Tjimahi-kamp 4, februari 1946 toch wel even tijd nodig om dat allemaal te verwerken.' Duidelijk geëmotioneerd, weet Nieske ook te vertellen dat het bij het merendeel van de kinderen niet om een aangeboren visu ele handicap gaat. De oorzaak is een ge brek aan vitamine A en dat de overheid bij dit probleem weinig hulp biedt, of kan bieden. 'Daarom moet je het probleem bij de kern aanpakken en zorgen voor goede voeding en medicamenten', zegt ze resoluut. Terug komend op de school, zet echtgenoot Jan uiteen dat die weliswaar als internaat dient voor zeventig blinden, maar boven dien dagelijks bezocht wordt door onge veer vijftig andere blinde kinderen die uit de directe omgeving komen. En over het mondjesmaat verlenen van steun door de overheid: 'Dit zou hier niet kunnen gebeuren, maar je mag geen ver gelijkingen maken. Er wordt al zoveel met de vinger gewezen. Indonesië is een enorm groot land en daar gelden nu een maal andere normen en waarden dan hier.' Maar hoe dan ook, in haar doorlopende hulpverlening klopte de familie De Pater ook aan bij de Apeldoornse Stichting Het Loo-erf en wist daar voor een zacht prijsje in goede staat verkerende braille-boeken en leesstokken binnen te halen. Mèt de zeventig paar schoenen, die van de opbrengst van de vorige pasar malam wer den gekocht, waren het welkome gaven voor de blindenschool die, gelet op onderkomen, materiaal en hulpmiddelen, nauwelijks die naam lijkt te verdienen. Nieske naar aanleiding van een bezoek aan de school: 'Het gebouw ziet er van buiten nog tamelijk goed uit, maar het interieur laat erg veel te wensen over. Alles is oud en versleten. Sommige kinderen slapen op matrassen of matjes, anderen gewoon op de grond. Dit kan toch niet, denk je dan.' Daar ben je het dan helemaal mee eens, en dan doet het je echt wel wat dat er - zonder alle andere 'hulpverleners' tekort te doen - hier op de Veluwe een Hollandse familie is die een pasar malam organiseert en dat ze van de opbrengst zeventig bed den voor die blindenschool laat maken. Eenvoudige bedden, volgens )an en Nies ke, die door de mensen in Mataram wor den vervaardigd. Snijdt het mes aan twee kanten: hebben de mensen daar werk en hoeft geen van de blinde kinderen meer op de kale vloer te slapen. Naast werk voor de blindenschool, doet de familie regelmatig zaken in Indonesië. Zoals ook in augustus of september. De manier waaróp handel wordt gedreven is echter een verhaal apart. Nieske: 'Het gaat om handwerk. We kopen daar niets van fabrieken, maar doen dat bij mensen langs de straat en in kam pongs. Dan bestellen we iets en is de hele kampong er druk mee. De mensen zijn vaak erg trots op wat ze hebben gemaakt.' En lachend: 'Maar het gebeurt wel dat je ze moet aansporen om iets op tijd klaar te krijgen. Ze zijn soms te gemakkelijk. Dat kan door het klimaat komen, maar mis schien ligt het ook een beetje in hun aard. En het kan ook gebeuren dat ze bij een volgende keer dat je komt een hogere prijs vragen. Dat is gewoon even uitproberen. Dan moet je ze dus duidelijk maken dat dat niet kan, omdat je afspraken met ze hebt gemaakt.' Ziet ze een duidelijk verschil tussen de 'arbeidsmoraal' hier en daar, grote bewon dering heeft Nieske voor de geleverde ambachtelijke prestaties: 'Ze kunnen met primitieve middelen onvoorstelbaar mooie dingen maken, of naar voor beelden namaken. Bijvoorbeeld gietwerk, waarvan de modellen vaak nog gewoon in de grond worden gemaakt, zoals dat waarschijnlijk al eeuwen gebruikelijk is.' En weer lachend: 'Maar dan ligt er ook een geweldige rommel omheen.' Op die manier worden hele gezinnen aan werk en geld geholpen. Nu richt de familie De Pa ter zich nog voornamelijk op Yogya, Solo, Malang en Mataram, maar gehoopt wordt dat de vleugels verder uitgeslagen kunnen worden en nóg meer gewone mensen daadwerkelijk in het hulpverleningspro ject worden betrokken om er profijt van te kunnen trekken. Moet je maar naar de expositie komen kijken die aan de Kalverwei 18 in Lieren, hier vlakbij Beekbergen, het hele jaar door te bezichtigen is. En beslist ook naar de volgende pasar malam. Om te kijken en vooral te luisteren. Als je tenminste wat meer wil weten over het opbouwende werk dat door de mensen van dat bedrijf wordt verricht. Die saté met lontong tjap Belker is trouwens voortreffelijk. Weer eens wat anders dan die in een magnetron klaargestraalde ingevroren rommel met patat en aangelengde pindakaas. Dit gedicht werd voorgedragen op een cabaretavond. De naam van de dichter is onbe kend. Half augustus vijfenveertig Einde van de slavernij Einde van de overheersing Einde van de dwinglandij Einde van de kampellende Poorten open! Wij zijn vrij! Half september vijfenveertig Dertig dagen wachten wij Op geallieerde vrienden Op een nieuwe maatschappij Op herstel van de regering Poorten open! Wij zijn vrij! Half oktober vijfenveertig Zestig dagen wachten wij Op beloofde herbezetting Lijkt het geen bedriegerij? Heeft de wereld ons vergeten Poorten open! Wij zijn vrij! Half november vijfenveertig Opkomst extremisterij Plunderingen, overvallen, Banditisme, roverij! Boycot, moord en sabotage, Poorten sluiten! Zijn wij vrij? Half december vijfenveertig Iedere dag een schietpartij. Tom'gun, Brengun, mitrailleurvuur Tanks, mortier, kanongerij. Bommen, kogels en granaten, Dicht de poorten! Zijn wij vrij? Half januari zesenveertig Maandenlang geen fruit, geen ei. Maandenlang geen verse groenten Rijst slechts met wat soep erbij. Maandenlang weer opgesloten Achter kawat... zijn wij vrij? Half februari zesenveertig Al is een half jaar voorbij, Moedig, dapper, vol vertrouwen In de toekomst blijven wij. Spoedig zal het jub'lend klinken Poorten open! Wij zijn toch vrij! Nellie Wiborg Jenssen-Swager voordelige vluchten kookcursussen in Azië, o.a. in Indonesië verzorgde individuele reizen //!P^ Wittenburgergracht 265A 1018 ZL Amsterdam, Nederland Tel. 020 - 427 71 50, Fax 020 - 427 40 73 42ste jaargang nummer 2 augustus 1997 39

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 39