Sterrenpraatje moessQn Zoals beloofd, nu eens een babbeltje over de sterren en planeten, want die worden nogal eens door elkaar gehaald. Het mooist kan je de sterren, planeten en sterrenbeelden zien bij een niet vervuilde en onbewolkte lucht en een droge atmos feer zonder aanwezig maanlicht. Zo heb ik de mooiste sterrenluchten ge zien in de Rode Zee als de wind, die on- dere andere in Pakistan en India voor de natte moesson zorgt, nog niet doorstaat en dus geen woestijnzand opblaast. Daar is de lucht dan schoon, kurkdroog en op het grootste deel van het traject door de Rode Zee heb je nog weinig last van licht vervuiling van grote steden. Ook op zuiderbreedte tussen Pitcairn en Nieuw Zeeland bijvoorbeeld en onder an dere onder de droge wal van Australië, heb ik menigmaal kunnen genieten van de fonkelende sterren aan het kobalt kleu rige firmament. Uiteraard zie je als kind dat niet altijd vroeg naar bed moest, wel eens sterren en sterrenbeelden. Maar mijn eerste haar scherpe herinneringen dateren uit de pe riode 1941-1945 toen wij achter de kawat zaten opgesloten in het Jappenkamp Kam- pili. Zoals Lilian Ducelle destijds eens schreef dat er al veel te veel bomen gekapt zijn om papier van te maken voor al die afge drukte kampverhalen, zo zal ik de Moes sonlezer niet met kampverhalen vermoei en, maar alleen stellen dat ons Jappenkamp Kampili op Zuid- Celebes het minst slechte kamp was in de Grote Oost. Wij werden niet gemarteld en zelden geranseld en zaten derhalve na de gedane dagtaak en bij gebrek aan van alles en nog wat, meestal relaxed buiten op het veld, herkenden in de wolkenformaties mensen en onder andere dieren en keken naar de sterren en sterrenbeelden en gaandeweg leerde je heel wat sterrenbeelden bij naam kennen. Een schattig flonkerend klein sterren beeldje is het Zevengesternte dat aan de oostzijde van het sterrenbeeld Orion staat en dat ik tijdens al die avonden op het veld en soms vanuit de open loopgraaf tijdens het zoveelste loze luchtalarm, aan het uitspansel zag staan. Later op zee en nu vanuit m'n kebon te Voorst als ik nog eens tegen middernacht mijn hond Djaga in de boomgaard uitlaat, dan zie ik het Zevengesternte voor de zoveelste keer en is het als een oude en trouwe vriend die ik weer zie en die alleen maar aangename herinneringen oproept. Want alhoewel we toen op dat veld naast Loods 12 in Kam pili echt niet de beschikking hadden over snoepjes, repen chocola, koekjes of een kopje chocolademelk te drinken kregen, overheerst bij mij nu nog het gevoel van vrede en dat in oorlogstijd. Maar er waren geen rampokkers (rovers) of orang orang djahat (wilde opstandelingen) die ons kamp zouden willen binnendringen en de Japanse commandant zag je ook zelden als het avond was en als je hem zag, moest je wel buigen maar kreeg je nooit een schop. Omdat de aarde met de planeten, zij het met verschillende omloopsnelheden om de zon draaien en omdat de aarde ook nog eens per etmaal om haar as draait, bewegen de planeten zich voor ons oog vrij onregelmatig tussen de sterren door en dat terwijl de sterren en sterrenbeelden voor ons oog, op hun plaats zullen blij ven staan en de vorm van de sterrenbeel den precies dezelfde is als die de sterren wichelaars twee duizend jaar geleden hebben gezien. Hierdoor ontstaat het fenomeen dat die of die planeet avondster of morgenster is en dat wisselt nog wel eens. Als een planeet avondster is, dan zien we die reeds uit de avondschemering als een heldere ster opdoemen en gaat dan na korte of langere tijd na de zon on der. En als een planeet morgenster is, dan zien we hem tijdens de verdwijnende duisternis als een heldere ster voor zons opkomst. Hoe weten we nu of we met een ster of met een planeet te maken hebben? Plane ten weerkaatsen licht van het opgevangen zonlicht en flonkeren niet. Sterren die alle gasvormig zijn en net als de zon in gloei ende toestand verkeren, flonkeren hetgeen vooral met een kijker goed te zien is. De binnenplaneten Mercurius en Venus staan dichter bij de zon dan de aarde, dus daar is het 'bakkar' en op de buitenplane ten met uitzondering van de aarde die im mers ook een planeet is, zoals Mars, Jupi ter, Saturnus, Uranus, Neptunus en Pluto, heerst een ijzige eeuwige winter. Nu valt het in de randstad met de lucht- en licht vervuiling niet mee om 's nachts nog wat te zien. Maar als u nog eens naar boven kijkt en ziet een zogenaamde ster die niet flonkert, dan is dat een planeet die een deel van het ontvangen zonnelicht terug kaatst. Mercurius staat te dicht bij de zon om waargenomen te kunnen worden. Venus en lupiter zijn knoeperts om te zien en Mars vertoont een licht roodachtig licht. En alle andere sterren die wel flon keren, dat zijn allemaal doodgewone zon nen die daar lekker fel staan te branden. Sirius die na opkomst van de Orion goed te zien is, is de helderste ster die we ken nen. Maar de planeten Venus en Jupiter zijn helderder. Omdat er miljarden sterren zijn waarvan er hoogst waarschijnlijk een heel stel, ook planeten om zich heen hebben draaien, zou een bepaalde vorm van leven ergens in het heelal tot de mogelijkheden beho ren. Maar radiocontact met eventuele bui tenaardse beschavingen kunnen we voor lopig wel schudden. Terlaloe djau. Te ver weg. De dichtstbijzijnde andere zon (ster) is Alpha Centauri die we nabij het Zuider kruis kunnen zien. De afstand is plus mi nus 4,3 lichtjaar. Dus stel dat om Alpha Centauri een planeet met menselijk leven draait en dat daar een radio-amateur met ons in contact wil komen, dan heeft zijn naar ons uitgezonden boodschap 4,3 lichtjaar nodig om ons te bereiken en als wij dan direct antwoord sturen, dan heeft dat wezen 8,6 lichtjaar lang op onze reac tie moeten wachten. Als we dan weten dat een andere vrij dicht bij ons staande ster de poolster is die slechts op een afstand van zo'n 48 lichtjaren staat, dan is het ontmoedigend om te hopen op contact met andere beschavingen uit de ruimte. Alle sterren gaan in het oosten op en gaan in het westen onder, net als de zon en dat komt omdat de aarde om haar as draait. Zomers staat op onze breedte de gelijkbe- nige zomerdriehoek met de sterren Altair, Wega en Deneb, 's nachts boven ons en in de winter staat de Orion met de zeshoek Pigel, Sirius, Procyon, Pollox, Castor en Aldebaran 's nachts boven ons. Mana bisa, of hoe ken deze? Het verschil in tijd tussen een sterrendag die gelijk is aan de tijd waarin de aarde eenmaal om haar as draait en een ware zonnedag is 4 minuten. Zodat alle sterren en sterren beelden allemaal elke dag een stukje op schuiven en na verloop van een jaar staan zij weer op hetzelfde plekje. En kita poenja boelan? En onze maan? Dat is in wezen een planeet van onze aar de en gevangen door de aardse zwaarte kracht draait die om de aarde heen. Om dat de maan tijdens een rondreis om de aarde ook nog eenmaal om haar eigen as draait, zien we met een speling van plus minus twee procent steeds dezelfde kant van de maan naar ons toegekeerd. Zo, en nu al deze, soeda. Tjoekoep. Sebab nanti dapat kepala poesing en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Lucas Lindeboom (Pohon Linde) 32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 32