes.
De forse stam van de Mangga heeft een
grijsbruine, geribbelde bast. De donker-
goene, leerachtige glimmende bladeren
zijn langgesteeld, ongeveer vijf centimeter
en zitten kransgewijs met vijf of zes bij
elkaar. Ze zijn lancetvormig, dertig centi
meter lang en zes centimeter breed. Jonge
bladeren zijn paarsrood en hangen slap
naar beneden. Tussen mei en augustus
verschijnen bloempluimen. De hoofdas is
vertakt en de vertakkingen zijn onderaan
het langst, bovenaan het kortst zodat ze
een pyramidevorm hebben. Ze zijn dicht-
bezet met geelgroene één- of tweeslachtige
bloemen. Dit verschijnsel noemt men
gemengdslachtig of éénhuizig.
In één bloemtros zitten duizend tot zes
duizend bloempjes, zestig procent stuif-
meelbloemen met vijf meeldraden waar
van er één fertiel (vruchtbaar) is.
De overige veertig procent zijn bloemen
die stuifmeel plus stamper hebben, dus
tweeslachtig zijn. Slechts eenderde wordt
bestoven, de bestuiving gebeurt door mug
gen en bijen. De geurende bloempjes heb
ben vijf vrije kroonblaadjes die drie tot
zes millimeter groot zijn en vier millime
ter grote, aan de buitenzijde behaarde,
kelkblaadjes. Bij het ouder worden ver
kleuren de roomkleurige kroonblaadjes
naar rose of lila. De lange bloemtrossen
worden in India gebruik bij offerandes.
Tijdens de ontwikkeling van de vruchten
vallen er veel af. Bij Indiase soorten komt
maar één op de hondervijftig vruchten tot
volledige wasdom.
Toepassingen
Als men de bladeren fijnwrijft ruiken ze
naar terpentine. In Mexico poetst men de
tanden ermee, men beweert dat het tand
vlees er sterker door wordt. In Thailand
worden de bloemen gegeten. In Indonesië
worden de jonge bladeren gegeten.
De bladeren worden gebruikt tegen suiker
ziekte (diabetes) en bij pijn in de buik bij
voorbeeld door teveel of verkeerd eten
(indigestie). Schors en bast worden ge
bruikt bij koorts en bij ontstekingen van
de borstholte gepaard gaand met slijmaf-
scheiding, aftreksel van pas afgevallen
bladeren bij keelontsteking. De kern van
de pitten bij hardnekkige verkoudheid
(hoesten).
Mangothee werkt verkoelend, de belang
rijke aktieve stof is Mangiferin. Het heeft
een stimulerend effect op het centrale
zenuwstelsel en stimuleert de bloedcircu
latie. Deze stof wordt gebruikt als tonicum
tegen rheumatiek, als middel tegen diarree,
tegen ingewandswormen en als middel
tegen wratten.
Manggabomen worden vermeerderd door
stekken, enten (tjankokkans), occuleren
(mengokulasi) en door zaaien. Daarvoor
moeten zaden van goede manggabomen
worden gebruikt en dan heeft men nog
kans dat die vruchtbomen mangga's krij
gen met een terpentinesmaak. Ze wijken
dus vaak af van de moederboom.
Uit de pitten kan men een kamerplant
kweken. Was de pit met warm water en
haal het buitenste velletje eraf. Zet de
puntige kant in een glas water, zo dat de
punt net het water raakt. Zet het glas op
een warme plaats, niet te licht zetten.
Let erop dat het water op peil blijft. Pas
na een week of zes, of acht gaat de pit
splijten en komt er bovenop een stengeltje
en komen er onderaan worteltjes tevoor
schijn. Dan kan het glas met de pit in het
volle licht staan. Zijn de worteltjes krach
tig genoeg dan kan de pit voorzichtig
geplant worden in een pot. Laat een stukje
van de pit boven de aarde uit steken.
Plaats de pot op een warme, zonnige
plaats en niet in de tocht zetten. Giet ma
tig maar laat de aarde niet uitdrogen.
Iedere dag het blad besproeien en om de
drie weken wat kamerplantenmest geven.
Men kan de pit ook meteen in de aarde
zetten en verder op dezelfde wijze behan
delen. De plant heeft het in de winter wel
moeilijk. Maar met aandacht en oplettend
heid krijgt men een plant die in de zomer
buiten kan staan op en beschutte, zonnige
plaats. Hoe ouder de plant is, hoe sterker
ze wordt. In de wintermaanden kan ze in
de warme kamer blijen.
Geraadpleegde literatuur:
De inheemse landbouw. Insulinde
Leerboek plantkunde Nederlands-Indïé
Dr. Darma, Chinese geneeskrachtige planten
Bert Anan Pohon, Bua-Bua Han
FAR HOLIDAYS INTERNATIONAL TOUR OPERATOR
Van Cralingenlaan 16, 2241 SC Wassenaar, Tel. 070 - 511 60 92 Fax 070 - 514 07 96
Lid Stichting Garantiefonds Reisgelden no. 2056
voor: Reizen op maat voor groepen, individuelen en bedrijven incl. tickets naar
Verre Bestemmingen.
Tickets naar Indonesia v.a. 1275,-
Langverblijf op Bali Penang Malaysia
Reizen-op-maat naar de gordel van Smaragd op basis van Guesthouses of Hotels
Reizen-op-maat naar Malaysia Thailand
Reizen-op-maat naar het Caraibisch Gebied,
Midden- en Zuid Amerika.
'De echte maatwerk specialist in verre reizenS R
41ste jaargang nummer 9 maart 1997
31