moessQn PRIVATE TOURS De inhoud van ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie In naam der koningin (7) De acteurs van de bovengenoemde NCRV- serie zijn onbetwistbaar goede spelers, maar ik vind de film op zich een beetje uitdrukkingsloos gespeeld. Of mag men hier in Nederland niet weten hoe het KNIL en de VOC in het voormalige Nederlands- Indië hebben huisgehouden? Zo kan ik mij ook niet herinneren dat een ambtenaar in spierwit pak de rimboe in ging en het pak zelfs wit bleef. De film Oeroeg was iets beter. Ik had van 'In naam der koningin' meer emotie en actie ver wacht. Het is zeker geen Oscar waard, zo als de heer RJ. Haak Wegman jr. beweerd. Nou ja, smaken verschillen nietwaar. M.J.C. Goedbloed, Voorburg In naam der koningin (8) Wat vonden wij van de televisieserie? Teleurstellend, langdradig, om in slaap te vallen, maar geschiedkundig zal het wel zo geweest zijn. Wij waren geen lieverdjes in de koloniale tijd! VV. de Rijke, 's-Gravenhage Baas 1 Naar aanleiding van de brief van de heer A. Kessel Moesson 15 februari, pagina 4-5) graag de volgende opmerkingen. In Noord-Sumatra werd voor de oorlog de sergeant inderdaad aangesproken met 'baas' en niet alleen bij de marechaussee. Dit weet ik, omdat ik zelf in 1938 mijn militaire dienstplicht in Medan heb ver vuld, destijds sprak men van militie. De lichting van dat jaar, circa 30 man sterk, was afkomstig uit Atjeh (2 man), de rest uit Sumatra's Oostkust. Ik kwam zelf van Pangkalan Brandan, waar ik werk zaam was bij de BPM. De staf van het garnizoen in Medan ter sterkte van een compagnie infanterie be stond uit de kapitein Molenbrugge en de lste luitenant De Boucherie, bijgestaan door de onderluitenant Romer en een zestal sergeants, van wie ik me nog de namen herinner van baas De Volder, Krause, Spalding en Blomont. Onder de korporaals en manschappen waren geen Europeanen. Voorts waren er nog enige Indonesische sergeanten 2de klas die wer den aangesproken met 'pang'. Het deed me goed in de film de dwangar beiders, ook wel kettingberen genoemd, terug te zien. In het garnizoen in Medan was een tiental van deze strapans (afgeleid van 'straf). Ze verrichtten allerlei karwei tjes in het kampement, waar ze zondag overdag vrij rond liepen, bij zonsonder gang werden zij opgesloten in cellen bij de wacht aan de toegangspoort. Bij meer daagse oefeningen liepen de strapans als dragers volkomen vrij mee in de groep. Ook miliciens mochten van de diensten van de strapans gebruik maken, zij het tegen betaling. Dat was niet zo gemakke lijk van een soldij van 3,15 per week, maar omdat ik van de BPM mijn halve salaris ontving, kon ik gelukkig normaal betalen. Mijn strapan waste mijn kleren en bracht mij elke morgen een verrukke lijk ontbijt van nasi, bereid door een van de Indonesische soldatenvrouwen. De strapans die ik in Medan heb meege maakt, waren allen veroordeeld wegens moord, gepleegd i.v.m. een vrouwenperka ra. Van enige poging tot ontvluchting heb ik in Medan nooit gehoord, hoewel daar volop gelegenheid toe was, het kampement was van de buitenwereld slechts door een haag van prikkeldraad gescheiden. Wat de kritiek van de Moesson-lezer be treft, voor een groot deel kan ik me daar bij wel aansluiten. A.L. Orth, Diemen Baas (2) Ik kan de heer A. Kessel geruststellen. De marechaussee, marsose in het Maleis van toen, hebben in Atjeh het pacificatie-werk gedaan. De eenheid van het KNIL die de 'drie bloedvingers' op de kraag droegen: het symbool van hun trouw, moed en dapperheid. Zij waren bijna allen Ambon- se militairen. Deze militairen werden door ons, jonge militiesoldaten, altijd Oom genoemd en hun vrouwen Tante. Het is deze marsose, die met hun strijd in Atjeh de toekomstige eenheid van Indonesië gemaakt hebben. De sergeanten, er waren daar heel wat Indische jongens bij, werden 'baas' ge noemd. De luitenants werden letnan ge noemd, indien hij het vertrouwen had van de Ambonse militairen werd hij 'baas letnan' genoemd: hetzij baas letnan satu of baas letnan dua. Baas was de betiteling van vertrouwen, eerbied, trouw en toe wijding. Als ik lieg, lieg ik in commissie. Aldus werd mij dit verteld in krijgsgevan genschap door marsose sersans. U.C. Koot, Amersfoort Indo Amsterdam Ik ben een echte Amsterdamse met geen druppel Indisch bloed en ben getrouwd met een echte Indo uit Soerabaja. Wij kennen elkaar dertig jaar en hebben twee jongens: een van veertien en een van tien jaar. Wij voeden de jongens op met een Indische achtergrond en als Amsterdamse ben ik daar zelfs trots op. De beschaving die de meeste Indo's hebben, daar mag je best trots op zijn, zeg ik dan tegen ze. De oudste is al een paar keer in Indonesië geweest en huilt als hij weer terug naar Holland moet. Hij wil graag in Indonesië wonen zegt hij. Hij wil ook geen Hollands eten hebben, alleen rijst. Mijn tweede zoon is gek op patat, maar wil er wel tahoe bij hebben. Katjang idjoe-soep; daar zijn ze gek op. Dus mag ik toch wel zeg gen dat ik echte Indo's heb. Daar ben ik trots op. Thea Pietersz-Willems, Amsterdam Gemengdbloedigen In diverse Indische tijdschriften (o.a Moesson, De Indo en Melati) lezen wij artikelen over de Indo, Indo-Europeanen, het Indo-zijn et cetera. Soms wordt daar bij het woord 'Eurasian' gebruikt. Dit woord is volgens mij afkomstig uit het GEI 1EEL INDONESIË INLICHTINGEN: 0172-436086 Brieven INDIVIDUEEL REIZEN PER AIRCONDITIONED VERVOER Sumatra, Java, Bali, Lombok, Sulawesi en de Molukken. Sportieve mogelijkheden zoals duiken, snorkelen en het beklimmen van vulkanen. 4

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 4