Eerlijk
moessQn
om de zon zien op te komen. Grandioos
hoe Matahari zich aankondigde. Eerst leek
het alsof het bliksemde, dan alsof er
tientallen flitslampen van fototoestellen
tegelijkertijd afgingen. En zomaar ineens
staat hij daar aan de horizon.
Halverwege de poeasa begonnen de man
nen en grote en kleine jongens bamboe
kokers te maken die gevuld werden met
petroleum om er flinke knallen mee te
maken. Een niet ongevaarlijke traditie,
maar het hoorde er gewoon bij. Mensen
die een hekel hadden aan dat geboem
zeiden dan dat het een oud heidens ge
bruik was om de boze geesten te verjagen,
in de hoop dat ermee gestopt werd.
Tegen het einde van de poeasa werd de
sfeer voelbaar anders. Nieuwe kleren en
schoenen en koepiah's werden aange
schaft. Rijk en arm waren er mee bezig.
Voor velen betekende het hun sieraden
weer bij de lommerd vandaan halen om
er straks mooi en rijk uit te zien. Want na
het beëindigen van de poeasa is het voor
iedereen een groot feest en dien je mooi
en in het nieuw gekleed te zijn.
De vrouwen en oudere meisjes kregen het
druk met het maken van koekjes zoals
kwee semprong, tjakar ajam, jonge papaja
in figuren gesneden, in een soort deegje
getjoemd en dan gefrituurd, wadjik,
kolang kaling in rood en wit, voor de vele
familieleden en gasten die je komen feli
citeren en om vergiffenis vragen voor de
fouten die er in het afgelopen jaar zijn
gemaakt.
De laatste dag van de poeasa togen wij
naar de moskee om de graven van naaste
familieleden schoon te maken en er te
berziarah. Dat hield in dat over de graven
water werd geplengd vanaf het hoofdeinde
naar het voeteneind. Zo'n drie a vier keer.
Ieder deed dat op z'n beurt, daarna
werden er bloemen vermengd met
fijngesneden pandan-blad over de graven
gestrooid, gevolgd door een gebed.
Diezelfde avond werden er bamboekokers,
gevuld met petroleum en voorzien van
lonten, aangestoken of kaarsen. Tegen
woordig heeft men daarvoor kerstverlich
ting, die het gehele jaar blijft hangen voor
eventuele andere feestavonden. Deze
avond noemden wij Malam Selikoer en
als je door de stad rijdt 's avonds kan je
direct de wijken herkennen waar de
meeste moslims wonen.
Een leukere afsluiting van de poeasa was
niet denkbaar, nieuwe kleren en schoe
nen, niet meer te hoeven vasten en gezel
lige dagen in het vooruitzicht. Wakker
worden en dan te beseffen dat het einde
lijk zover was Hari Raya oftewel Hari Raja
Idoelfitri of Aidilfitri.
Op deze dag wenst men elkaar Salamat
Hari Raja toe en vraagt tegelijkertijd om
vergeving (Maaf zahir batin). Vroeg in de
ochtend waren de moskeeën en de om
ringende velden gevuld met blije mensen
om er gezamenlijk te gaan bidden.
Het ontbijt nuttigden wij traditiegetrouw
bij de sultan van Asahan thuis met vele
familieleden. Heerlijke roti Jala (een
variant hiervan is roti Cané, wat in Deli
en Bedagai wordt gemaakt) met hete
kerrie kambing.
Daarna gingen we naar de oudere tantes,
die na de sociale revolutie weduwen
waren geworden en zich toen in Medan
hadden gevestigd. Wij kinderen namen
Klaas Bontebal was twee weken in Indië.
Hij was benoemd tot 'Adspirant-Contro-
leur (jawel, met een d!) ter beschikking
van de Controleur van Djoedjoeran en
Piranan te Kota Baroe'. Een mooie vlag
op een lege en lekke kano, want voor
lopig had Klaas nog niets anders gedaan
dan niet begrijpend met zijn chef mee
lopen en beduusd luisteren naar alle ge
sprekken in het Maleis, waarvan hij niets
kon verstaan. Het bleek nog wel iets
anders om in Leiden lange verhalen uit
de 18de eeuw (in Arabisch schrift) te le
zen en te vertalen, dan om een gesprek
te voeren of zelfs maar te verstaan in de
vorm, waarin de taal hier gesproken werd.
Zijn chef was die morgen weggegaan met
een vrolijk: 'Nou, jij past wel op de win
kel, hè?', waarop Klaas braaf geantwoord
had: 'Natuurlijk'. En nu zat hij in span
ning en in angst dat er een bezoeker zou
komen, die alleen maar Maleis zou
spreken.
Hij zat daar keurig in zijn witte uniform,
met de vergulde epauletten en knopen
met een grote W erop, wat verveeld in
onbegrijpelijke dossiers te bladeren om
'erin te komen', zoals zijn baas had ge
zegd. Hij schrok toen de oppasser (wat
in Holland een bode zou heten) binnen
kwam op zijn blote voeten en een
bezoeker aankondigde. De man die
binnenkwam, was netjes gekleed met
colbert en in de borstzak een rij vulpot
loden en vulpennen. Kennelijk een
intellectueel. Bovendien had hij een
lange Sanskritnaam, heel chic, zoals in
Nederland een Franse naam een zekere
luister verleent. En tot Klaas' opluchting
sprak de man Nederlands en zei: 'Goede
morgen, doctorandus Bontebal. Welkom
in Kota Baroe'. Opgelucht zei Klaas:
het ervan, alles kreeg je, zelfs tapeh. Mijn
broer en ik werden er dan tipsy van en
ondanks de smeekbeden van mijn moeder
om niet meer tapeh te geven, kregen wij
het toch. Toen wij jong waren kregen wij
het toch ook, was dan het antwoord, waar
mee wij het geheel eens waren. De vol
gende dag kwamen de jongere familiele
den naar ons huis en onze klasgenootjes.
Gezellige dagen waar familiebanden,
saamhorigheid, vriendschap en verge
vingsgezindheid de boventoon voeren.
Ad Mansoer
'Dank u wel. Wat kan ik voor u doen?'
'Ik kom een klacht indienen, meneer de
adspirant-controleur', sprak de gast.
'U weet natuurlijk, dat Kota Baroe een
kieskring heeft en dat we net onze ver
tegenwoordiger in de Volksraad hebben
gekozen?' 'Natuurlijk', loog Klaas vlot en
piekerde zich suf, hoe dat ook weer zat.
'U weet toch ook, dat wij hier vijftien
kiesmannen hebben?'
De volgende leugenachtige bevestiging
volgde. 'Nu, ik heb negen mensen
betaald om op mij te stemmen en ik heb
maar zes stemmen gekregen, zodat een
ander is benoemd. Liet is dus wel duide
lijk, dat ik ben bedrogen. LI moet dat
uitzoeken en zorgen dat de schuldigen
worden bestraft. Het is toch oneerlijk,
dat zult u met mij eens zijn.' Klaas
voelde de transpiratie over zijn rug lopen
en zocht wanhopig naar een antwoord,
terwijl hij zijn voorhoofd in diepe
rimpels trok om te laten zien, hoe
ernstig hij deze zaak opvatte. Tenslotte
kwam de inspiratie. Klaas zei: 'Kunt u
ook bewijzen, dat u die heren hebt be
taald? En weet u wie zich niet aan zijn
woord heeft gehouden?' 'Nee, natuurlijk
niet', zei de gedupeerde. 'Het gebeurde
toch tussen oude, vertrouwde vrienden?
Dat moet u nu juist uitzoeken en be
wijzen.' Klaas kreeg een ingeving en zei:
'Meneer, als we dit nu kunnen bewijzen,
beseft u dan wel, dat u zelf als omkoper
ook strafbaar bent?' De man zweeg ver
schrikt en zei op tragische toon: 'Mag dat
nou ook weer niet van jullie? Ik vind dat
niet eerlijk.' Moeizaam stond hij op en
vertrok zachtjes mopperend over zo veel
onrechtvaardigheid van de Nederlandse
overheid. Klaas leunde opgelucht achter
over: hij had zijn eerste beproeving
glansrijk doorstaan. Vond hij.
C. van Heekeren
24