moessQn
SuUvicj, SeAAixut
het merk Mercedes Benz, die voor de aan-
en afvoer van goederen en producten van
de bergcultures zorgden tussen de omlig
gende ondernemingen op de hellingen
van de Gunung Gede, de Gunung Salak en
Bogor. Wijlen mijn Pa was in die dagen,
1935-1936, hoofd van de goedangs, te
genwoordig noemt men dat manager
'meneer Cargo Handling' van de Staats
spoorwegen (SS), de toen nog kleine kat
jong Bert ging na schooltijd, meestal don-
tjèngan met Emil Dakkus (vadernja hoge
kang bij de world famous Botanical Gar
dens, zoals vermeld in Step by Step, (En-
gels leerboek Mulo) naar pa's kantoor om
dan samen met pa, ongeveer half twee,
ook alweer dontjèngan naar huis te gaan.
Intussen neusde hij overal, met in zijn
kielzog de oude, trouwe mandoer Maih,
rond. Eén van de chauffeurs van, laten we
het maar Transportbedrijf Buitenhuis noe
men, was een grote, forse Soendanees die
King Kong werd genoemd. Hij moet be
slist een behoorlijk grote druppel Europees
bloed van één of andere avontuurlijke en
romantische planter in zijn aderen hebben
gehad, aangezien hij op een blanke sinjo
leek. Ik ben een beetje afgedwaald en ga
nu terug naar onze Joke. Als ik lekkere
jonge of mêngkêle mangga had, al dan
niet eerlijk gekocht op Pasar Anjar of eer
lijk geplukt van iemands manggaboom
met een hart njang kloppen dag, dig, dug,
at ik dat met een beetje zout niet tijdens
de pauze, maar in de klas. Waarom ja?
Misschien spannender? (oke rook en
hoorde (krêtêk, krêtêk, krêtêk, ook al ge
bruikte ik een geluiddemper, nog hij geef
geluid) mij die stukjes mangga oppeuze
len, keek achterom en vroeg: 'Wat eet je
daar Bert?' 'longe mangga, wil je ook?'
'Ia, graag', was loke's antwoord en dus ver
huisde een stukje mangga moeda met wat
zout naar )oke toe, nadat eerst onze on
derwijzer, de heer De Vries, goed in het
oog werd gehouden, alvorens de transfer
plaats vond. Met de goelali ging het de
zelfde weg op. Deze goelali was betoel
betoel boekan main lekker, nog lekkerder
dan de bekende goelali van Lampegan
(tunnel van Lampegan), ook nog bekend
om zijn deng-deng beloet (aal). Op weg
naar school kocht ik voor sepintjang (l'/2
cent) of 2 centen een stuk goelali met
tjempedak, nangka, of djahé smaak. De
goelali werd door een katjong op het erf
van de houtzagerij Bo Tjiang, schuin te
genover de fietsenmaker Hok Tjoen Hien
aan de Gasfabriekweg (hoofd van de gas
fabriek was meneer Hofman, wiens kinde
ren, Harry, Dicky, Lies en anderen ook op
de Chr. School waren) verkocht, loke was
er dol op, dat rijke en 'arme' kind, want
voor Joke was deze 'smeurie' volgens mij,
in dat grote en mooie huis aan de Pledang
'verboden vruchten' en dus deelde ik Joke
in mijn, op eerlijke of oneerlijke wijze
verkregen rijkdommen. Maar, ini dia, ada
maarnja, want isser ook stimulansnja.
Eerlijk is eerlijk, je kon de klok er gelijk
op zetten, de volgende dag beloonde Joke
me met lollies of een appel. Ini namanja
barter jang istimewa hoed, zoals eeuwen
geleden de Amerikanen dat met de India
nen in het land van de grote Manitou de
den. Ja of niet deze? Elke maandag brach
ten we een cent mee voor de zending, de
maandagcent. Dan werd het collectebusje
of -kistje de klassen rondgebracht. Op het
kistje zat een geknielde 'inboorling' ini
namanja nog de oude koloniale tempo
doeloe, in de sembah-houding en als je je
centje erin stopte knikte hij dan als teken
van dank. Sajang betoel in die tijd tech
niek nog niet zo djempol als nu. Tjoba als
nu, tanggoeng je hoort hem zeggen in
stereophonic-sound terwijl hij knikt: Terima
kasih'. Weet je hoeveel Joke erin stopte?
Een mooi blinkend kwartje! Mijn mata
kerandjang melotot en in mijn computer
in die pantji oetek komt op het scherm:
'Doe'ilah sofeel? Ken kopen twee klossen
glastouw en vijf vliegers van Kang (oudere
broer) Utjèng, de bekende toekang lajan-
gan van Tjiwaringin Abèsin, Bogor. Of
naar het zwembad Kota Batu of natuurbad
Tjiboerial, of op een zondag Buitenzorg-
Batavia vice versa op de fiets met als lunch
nasi-kambing op Pasar Senèn bij Bang
Djupri en Veronica-ijs eten op Kramat.
Op de terugweg, tegen een uur of vier
's middags wordt een lekkere grote mang-
kok laksa Tjibinong bij een Entjim (Chi
nese tante/oudere vrouw) met als toetje
na tapé oeli gebeukt. Adoeh, adoeh wat
een verspilling, kaja tegenwoordig minis
ter Pronk. Onze Lieve Heer vergeef me ja,
voor deze slechte gedachten, maar een
kwartje was voor ons in die tijd betoel
betoel banjak veel geld. Ja toch?
En dan zal ik ook nimmer mevrouw Bui
tenhuis, de moeder van Joke, vergeten.
Ik kwam met mijn jongere broer Chris
van de SS opslagplaats van steenkool en
dwarsliggers bij de eerste spoorweg-over
gang als je van de Park- of Stationsweg
komt (naast de tweede Europeesche Lage
re School met als hoofdonderwijzer de
heer Baars), waar we gevliegerd hadden.
Je weet wel hoe dat ging. Als ik ging vlie
geren dan hield Chris de golongan en om
gekeerd. Vele boeaja lajangan woonden
aan de Parallelweg (de jongens Finski) en
Witselaarsweg (de jongens v.d. Tuin) en
wij tweetjes in goede bui, want menang
vier keer en kalah een keer and last but not
least, isser nog twee cent voor kopen
drank in de vorm van tjintjau (de echte
van tjintjau-bladeren gemaakt), ès seroet
(pasra), ès poeter of tjendol. Dus wij van
boven, isser kleine stijle helling, richting
gasfabriek gelopen om minoeman te ko
pen. Bij de tweede spoorweg-overgang, de
spoorbaan Buitenzorg-Batavia, zat, sila,
meestal een blinde bedelaar met zijn klei
ne toedoeng (tjaping is Javaans) op schoot
om de goede gave in ontvangst te nemen.
Daarbij neuriede hij melancholische
Soendanese wijsjes of citeerde verzen uit
de Koran. En dan wij zien een mooie se
dan, die bij de bedelaar stopt en wie stapt
daar uit? Ja hoor, de statige en sjiek gekle
de mevrouw Buitenhuis every inch a lady
om wat aan die arme blinde te geven. Ge
weldig, geweldig die mevrouw Buitenhuis,
kaja een engel uit de hemel nedergedaald.
En dan de setan (duivel) gaat mij weer
plagen met jaloersheid en dan ik zeg:
'Tanggoeng die bedelaar, hij krijgt een vet
te aalmoes. Hoeveel ès poeter kan je er
niet voor kopen ja? Lekker toch die ijs in
een kleine pintjoek van pisangblad en on-
dernja met een klein gaatje voor sêdot die
ijs (ssssêêêp), en dan ik oesap oesap mijn
buik. En dan si Chris, njang hij is altijd
kalmer en wijzer dan ik, hij zegt: 'Gèlo sia
(ben je gek Soendanees). Wil je djadi
boeta, laat maar je krijg 1000 ès poeter?'
Even ik ben bêngong en dan ik word een
heel klein beetje (maar) wijs en zeg dan:
'Hêêèh, bênêr pisan jij Chris. (Je hebt
groot gelijk Chris). Laat maar dêh.'
Ik heb mevrouw Buitenhuis dit een paar
keer zien doen. Memang deze familie
djempol met twee djempols en komen in
de Bogorse hemel, zonder screening en
zonder test. Kantênan pisan (heel zeker).
En toen 'appelopen', sadja doeloe ja?
Good bye to you my Bogor manis.
Bert Simon
Di sambar gledek door de bliksem ge
troffen
edat zingen
Bengong met stomheid geslagen
Golongan de rol touw (draad)
Djempol geweldig (djempot is duim, dus
'duim op' (gebaar)
Doe'ila Adoeh ilahi is uitroep
'allemachtig!'
Sila met de benen gekruist
Voor al uw parties en reünies
Sophisticated dansmuziek
en gitaarballads
42
UITGEBREID DANSREPERTOIRE
J.A.(Fons) Phefferkorn
Barnsteenhorst 51, 2592 EB Den Haag,
tel.: 070 - 347 39 35 of 070 - 354 99 05