Kappers in Indië moessQn maakt).' Nadat alle korstjes waren verwij derd werd de oude ook gekieteld met de donzige watjes wat hij wel lekker vond. Maar blijkbaar was de schoonmaak wat te grondig geweest, want een week erna had hij een oorinfectie. De (apanse kappers werkten bijna geruis loos. Na een diepe buiging werd je ver- Als je in Indië bent opgegroeid, dan heb je zeker met een van de volgende kappers te maken gehad... De meest beruchte was de kapper die on der een klapperboom op zijn klapstoeltje zat, terwijl hij op een klant wachtte, de stoppels op zijn kin met twee koperen centen uittrok. Hij was de goedkoopste. Als hij klaar was met het knippen van je haar, kon je van een mijl afstand zien waar hij het haar weggeknipt had. Dit was de kepala batok (klapperdop) stijl. Men beweerde dat zij hun vak geleerd hadden door een halve klapperdop op een hoofd te plaatsen en al het haar wat er onder uitstak, weg te knippen. Dan had je ook de kapper die op de fiets bij je thuis kwam en het voor vijftien cent deed. Hij deed het beslist beter. De Chinese kappers varieerden van goed tot bar slecht en zij rekenden een kwartje. Ik kon een Chinese kapper niet uitstaan omdat hij, na een plank op beide armleu ningen te plaatsen, mij als een klein kind daarop liet plaatsnemen. Hij meende dat ik aan de kleine kant was... Ook zij waren voorstanders van een duidelijke scheidings lijn om te laten zien waar het haar wegge knipt was. Na afloop smeerden ze je haar in met een pommade, die je haar voor een week plat liet liggen en waarvan de geur je een flinke koppijn bezorgde. In Kediri, Oost-)ava, gingen de suikerem ployees naar de Chinese kapper in de hoofdstraat. Ik herinner mij hoe mijn vriend Fred last van schele hoofdpijn had, hetgeen er niet beter op werd toen de dik ke Chinese kapper, tijdens het knippen, met een landgenoot in het Chinees begon te debatteren, wat nogal luid en vlak bij Fred's oor werd gevoerd. Fred kneep zijn ogen dicht toen de conversatie wat al te luid werd. 'Verdorie, ik had die koh wel op zijn ge zicht kunnen slaan', mopperde hij na af loop, 'mijn hoofd barstte haast uit elkaar door al dat geklep.' Een oude Flollandse boekhouder kon het niet laten om na geknipt te zijn, ook zijn oren te laten schoonmaken, aangetrokken door de donzige watjes aan een stokje waarmee de oren schoon gekieteld werden. Na de eerste schep, diep in zijn oorholte, met het kleine zilveren lepeltje, merkte de kapper op: 'Wah, kotor betoel, soedah lama tidak bikin bersih ([esemina wat een vuile boel, zeker lange tijd niet schoonge- zocht plaats te nemen. Na afloop werd je zo deskundig gemasseerd dat je fris als een hoentje de zaak uit liep. In Batavia had je, volgens een kennis, een Indiase kapper, die een grote waaier van struisvogelveren aan een lange stok liet aandrijven door een jongen in een schom melstoel, vanwaar een touw verbonden was met de steel van de waaier. Op die manier werd je tijdens het knippen koelte toegewaaid in de hitte van de tropen. De Filippijnse kapper op Kaliasin was het duurst, maar hij had de beste stijl. Met een elegant gebaar nodigde hij je uit plaats te nemen, waarna een wit laken met een zwier om je heen werd gedra peerd, die nederig door een kleine katjong was aangereikt. Deze kleine jongen speel de een belangrijke rol in het knipproces, vond ik later uit. De kapper maakte een hoop schijnbewegingen met de schaar, alsof hij er altijd zeker van wou zijn dat hij de juiste hoeveelheid weg zou knippen. Af en toe bekeek hij kritisch zijn werk waarbij hij zijn lichaam in allerlei boch ten draaide. Na het scheren van de haar lijn kwam de 'speciale' behandeling. De jongen stond klaar met een warm doekje, dat hij op een schaal aanbood. Je geschoren gelaat werd heerlijk afgeno men met het warme doekje, dat daarna haast lusteloos door de kapper over zijn schouder werd geworpen en deskundig door de jongen werd opgevangen. Daarna werd een ijskoude handdoek uit de koel kast aangereikt en de behandeling daar mee voelde bijna hemels aan. Ook dit lapje werd nonchalant door de kapper over zijn schouder gegooid en ook deze keer wist het joch het doekje op te vangen. Ik kon dat allemaal in de grote spiegel volgen. Na een paar elegante bewegingen met een boeloe-boeloe om de restanten haar op je kle ren te verwijderen, was je klaar. Ik moest toege ven, dat deze man wist hoe hij zijn klanten tevreden moest stellen en beloonde hem dan ook met een flinke fooi. Op de suikeronderne ming in Madioen, Oost lava, kwam eens per maand een kapper langs om de employees te knippen. Maar voor de ze knaap moest je uitkij ken, want hij scheen een 'chiropractor cursus' gevolgd te hebben op een of andere niet erkende school, maar dat wist ik toen nog niet. De vrijgezellen die naast mij woonden hadden hem warm aanbevolen. Na het knippen en scheren wat niet allemaal pijnloos en zonder bloedvergieten plaats vond, nam hij mijn hoofd tussen zijn beide handen en bewoog het langzaam heen en weer. Voordat ik hem kon vragen wat hij van plan was te doen, gaf hij eerst een ruk naar rechts en dan nog een hevi ger ruk naar links wat gepaard ging met een hoop geknars en gekraak van mijn stijve nekwervels. Ik vreesde na deze be handeling altijd last te zullen hebben van hoofdpijn. Achter de scheidingsmuur hoorde ik een onderdrukt gegrinnik van mijn buren die het hele proces stiekempjes hadden ge volgd en waarschijnlijk ook eens het slachtoffer waren geweest van deze nek- kendraaier. Louis Pauselius 42

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 42