Bougainvillea moessQn door Netty Selder Bougainvillea - Drielingbloem - Bugenvil en Kembang Kertas Familie: Nyctaginaceae nachtschone- achtigen De Bougainvillea is de meest bekende algemene en geliefde plant van de tropen en subtropen. Rond 1900 zijn de planten in cultuur gebracht. Er zijn zeker achttien verschillende soorten. De Bougainvillea is genoemd naar de Franse ontdekkingsreiziger en officier Louis Antoine de Bougainville, die leefde van 1729 tot 1811. Op 38-jarige leeftijd leidde hij een expeditie die met het zeilschip L'Etoile rond de wereld voer. Een van de leden van de expeditie was de plantenverzamelaar Philibert de Com- merson, hij gaf de plant de naam 'Bou gainville'. Wie in de tropen of subtropen is geweest moet de weelderige en vooral bijzondere kleuren zijn opgevallen. In Indonesië groeien ze veel in het laaggebergte tot 1000 meter boven de zeespiegel. Eigenlijk doet ze het overal, als de plant maar de hele dag in de volle zon staat. Normaal groeien Bougainvilleas in de volle grond in tuinen en parken. Wordt ze in een pot geplant, dan zal ze niet zo snel groeien. In een pot of in onvruchtbare grond zal (als de scheuten afbreken of gesnoeid worden) de plant er heel armetierig uitzien. Toch zal juist die toestand de plant er toe aanzetten veel bloemen te dragen. Met als resultaat een plant met veel bloemen en weinig blad. Een Bougainvillea die in vruchtbare volle grond groeit en geregeld mest en water krijgt zal voorspoedig groeien met stevige stengels en veel bladeren, echter de bloei Onze Bougainvillea spectabilis prachtig in bloei! zal schraal zijn. De weinige bloemen staan op het eind van de takken. In de hoofdstad Funchal op het bloemen- eiland Madeira loopt door het centrum een brede, naar ik meen droge en diepe gracht. Die gracht is op een bepaald gedeelte helemaal overdekt met een zee van dieppaarse bloemen. Deze Bou gainvillea hangt en slingert met zijn lange ranken over allerlei draden. Het is werkelijk Bougainvillea in Funchal, Madeira prachtig! De achternaam spectabilis bete kent niet voor niets 'prachtig'! Ze is een sterk verhoute heester of klim plant. De stam kan een lengte van vijftien meter bereiken. De meterslange takken klimmen door elkaar met behulp van hun sterk gekromde takdoorns. Door jonge planten flink te snoeien kan men er een haag van vormen. Als men een struik wil hebben moet men meteen na de bloei snoeien. Als klimplant kan ze oude muren en priëlen bedekken. De plant is bladverliezend. De doffe, donkergroene eivormige tot lancetvormige bladeren zijn gaafrandig en zacht behaard. Ze staan verspreid aan de plant en zijn vier centimeter lang en twee tot drie centimeter breed en eindigen in een punt. De bleekgele bloempjes zijn omgeven door drie grote paarsrode, teer geaderde schutbladeren die ongeveer vijf centi meter lang en drie centimeter breed zijn. De drie buisvormige bloemen met omge krulde zoom zijn met hun steeltje vergroeid aan het schutblad, waarmee ze samen afvallen. De zeven tot tien meeldraadjes lig gen verborgen in de bloembuis. De schut bladeren zijn papier achtig. 'Kembang kertas' betekent papierbloem. Bougainvillea bloemen hebben verschillende kleuren, van wit, rose lila, rood, geel, oranje, paars en zalmrose. Dat ligt aan de soort, er zijn ook soorten met dubbele schutbladeren. Door de gekleurde schut bladeren worden insecten gelokt die voor de bestuiving zorgen. Er zijn Bougainvillea planten die aan één plant twee of drie verschillende gekleurde bloemen dragen. Men bereikt dit door middel van oculatie. Oculeren is een vorm van enten. Hiertoe wordt in de bast van bijvoorbeeld een witte Bougainvillea een T-vormige insnijding gemaakt. Men kiest dan een takje met dikke knoppen van bijvoorbeeld een rode Bougainvillea. Een knop moet zo van de loot worden afgesneden dat aan de onder- en boven kant een schilfertje bast blijft zitten en net onder de knop een flintertje hout. Met het oculeermes de bast aan beide kanten van 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 30