tapult ga ik eerst langs Edo Basjeau en samen gaan we dan naar onze bekende desa Soedimoro. Oh wat is het daar mooi, en zo stil. Do, even wachten. Mooie teboe (suiker riet), dus even van de fiets op de lorrie en trekken maar jongens. Wah dese lekker mek! Pak Tebangnja hij kijkt kwaad naar ons, maar durft niets te zeggen. Anak anak toean dokter-goela, dus wij hebben vrij spel. Vijf uur 's middags even thuis komen om thee te drinken met lekkere pisang goreng. Speciaal lekker gemaakt voor mijn vader. Pa is gek op pisang goreng, dus wij noe- noet en binnen een paar seconden, weg pisang goreng! Pa en ma zitten te genieten van hun kopi toebroek op de galerij, kijkend naar voorbijgangers en venters. Al heel gauw wordt het donker, de djang- kriks, de kodoks en de tokehs worden wakker en beginnen lawaai te maken. Oom Elenk en tante Dee Lamree zijn in middels gearriveerd en pa trekt een paar stoelen bij en maar ngobrollen. 'Weet je wat nu lekker is?' 'Wat dan', vraagt mijn ma. 'Koepang en dan erg heet', zegt oom Henk. 'Gisah! Gisah! Ajo beli koepang jang pedes ja. Inggihh Ndoro...' Na het eten wordt er weer gebabbeld, maar dit keer over Holland, over hun vrienden die al eerder zijn vertrokken naar Nederland en hoe het zal gaan met de toekomst van de kinderen en nog meer van die enge gesprekken. Het is zondag, een hete zondag en oma en kokki zijn hard bezig met koken. 'Oma, Ajo opstaan. Het is al vijf uur! Straks kom je te laat voor de bus. Elke ochtend het zelfde ritueel bij mijn lieve oma. Broodjes gesmeerd voor school en de katjang-idjo met santen nog lekker warm als ontbijt. Ma kijkt als altijd even in onze schooltas sen. Na onze afscheidskusjes hollen wij naar de bushalte naast de besaran (het huis van de administrateur). Mijn broer Les is te laat, altijd moet er op hem gewacht worden, ik schaam me rot. Ik hoor de banoe kornet (kornuit van de chauffeur): 'Njoo Lekselie (Leslie) beloem ada. Wah kebatjoet anak itoe! Senroea komplit, ajo berangkat.' Onze schoolbus vertrekt dan van suikerfabriek Toelangan naar Soerabaja. Dan opeens geschreeuw vanuit een andere bus die ons inhaalt. Oh natuurlijk de schoolbus van suikerfabriek Tjandi, die is altijd zo snel, kan ook niet anders met zo'n jonge chauffeur. De chauffeur van onze bus is al oud en mager, di Pak Kar nen, maar wel lief voor ons altijd! Half drie in de middag zijn we weer thuis. Moe, stoffig en uitgeput zitten we aan ta fel onze lunch te nuttigen. Oma zit er al tijd bij en hoort onze sterke verhalen aan. 'Waar is mama, Oma?' 'Oh, jouw mama heeft een vergadering. Er komt misschien een kleuterschool op de onderneming en jullie mama moet een onderwijzeres zoe ken in Soerabaja. Na het eten een dutje doen of direct aan het huiswerk. Maar ik wil op de fiets naar een desa. Maakt niet uit welke, maar het liefst naar desa Soedimoro. Veel betets en mooie sawahs, en gewapend met mijn ka- voor wie wordt er zo veel gekookt?' 'Jou pa en ma krijgen zoals altijd weer bezoek van daag.' 'Wie dan oma?' 'Ik weet niet, misschien oom lerry en tante Ine ke, oom Niki en tante Hetty uit Malang en de hele familie Kho uit Soerabaja geloof ik njoo. Heb je al honger? Ga maar eerder eten njoo.' 'Nee straks maar oma!' En ja hoor, een uur later is ons huis weer vol. Volop coun- try-muziek van Grady Martin, Wesley and Tuttle en niet te verge ten Les Paul and Mary Ford! De oudjes in de woonkamer en wij op een tikar in de tuin on der de mangga-boom. Het is altijd gezellig bij ons thuis en dan met z'n allen naar suiker fabriek Kremboong op de fiets om te gaan zwemmen. De volgende week is de suikercampagne afgelopen. De onderneming krijgt dan een schoonmaakbeurt en daarna wordt de hele fabriek nagekeken en gerepareerd. Ongeveer een maand daarna gaan alle me dewerkers van de suikerfabriek picknicken en waar naar toe? Dat wordt meestal door de chef-aanplant of hoofdboekhouder be slist. Hoe verder hoe spannender. Naar Pasir Poetih of naar de Boroboedoer. Maakt niet uit als het maar ver van huis is! En dan het voorbereiden van tennistoer nooien. De sterksten van alle TVK-fabrie- ken tegen de sterksten van HVA-fabrieken. Wij zijn trots op onze ouders omdat ze altijd worden gekozen voor de sterkste mix. Na de wedstrijden worden er feest- avondjes georganiseerd. Dat doet mijn moeder; ze zit in het bestuur. Gezelligheid tot in de vroege ochtenduren. Mijn pa speelt piano in het orkest van de suikerfa briek. Later spelen mijn broer Les en ik ook mee en dan zijn onze ouders trots! Die tijd, die mooie tijd, kan ik maar niet vergeten. Ik zie nog mijn vader in zijn wit te broek en blouse, long en kranig. Soms een beetje 'nakal' en trots op zijn vrouw, jong, sportief en lief. Pa is er niet meer en ma, helemaal grijs en alleen, maar nog altijd mooi en lief! Ed Brodie 42ste jaargang nummer 2 augustus 1997 21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 21