Allochtoon, of toch moessQn Summcj, SeAAicut Eind 1996 kreeg ik van mijn werkgever een brief waarin werd gevraagd of ik be hoorde tot de doelgroep van 'allochtonen' zoals omschreven in de Wet bevordering evenredige arbeidsdeelname allochtonen (WBEAA). Uit de bijgevoegde definitie maakte ik - niet zonder verbazing - op dat het begrip inderdaad op mij van toepas sing is omdat ik in 1952 in Bandung ben geboren. Nu heb ik er geen enkele moeite mee als anderen mij rekenen tot de groep van allochtonen, zeker niet omdat ik het eens ben met deze wet die iets wil doen aan de achterstand op de arbeidsmarkt van allochtonen. Ik heb mijn werkgever dan ook de gevraagde gegevens verstrekt. Ik bleef me echter wel verbazen over de gehanteerde definitie. Ik realiseerde me dat ook mijn kinderen er onder vielen, maar veel oudere Indische mensen niét. Waar kwam die definitie vandaan? Contact met het Ministerie van sociale zaken leverde me de volgende citaten op: Uit de Wet bevordering evenredige arbeids deelname allochtonen (WBEAA, 11 mei 1994): - artikel lf: 'allochtonen: degenen die zich komend van elders in Nederland hebben gevestigd en hun kinderen.' - artikel 2.1: 'De werkgever is verplicht te streven naar evenredige vertegenwoordi ging binnen zijn onderneming van per sonen die behoren tot bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen doelgroepen van allochtonen.' Uit het Besluit ter uitvoering van de WBEAA (27 juni 1994; geldt voor twee jaar): - Artikel 3: 'Tot de doelgroepen van de wet worden gerekend (1) een persoon ge boren in Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba, Vietnam, voormalig Joegoslavië, Somalië, Ethio pië, Iran of Irak (2) de kinderen van de in (1) genoemde personen.' - Toelichting van minister B. de Vries op artikel 3: 'Tijdens de mondelinge behan deling in de Eerste Kamer is er van mijn kant op gewezen dat ik voornemens ben Antillianen, Arubanen, Surinamers, Turken en Marokkanen wèl, en Moluk- kers en Chinezen niet als doelgroep op te nemen. Molukkers konden niet als doelgroep worden opgenomen in onder havig besluit aangezien op grond van de wet de werkgever slechts - voorzover hier relevant - het geboorteland van de werk nemer en van zijn ouders in de perso neelsregistratie mag opnemen. De Molukken waren een onderdeel van voormalig Nederlands-Indië en vormen nu een onderdeel van Indonesië, en vormen derhalve geen aparte staat. Bovendien is een aanzienlijk deel van de Molukkers niet op de Molukken geboren. Wat betreft de in Nederland verblijvende Chinezen geldt dat de meerderheid daarvan niet in China, maar in diverse andere landen is geboren, en dat zij daarom niet op basis van het geboorte landcriterium kunnen worden geregis treerd. De gehele doelgroep bestaat derhalve uit de grootste groepen alloch tonen, waarvan uit de beschikbare af zonderlijke werkloosheidsgegevens blijkt, dat de werkloosheid onder die groepen tenminste drie maal hoger is dan de werkloosheid onder autochtonen.' Uit het Besluit tot wijziging van de doel groepen van de WBEAA (30 mei 1996; geldt voor twee jaar): - Artikel 3: 'Tot de doelgroepen van de wet worden gerekend: (a) een persoon geboren in Turkije, Marokko, Suriname, Nederlandse Antillen, Aruba, voormalig Joegoslavië, of in overige landen in Zuid- of Midden-Amerika, Afrika of Azië met uitzondering van )apan en voorma lig Nederlands-Indië; (b) de kinderen van de onder (a) genoemde personen.' - Toelichting van minister A. Melkert op artikel 3: 'In de brief van 23 oktober 1995 aan de Tweede Kamer over de stand van zaken rond de invoering van de wet, wordt aangegeven dat bij werk gevers- en werknemersorganisaties het beperkte aantal doelgroepen waarop de wet van toepassing is op onbegrip stuit. Gelet op de diversiteit aan minderheids groepen op de arbeidsmarkt wordt de huidige doelgroepdefinitie als te beperkt aangemerkt en in zijn uitwerking als onrechtvaardig beschouwd. Naar aanleiding van het voorgaande ben ik dan ook van mening dat bij deze twee jaarlijkse herziening van de doelgroepen, zoveel mogelijk gestreefd moet worden naar convergentie van definities die op het terrein van het minderhedenbeleid worden gehanteerd. Vanuit praktisch oogpunt dient daarbij zo veel mogelijk gestreefd te worden naar aansluiting bij de doelgroep-defini tie van de Stichting van de Arbeid en het Centrale Bestuur voor de Arbeidsvoor ziening.' In 1996 is gekozen is voor een ruimere definitie, waardoor personen zoals ik zelf wel onder de definitie zijn komen te val len. Maar hoe zit het met een vriend van mij, die een Hollandse vader en een Schotse moeder heeft en die in 1962 in Venezuela werd geboren omdat zijn vader daar toen voor Shell werkte? Vallen hij en zijn kinderen ook onder de definitie? 'Ja, inderdaad', was het antwoord van een ambtenaar van Sociale Zaken.' 'Raar, maar waar. Het geboortelandcriterium voldoet niet geheel aan het doel van de wet, maar ander criteria zouden nog moeilijker toe pasbaar zijn.' Omdat ik dit argument heel redelijk vind, zie ik geen reden om principiële bezwaren te maken tegen de nieuwe definitie. Wel realiseer ik me dat Indische mensen in Nederland er wellicht ook door worden verrast. Ik denk dat het goed is als zij be grijpen waarvoor de wet is bedoeld en inzien dat er in de definitie nog wel inter pretatieruimte is. Mij is gebleken dat het ministerie niet gebukt gaat onder een be hoorlijke kennis met betrekking tot het begrip 'voormalig Nederlands-Indië'. Wanneer en waar kwam daaraan een einde? Bij capitulatie aan (apan op 8 maart 1942? Bij de proclamatie van de Indonesische Republiek op 17 augustus 1945? Bij de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949? Bij de overdracht van Nieuw-Guinea aan de VN op 1 oktober 1962? Het lijkt me dat betrokkenen dit het beste zelf kunnen bepalen. Een water dichte definitie van het begrip 'voormalig Nederlands-Indië' is net zo moeilijk als dat van 'voormalig Joegoslavië'. Het belangrijkste doel van mijn artikel is Indische mensen en hun kinderen bekend maken met het feit dat door de wettelijk verplichte 'bevordering evenredige ar beidsdeelname' het voor werkgevers aan trekkelijk kan zijn hen in dienst te nemen, te hebben en te houden. Hopelijk is een aantal Indische mensen daarmee geholpen. Tom van der Geugten Voor al uw parties en reünies Sophisticated dansmuziek en gitaarballads 6 UITGEBREID DANSREPERTOIRE J.A.(Fons) Phefferkorn Barnsteenhorst 51, 2592 EB Den Haag, tel.: 070 - 347 39 35 of 070 - 354 99 05

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 6