Oproep Indische gebruiken en gewoonten moessQn Ajo, die paraplu niet binnen openmaken. Waarom dan niet ma? Niet goed. Waarom 'niet goed'? Is niet goed ja. Al. Dit soort 'uitleg' over de betekenis van Indische gewoonten en gebruiken is nog steeds aan de orde van de dag. Ook wij knippen onze nagels niet 's avonds, terwijl we er geen weet van hebben waarom dat 'niet goed' zou zijn. Zo zijn er tal van gewoonten en gebruiken die niet goed of juist wel goed zouden zijn. De oorsprong van deze gebruiken en gewoonten ligt in Indië en ze zijn ontstaan uit de sociale en religieuze normen en waarden van de multiculturele samenle ving van toen. Louise Peeters en Riny Boeijen hebben het initiatief genomen hierover een boek uit te brengen: een verzameling Indische gewoonten en gebruiken, op anecdotische wijze belicht. Het wordt geen wetenschap pelijke uitgave, maar een boek dat je als naslagwerk kunt gebruiken en dat ook gewoon leuk is om te lezen. Een verhalen bundel die de lezer met smaak zal veror beren: soms met een korreltje zout meer, soms met een korreltje zout minder. Omdat de samenstellers graag meer infor matie willen hebben over Indische ge woonten en gebruiken, nodigen zij u van harte uit te reageren. LI mag schrijven, maar ze zijn ook bereid om uw verhalen aan te horen en vast te leggen. Lilian Ducelle steunt het initiatief en zal de schrijvers met raad en daad bijstaan. Om u vast een beetje van de sfeer te laten proeven, volgt een korte voorpublicatie. Selamat makan. paraplu: een paraplu mag binnenshuis niet worden geopend. Een exponent van de angst voor de dood. Wanneer er bij een Chinese familie iemand was overleden, lag de dode thuis opge baard. De kamer waarin de baar stond, was versierd met pajongs (paraplu's). Door in huis een paraplu te openen, werd de dood als het ware in huis gehaald. slang: een slang in huis betekent dat de bewoner gaat verhuizen. Tante Dee woonde in Spanje, in een bo venhuis. Al vijftien jaar. Ze was oud en weduwe en sleet haar dagen met vaste bezoekjes aan vriendinnen, boodschappen doen en lezen. Beneden haar woonde de eigenaresse van het huis: mevrouw Engel. Mevrouw Engel was geenzins een persoon die haar achternaam eer aan deed. Het was een kreng. Ze maakte herrie, schold op alles en iedereen en gebruikte daarbij woorden waarvan tante Dee nog niet eens de betekenis kende. Maar dat het geen nette taal was, wist tante zeker. Ze vermeed haar daarom zoveel mogelijk en van de herrie had ze weinig last. Tante Dee was hardhorend. Op een dag kwam ze terug uit de stad en zeulde zuchtend haar ge vulde boodschappentas de trap op naar de voordeur. 'Daaag Dee', klonk een schelle stem door het raam van de benedenver dieping. Tante Dee draaide zich om en riep naar beneden: 'Nee ik ga niet mee. Ik ben net terug van boodschappen doen.' Vervolgens stak ze de sleutel in het slot, opende de deur en zette haar boodschap pen op de keukentafel. De Spaanse mid dagzon was onbarmhartig die dag, zodat de koelte van het huis haar goed deed. Tante slofte naar de badkamer om het stof van zich af te spoelen. Heerlijk dat half lauwe water. Net als vroeger onder de pantjoeran. Ze besprenkelde haar lichaam rijkelijk met een viooltjesgeur en wikkelde zich in een uitbundig bedrukte kain. Opgefrist slofte ze richting keuken om aan het eten te beginnen tot ze plots als aan de grond genageld stond. Voor de voor deur lag een donkergroene slang. Ze schatte het beest wel een meter lang. Nee, wel twee meter. De slang lag halfop- gerold en zocht draaiend met kop en bo venlijf de omgeving af. Tante Dee voelde het bloed in haar hoofd wegtrekken en kon geen geluid uitbrengen. Met loodzwa re benen schuifelde ze stapje voor stapje richting kamer, de slang geen moment uit het oog verliezend. Toen ze zich veilig waande, snelde ze naar het balkon en begon om hulp te roepen. Mevrouw Engel hoorde het gejammer en stak haar hoofd door het raam. 'Wat is er Dee?' 'Er ligt een slang voor de voordeur. Kom me helpen. Kom toch snel.' 'Wat voor een slang dan?', krijste mevrouw Engel. 'Een grote' omschreef tante haar belager en vouwde haar handen alsof ze haar beschermengel om hulp bad. 'Oh, ik kom er aan', brulde mevrouw Engel en zocht tussen haar tuingereed schap een wapen dat bij de omschrijving paste. Vlet een hark in de hand stormde ze even later de trap op. Ze opende met een brede zwaai de voordeur en keek de sissende indringer recht in de ogen. Niet in het minst geïmponeerd gaf ze het beest meteen een flinke klap. De vonken sprongen van de natuurstenen vloer. 'Hier pak aan, klotekop', en opnieuw haalde ze uit. 'Ja hij heeft inderdaad een grote kop', hijgde tante amechtig op veilige afstand. Bij de derde klap greep de slang zich vast aan de tuinhark. Mevrouw Engel verander de van tactiek. Ze hield de hark voor zich uit, liep achteruit de trap af en gooide met een ijselijke gil het gevaarte de voortuin in. 'Is ie weg?', klonk een benepen stem vanuit de kamer. 'Ja hoor. Die komt niet meer terug.' Tante Dee was gered. Uiteraard vertelde ze de volgende dag het voorval in geuren en kleuren aan haar vriendin Toetie. 'Weet je meis', zei Toetie 'dan ga je binnenkort verhuizen.' 'Waarom dan?', had tante verbaasd geke ken. 'Een slang in je huis betekent dat je binnenkort gaat verhuizen.' 'Ach onzin', had ze het orakel bezworen. En daarmee was de kous af. Enkele weken later stond tante in gedach ten verzonken boven haar dampende wadjan. Ze was ontstemd. Mevrouw Engel had haar nobele reddingsactie namelijk aangegrepen als een mooi moment om de huur te verhogen. Tante voelde zich voor het blok gezet. Ze was al oud. Waarom nog de huur verhogen? Voor die paar jaar dat ze er nog woonde? Niettemin was mevrouw Engel onverbiddelijk geweest. Haar overpeinzingen werden onderbroken toen ze haar voornaam hoorde. 'Deeeee.' Het was mevrouw Engel die riep. Tante stak haar hoofd door het openstaande raam en antwoordde: 'Jaaaa.' 'Dee, het stinkt hier. )e gebruikt er zeker vis bij?' De vragenstelster stond wijdbeens met haar armen in de zij onder het raam. Tante wilde kwaad worden, maar vroeg voor alle zekerheid naar een herhaling. 'Wat zeg je?', waarop mevrouw Engel nog nadrukkelijker schreeuwde: 'Het stinkt hier. Je gebruikt er zeker vis bij?' Tante Dee had het dus goed gehoord. Dit was de limit. Ze knalde het raam dicht, draaide het gas uit, frommelde wat kleren en toiletspullen in haar koffer en stond een half uur later met hoogrode konen bij Toetie op de stoep. 'Wat is er gebeurd meis?', vroeg Toetie bezorgd. 'Ik ga verhuizen Toetie'. 'Maar waarom dan? Vanwege de huur?' Tantes lippen trilden. 'Ach nee, die huur had ik wel willen betalen. Maar mevrouw Engel is te ver gegaan. Zoeven stond ze me ook 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 34