Kameraadschap te verdrijven. Dan die witte ridders, of weet ik wat voor kleur ridders, die dag en nacht in maliënkolder of harnas door moerasgebieden reden om daar de hek sen, trollen en ander wild de stuipen op het lijf te jagen. Er was geen mogelijkheid om je eens lekker te wassen onderweg. Vergeet dat maar, want was je aangekomen op de plaats van bestemming en had je de locale kasteelheer in een duel verslagen, dan bleef je daar als de nieuwe heer-en- meester. Sterke jongens moeten in die tijd een beste tijd hebben gehad. Zou de dichter nu zijn madrigalen hebben geschreven voor die sterke, zij het wat onwelriekende ridders en de 'schone' jonkvrouwen? De inspiratie moet toch zijn verdwenen op het moment dat de dichter binnen reukafstand van het ro mantische paar kwam. Voor mij zal het een onbegrijpelijke zaak blijven dat in de loop der eeuwen over deze 'romantiek' zoveel is geromantiseerd. Het moet in die tijd een niet al te reine bevolking zijn geweest op dit Westeurope- se continent. Zouden zij er als schoonge wassen heden bij hebben gelopen, dan zou die Westeuropese bevolking nu niet meer bestaan. Want de dikke laag viezig heid op de lichamen van Koning Arthur en zijn ridders van de Ronde Tafel en al het drinken van sloot- en rivierwater kan gezien worden als een vorm van bescher ming en een vaccinatie tegen allerlei ziekten. Geleidelijk aan bouwt het lichaam zo immers voldoende anti-stoffen op omdat het voortdurend met allerlei ongerechtigheden in aanraking is geweest. De sterksten overleefden. Viezigheid op het lichaam beschermt tegen muggen- en vlooienbeten, die vaak de veroorzaker zijn van ernstige infectieziekten, doordat zo'n beet bacteriën in de bloedbaan brengt. Dat was ook zo bij de de evacué's uit Indië na de oorlog, die voldoende anti stoffen bleken te hebben tegen tuberculo se en kinderverlamming. Ook bleken de mensen beter bestand tegen allerlei 'kleine' wondinfecties en infecties van de buikorganen. Het gevaarlijke Oosten met zijn viezigheid bleek ook 'goede' eigen schappen te hebben, het is maar hoe je het bekijkt. In elk geval is er sinds Koning Arthur meer aan lichaamshygiëne gedaan, maar toen kwam de tijd van de Zwarte dood, de builenpest, die een derde van de Europese bevolking de dood indreef. De weggepoet ste laag vuil op het lichaam gaf geen be scherming meer en de vlooien, de over brengers van de ziektes, hadden vrij spel. De mensen wasten zich wel beter, maar namen niet de moeite zich regelmatig te verschonen en trokken na het bad rustig weer hetzelfde luizenkleed aan. De Gouden Eeuw heeft de schilderkunst, de dichtkunst en nog vele andere vormen van kunst aan de bewoners van de 'zeven verenigde provinciën' gebracht. Ook hadden de Nederlanders toen een potig stel zeeschuimers, waarvan Piet Hein de beste was. Prachtige architectuur werd er in die tijd geleverd. Al deze zaken had den de belangstelling van de bevolking. Maar er was geen sikkepit aandacht voor medische kwesties. Wel een schilderij, dat 'de anatomische les' heette, maar dat schilderij was eerst en vooral geschilderd om status te geven aan de geleerde hoof den met een professorenhoed. Met Boerhave in de 18de eeuw kwam daar verandering in. Er kwam geneeskunst en die werd ten slotte geneeskunde, op zeer hoog niveau. Sinds de tweede helft van de 20ste eeuw staat de geneeskunde hier op een zeer hoog internationaal niveau. Er is een lange weg afgelegd door de dokters. Alles van waarde is weerloos, schreef Lucebert. Maar over het wat, hoe, wanneer en waarom: ik zou het niet weten, ik kan het niet weten. Ik denk aan ernstig zieke mensen. Een juweel, een ring van diamanten en robijnen of een horloge van Cartier? Schilderijen van Rembrandt of die van de Haagse School of van de Franse Meesters uit de 18de eeuw? De kathedralen uit de middeleeuwen of de moderne constructies van staal en glas? Uiteindelijk hebben al die dingen te ma ken met ons leven en wat kan er kwets baarder en wat kan er waardevoller zijn dan dat leven van ons. Zo weerloos als het madrigaal uit Ierland in mijn vertaling ervan: Bemin mij niet om mijn gratie noch voor mijn mooie ogen of gelaat niet om het zichtbaar uiterlijk ook niet voor dit trouwe hart Deze hunnen falen een ziekte krijgen jij en ik zullen dan scheiden Zie mij zoals de ware vrouw dat doet heb mij altijd lief weet niet waarom Dezelfde reden heb je dan om mij immer te beminnen Waarom is er zo weinig kameraad schap? Men moet toch kameraadschap kwe ken? Welnu, dat kan niet. Eenvoudig omdat kameraadschap toch niet kunstmatig kan worden gevormd. Zij moet uit zichzelf ontstaan en groeien uit lotsverbondenheid, bijvoor beeld in min of meer gesloten beroeps kringen, met een zogenaamde korps geest, in het echtelijk leven en ook in het gezinsleven. Zij is dus altijd spontaan, maar wordt bevorderd door een volledig besef van lotsverbondenheid. In deze voorbeel den is sprake van vrijwillige lotsver bondenheid. Onze gemeenschap heeft een onvrijwil lige lotsverbondenheid en wanneer hier onvoldoende kameraadschap bestaat, kan ten hoogste een poging worden aangewend om het bestaan van méér kameraadschap te bevorderen. Wij kunnen alleen erop wijzen, dat in deze onvrijwillige lotsverbondenheid een zo groot mogelijke kameraadschap een gebiedende eis is voor een dragelij ke kameraadschap. Onze gemeenschap kan niet buiten kameraadschap, omdat niemand zijn medemens kan missen. Wie de eis van kudde-saamhorigheid niet verstaat wordt öf misdadig jegens de gemeenschap öf een eenling (solitair). Dit is een voorbeeld uit de jacht, die ongetwijfeld door vele Indo's wordt verstaan. Want zij weten, dat een solitair een dier is, dat door de kudde werd afgestoten. Uitgestoten worden uit de gemeen schap kan wel eens gebeuren. Want uitstoting uit de gemeenschap is - hoe hard ook - als enig alternatief, dat gesteld moet worden aan hen, die zich niet willen onderwerpen aan 'meer ge meenschap'. Dus méér kameraadschap en minder 'zonderlingen'. L. Jacobs Zilveren Medaille Den Haag 1885 Luik 1902 Gouden Medaille Den Haag 1913 Lid der Jury, Brussel 1910 41ste jaargang nummer 9 maart 1997 41 NECTAR GEDEPONEERD Pharm. fabriek PHYTOL" Bracht 4, B 4790 Burg- Reuland, België, tel. 00 3280420082 Vraag gratis receptenboekje bij uw Toko en drogist

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 41