m Olifanten (Elephas maximus) Mens, dier en natuur Het grootste landzoogdier ter wereld, de olifant, heeft de mens in wiens leefgebieden hij voorkomt steeds ontzag ingeboezemd. Kolossaal, sterk en intelligent, vertegenwoordigt het dier een oerkracht. Jaarlijks vallen onder de bevolking van Azië meer doden door toedoen van olifanten dan door tijgers. Niet verwonderlijk dat een dergelijk tot de verbeelding sprekend dier in de folklore van Azië en Afrika een prominente plaats inneemt. In het verleden werden olifanten in de agrarische gemeenschappen van Azië gezien als familie van de wolken, waar schijnlijk vanwege hun grote omvang, grijzige kleur en hun getrompetter dat met de donder tijdens een onweer vergeleken werd. Men meende ook dat de olifant eertijds vleugels had en dat ze net als wol ken van vorm konden veranderen. Volgens een legende streek een kleine groep vliegende olifanten eens neer in een boom, waaronder een groep leerlingen rondom een goeroe bijeen zat. Door het gewicht van de dieren brak een tak af die enkele leerlingen doodde. De vertoornde goeroe sprak toen een vloek uit, waardoor zij hun vleugels kwijt raakten en zich ook niet meer als wolken van vorm konden veranderen. In het verleden bezag men in Sumatra de olifant ook als de veroorzaker van de bliksem. In de Bataklanden geloof de men dat zij de bliksem met hun slurf wegslingerden. Rondom Palembang geloofde men dat wanneer olifanten hun slagtanden bijscherpten, dit onweer ver oorzaakte. Ook de Romeinen meenden dat de olifant een mystiek dier was dat met de zon, maan en sterren een binding had. Geleidelijk aan kreeg de folklore een plaats in de religie. Zo kent het hindoeïs me Airavata, die de voorvader van alle oli fanten en het rijdier van de god Brahma is. Ook vertegenwoordigt Airavata zowel de regenboog als de bliksem, waardoor de olifant met het weerlichten bij onweer in verband werd gebracht. Via het hindoeïsme is waarschijnlijk ook de olifanten-folklore op Sumatra ont staan. In het boeddhisme heeft men vele goden van het hindoeïsme verworpen, doch zijn in de 'Jataka' of wel 'geboorte verhalen' over Boeddha veel mythische kenmerken van de olifantencultus verwerkt. Bedreigd en verspreiding Helaas is het zo dat de olifant, die bij sommige mensen zelfs als een god wordt vereerd, toch een bedreigde diersoort is geworden. Sinds de oudheid wordt het dier vervolgd om zijn ivoren slagtanden en door de bevolkingsgroei in de gebieden waar hij voorkomt, maakt steeds meer leef gebied plaats voor akkers en bouwland. Het aantal olifanten is in de tweede helft van deze eeuw steeds sneller afgenomen. Bij de olifanten in Azië onderscheidt men drie soorten: de Ceylon-olifant, de Aziatische olifant en de Sumatraanse olifant. De Aziatische olifant had in het verleden een enorm verspreidingsgebied van de rivieren Eufraat en Tigris in Syrië en Irak tot in China en Indonesië. Dit verspreidingsgebied is thans verbrokkeld en het dier komt nog slechts in delen van zijn vroegere leefgebied voor. De populatie van de Aziatische olifant wordt geschat op 36.000 tot 44.000 exem plaren. Volgens recentelijke tellingen komt de grootste populatie in India voor (17.500 tot 22.000 exemplaren) en de kleinste populatie bevindt zich in Nepal (25 tot 85 exemplaren). Men schat het aantal op Sumatra - waar zij in leefgebieden verspreid over het hele eiland voorkomen - tussen 2.800 en 4.800 dieren en op Noord-Kalimantan op 100 17 41ste jaargang nummer 12 juni 1997

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 17