rli, mhhig '15 minima '1597 moessQn 'De afstand van de directe belevenis in de tijd wordt steeds groter en de mondelinge overlevering steeds indirecter', woorden van de negentienjarige Michiel van Abbe, leerling van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum in Den Haag, tijdens de herdenkingsplechtigheid bij het Indisch Monument op 15 augustus. Een waardige herdenking met een nieuwe generatie die opriep 'te herdenken voor en in de toekomst' en een zowel onverwachte als omstreden 'toegift' door het persoon lijke verzoeningsgebaar van de Japanse kardinaal I'. Shirayanagi. Voor een goed gevulde Prins Willem Alexanderzaal van het Nederlandse Con gresgebouw opende de voorzitter van de Stichting Herdenking 15 augustus 1945, de heer A.|.N. Horstmeier, de herden kingsbijeenkomst 1997. In zijn toespraak memoreerde Horstmeier de verschrikkingen waaronder duizenden in lapanse bezettingstijd hebben geleden: 'Mensen werden geslagen totdat ze vielen, mensen werden geslagen omdat ze vielen, mensen werden tot bloedens toe geslagen, mensen werden geslagen omdat ze bloed den... Sommige slachtoffers zijn daardoor ernstig beschadigd, sommigen zelfs tot op deze dag.' Toch klonk uit de toespraak van de voor zitter ook een blijk van verzoening, waar bij hij refereerde aan de spijtbetuiging van de lapanse kardinaal Shirayanagi. Hij wees er echter op dat verzoening voorafgegaan wordt door vergeving. 'Maar om te kün- nen vergeven, moet men weten wat men moet vergeven', aldus Horstmeier. Na een muzikaal intermezzo van het Trio Carasso en een fragment uit de documen taire 'Indische Diaspora' werd de herden kingsplechtigheid voortgezet bij het In disch Monument. In het zonovergoten park werden alle vijf tienhonderd zitplaatsen bezet door een mengeling van gasten en belangstellenden: hoogwaardigheidsbekleders, vertegen woordigers van Indische instellingen, vete- ranenorganisaties, oorlogsslachtoffers, maar ook 'gewone' mensen. Zoals een 86-jarige dame die me toevertrouwde dat ze - deze morgen nog - haar bezorgde dochter in Frankrijk plechtig had moeten beloven om niet te gaan. 'Ik ben toch ge gaan', zei ze. 'Het is mijn dag'. Of die bejaarde Indische dame die de mobiele telefoon van 'een hele hoge kaptein' mocht lenen om haar vriendin te vertellen dat ze toch naar de herdenking was ge gaan en hun afspraak tot een later tijdstip werd uitgesteld. Mensen, die allen hun eigen reden hadden om te herdenken. Na het intreden van de vaandelwacht van het Regiment Van Heutsz - dat de traditie van het KNIL voortzet - werden de aanwe zigen toegesproken door een leerling van het Vrijzinnig Christelijk Lyceum (het VCL), Michiel van Abbe. Als kleinkind van grootouders die een Duits concentratie kamp hebben overleefd, wees Van Abbe op het belang de herdenking onder de aandacht van zijn generatie te brengen. 'De oorlog in Zuidoost-Azië en haar slacht offers zijn nooit genoeg herdacht en nooit genoeg onder de aandacht gebracht', aldus Van Abbe. 'Nu de mozaïek der volkeren steeds groter wordt, is het aan de jongeren om te herdenken voor en in de toekomst', waarmee hij de adoptie van Het Indisch Monument door het VCL onderstreepte. De heer Martin Ottow, kranslegger namens de Indische Vriendenkring Weert- Roermond, heeft in dat opzicht twijfels over de toekomst. 'De fakkel moet inder daad worden overgedragen aan de jonge ren', zei hij. 'Maar helaas weet de jeugd veel te weinig over hetgeen zich daar heeft afgespeeld. Daar ligt voor ons als ouderen en als ouders een schone taak. Wij hebben zelf veel te lang onze mond gehouden en moeten maar eens beginnen met goede voorlichting te geven. Ook de grote Indi sche verenigingen en instellingen zullen zich in dat opzicht veei meer actief moe ten manifesteren. Het onderwijs besteedt nauwelijks aandacht aan dat stuk geschie denis. Dat is altijd al zo geweest. De Indi sche mensen wisten meer over Nederland te vertellen dan omgekeerd. Ook daar moet verandering in komen.' Zelf heeft Ottow in kampen in Ambarawa, Solo, Malang en Batavia gezeten. Hij vindt de herdenking een sobere, maar gepaste plechtigheid. Toch mist hij een paar dingen: de jonge ren, een vertegenwoordiger van de Indo nesische regering, iemand van het Koningshuis en het 'vlaggen' door heel Nederland. 'Waarom die onderdanen ver geten?', vraagt Ottow zich af. 'Zij verdie nen toch ook medeleven en respect.' Op 23 augustus organiseerde 'zijn' Indi sche Vriendenkring een herdenking in Roermond, waarbij ook de gevallenen in Nieuw-Guinea worden herdacht. Ruth Carasso zong het 'Indisch Onze Va der'. Daarna werd de Indische klok geluid De Japanse kardinaal P. Shirayanagi in gebed bij het Indisch Monument. 26

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 26