Bambu Gila danser Fedrik Abrahamsz 29-30-31 AUGUSTUS 1997 HOUTRUSTHALLEN DEN HAAG worden. Als kamerplant moet ze voor een zonnig raam staan, ze heeft veel licht nodig en een vochtige atmosfeer. Tijdens de bloei, die in de zomer valt, kan de plant in de tuin staan, ze moet veel water en geregeld mest krijgen. In de rustperiode die in de wintermaanden valt, minder wa ter geven, geen mest en kan ze koel staan. De plant heeft een grote pot nodig met goed doorlatende potgrond vermengd met humus. Om de bloei te bevorderen kan men in het voorjaar de potaarde tussen door een beetje uit laten drogen, door een paar dagen geen water te geven. Daarna flink water geven. De bloemen blijven lang goed. Na de bloei de plant snoeien en dunne stengels eruit knippen. De plant vormt nieuwe scheuten die het volgend jaar nieuwe bloemen geven en men krijgt bossige planten. Stekken gaat gemakkelijk en op de beken de wijze. De plant is heel geschikt voor in de serre en kas. Voor een groot en zonnig raam zet ik op de brede vensterbank, tussen iedere plant Chinese kommen gevuld met water. Iedere morgen benevel ik met de plantenspuit de planten, zo creëer ik een vochtige atmos- fees welke goed voldoet en het staat nog gezellig ook (die Chinese kommen). Geraadpleegde literatuur: Fred en Margaret Eiseman: Flowers of Bali Henri Stephen: Geneeskruiden van Suriname Dorothy and Bob Hargreaves: Hawaii Blossom Plantkunde voor het voortgezet onderwijs in Nederlands-Indië Netty Selder De 'Bambu Gila' dans is een legendarische dans. De Dienst ter bevordering van het Toerisme brengt deze dans onder de aan dacht van toeristen die de Molukken be zoeken. Weinigen in de Molukken beheer sen deze dans nog, waaronder Fedrik Abrahamsz (49). Als pawang behoort hij enkele vaardigheden te bezitten, zoals zwarte kunst, matras en gebeden om de geesten van de dans op te roepen. Daar mee kan hij de bamboe laten bewegen in iedere richting. Tijdens de dans kan de danser de bamboe niet loslaten, welke po ging hij daar ook toe doet. De danser mag geen metalen voorwerpen dragen en mag ook geen gouden tanden hebben, anders beweegt de bamboe niet en kan de danser flauwvallen. Gewoonlijk draagt de danser een korte, rode broek. De meeste dansers zijn gewone mensen, zonder speciale vaardigheden en ook hun godsdienst maakt niet uit. Enige voorwaarde is het bezit van handen en voeten die de bamboe goed vast kunnen houden want men weet nooit welke rich ting de bambu uit gaat, vandaar de naam 'bamboe gila'. De bamboe moet 'bambu (bulu) suanggi' zijn, mag niet door een andere soort worden vervangen, ook niet door hout. De lengte van de bamboe be staat uit zeven geledingen, genoeg voor zeven dansers. De pawang wordt door drie spelers geassisteerd, die de tifa bespelen, verder een gamelan-bespeler en zeven dansers. Vóór de dans brandt de pawang kemenyan op de klapper tempurung en nodigt de geesten van de scheppers van de 'bambu gila' uit. De tifa wordt hard be speeld, de pawang blaast wierook in de richting van de dansers en gaat rond de bamboe die door de dansers wordt vastge houden. Dit doet hij driemaal. Zodra hij voelt dat de geest die de bamboe laat be wegen aanwezig is geeft hij een comman- DRIEDAAGS CULTUREEL EVENEMENT MEI VOLOP DANS, MUZIEK, KUNST EU LITERATUUR, DIVERSE KLEDINGSHOWS, EXPOSITIES, RESTAURANTS, KRAAMPJES ENZ. OPTREDENS VAN O.A. MASSADA, TOTAL DJEM, TORU GENERASI, RAMMENAS, 801 AKIH, TANTE LIEN AÏS LAWA-LATA, CLAU-DYA'S, TALA MENA SIWA EN SEËRA-V do die de richting van de bamboe aangeeft, terwijl hij 'bambu gila' zegt. Van te voren weet men niet welke richting de bambu waait, dit hangt af van het vuur en welke richting de rook neemt. De gamelan speelt alleen om het spel te verlevendigen. De dansers schreeuwen niet omdat ze hun krachten nodig hebben voor de bewegin gen van de bamboe. Fedrik Abrahamsz, geboren in Ambon, vertelt dat hij helemaal geen idee had 'bambu gila' danser te worden. Oorspron kelijk was hij buschauffeur, maar toen zijn vader, Alex Abrahamsz (72) zich niet meer geschikt voelde voor danser, besloot Fed rik hem op te volgen. Volgens Fedrik zijn er twee desa's in Mid- den-Maluku waar deze dans ook gedanst wordt. De pawang daar gebruikt een stok je om de bamboe richting te wijzen waar- Fedrik Abrahamsz heen die zich moet bewegen. De toeschouwers mogen daar niet aan de dans meedoen terwijl Fedrik soms zijn toeschouwers wel vraagt mee te doen. Fed rik is er trots op dat hij uitgenodigd werd om ook buiten de Molukken deze dans te vertonen, onder andere in Kupang (Timor) en zelfs in het buitenland: Japan en Nieuw-Zeeland. Fedrik kan geen ziek ten genezen zoals andere pawangs, wel kan hij bewusteloze dansers bijbrengen die het bewustzijn verloren tijdens het dansen door het dragen van metaal. Vier generaties Abrahamsz wonen in desa Ha- long, Kecamatan Teluk Ambon Baguala, zijn ouders, Fedrik met vrouw, zijn doch ter en schoonzoon met hun kind, zijn kleinkind. Ellen Sundah 42ste jaargang nummer 2 augustus 1997 31 OPENINGSTIJDEN: VRIJDAG EN ZATERDAG 11.00 23.00 UUR ZONDAG 11.00 -21.00 UUR TOEGANG: 7,50: KINDEREN T/M 12 JR. 8 65+: 6,00 INFORMATIE: BINTANG DESIGN 8 COMMUNICATIE, LAAN VAN MEERDERV00RT 635, 2564 AB DEN HAAG TEL. 070 364 12 47 06 - 5317 40 60 FAX 070 - 362 08 29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 31