moessQn De inhoud van ingezonden brieven valt buiten de verantivoordelijkheid van de redactie Op de vraag van de heer Hensen Moesson 15 augustus 1997, pag. 4) wat er tijdens de oorlog met de huisdieren gebeurde, kwamen vijf reacties: Huisdieren (1) Na de Japanse aanval op Pearl Harbor heeft mijn moeder onze twee poezen mee genomen naar de dierenarts in Batavia, omdat wij ons huis daar moesten verlaten om mijn vader te volgen die in Midden- Java op een vliegveld gestationeerd werd. De dierenarts heeft twee poezen laten in slapen waar mijn moeder bij was. Zo heeft ze naderhand, toen ze met vijf kinderen het kamp in ging, tenminste geen zorgen gehad om haar huisdieren. Erna Prillwitz, Haarlem Huisdieren (2) Van onze eigen huisdieren in Batavia weet ik dat de apen en de poezen met de be dienden mee naar de kampong zijn ge gaan, toen mijn moeder en ik naar Ban doeng vertrokken. Wij hadden geen hond. In Bandoeng kwamen wij in het kamp Tjihapit terecht. Dat kamp bleef nog lange tijd open en je kon er met allerlei smoezen nog uit, maar langzamerhand moesten we wel steeds allerlei dingen inleveren, zoals radio's, schemerlampen, fietsen et cetera. Op 22 mei 1943 waren de honden aan de beurt en dit werd een emotioneel af scheid. Liever dan hun trouwe viervoeters mee te geven aan de mannen van Boenja- min, de kampcommandant, werden er diverse honden door het riool aan de Brantasstraat naar buiten gebracht en aan bekenden of bedienden meegegeven. Een paar dagen later bleek dat diverse honden zich hadden losgerukt en met eindjes touw of kapotte riemstukken stonden ze weer bij hun bazen en bazinnen op de stoep. En daar werd dan ten tweede male zo'n hondje door het riool naar buiten gesleurd. Ik vond het een van de akeligste dingen die ik toen gedaan heb. Over die renleed gesproken... Mia Koning-van der Veen, Oosterhout (NB) Huisdieren (3) Na de Japanse inval moesten wij ook onze hond zien onder te brengen. Dat lukte prima. We woonden toen in de beneden stad van Semarang. Na drie dagen hoorden we gekrabbel aan de deur en daar was on ze hond weer terug. Wij hebben hem toen thuis gehouden en later meegenomen het kamp in. Na een tijd kwam de order dat alle huis dieren opgehaald zouden worden. Er ver scheen een grote kooi op een aanhang wagen en daar ging onze hond. Dit was een zeer emotioneel moment. Toch was deze stap van de Japanners te begrijpen. Voedselschaarste, ziektes, steeds meer mensen op dezelfde plek. Maar op dat moment verschrikkelijk voor ons. W. van Engen-Heijm, Amersfoort Huisdieren (4) Onze rasechte kamponghond luisterde naar de naam 'Snowwhite'. Hij was hele maal wit met wat bruin bij zijn oortjes. Snowwhite lag altijd op de ijzeren tafel in de tuin. Als wij van kantoor kwamen en hij de scooter van ver hoorde, kromde hij zijn rug om zich uit te rekken en begon als wij binnen kwamen rijden aan een wedlooop door de tuin van blijdschap. Hoeveel keer Snowwhite niet is opgepakt door de hondenvanger omdat hij geen penning droeg, was niet te tellen. Hij ver tikte het nu eenmaal een halsband te dra gen. Dus toog mijn man weer naar Seksi 5 met halsband, penning en geld (vanwege de boete) om Snowwhite weer thuis te krijgen. Toen wij naar Holland gingen, heb ik Snowwhite bij de dierenarts gebracht die ook een asiel had. Natuurlijk wist Snowwhite dat er wat was en ben ik vlug weggegaan. Mijn zuster die toen nog in Indonesië was, kwam maanden erna langs het huis en zag tot haar verbazing Snowwhite in de tuin. Ze stapte uit de auto en vroeg de nieuwe bewoner hoe hij aan de hond kwam. 'Die kwam zo maar binnenlopen en wilde niet meer weg, biar saja.' Snowwhite zag er goed uit. Het is voor mij nog steeds een raadsel hoe hij uit het asiel met zo'n hoog hek kon komen en hoe hij het huis kon vinden. Toen ik 25 jaar later weer in Jakarta kwam en langs het huis liep, was alles veranderd. Het huis heeft nu een hoge schutting ge kregen en vragen deed ik niet, want het ligt op de hoek van de straat waar een wacht staat, de straat van het huis van pre sident Suharto. Toen wij hier kwamen, hebben wij ons laten opvangen en kregen vrij vlug een huis met tuin in een dorp. Als ik dat had geweten zouden wij Snow white zeker hebben meegenomen. Ik troost mij met de gedachte dat de 'nieuwe' familie Snowwhite heeft gehouden en dus ook goed voor hem gezorgd heeft. H. Leidelmeijer-Lamsana, Amsterdam Huisdieren (5) Wij woonden tijdens de bezetting in Batavia. Toen de kampen al gesloten wa ren, kregen wij die niet in het kamp zaten op een dag een 'kabar angin' dat alle huis dieren uit de kampen waren onderge bracht bij dierenartsen, onder andere bij onze Indonesische dierenarts. Wie dat wil de, kon gratis een hond of kat onder zijn hoede nemen. Ik ben toen meteen naar onze dierendokter gefietst en heb daar nog een leuke bastaardteckel kunnen afha len. Gelukkig hebben velen zich zo over de ex-kampbeestjes kunnen ontfermen. Wij hadden zelf al een hond en binnens huis raakten die twee meermalen slaags, want het waren reutjes, maar toch hebben we Stoppel (zo heette hij) een fijne tijd kunnen geven. Alle niet-afgehaalde dieren zouden name lijk worden afgemaakt. Hoe het gegaan is voor andere kampen, weet ik niet. Ik heb er nooit iets over gehoord. Na de bezet ting is Stoppel naar een bevriende familie gegaan, omdat wij in 1946 naar Holland vertrokken. Mevr. H. Schönherr, Rijswijk Laksa Naar aanleiding van het recept van laksa in Moesson 15 augustus 1997, pag. 35) heb ik de volgende vragen: is laksa het zelfde als bihoen of mihoen? Is laksa van oorsprong een Indonesisch gerecht? Waar wordt laksa van gemaakt - rijstmeel? En waar wordt soo-oon van gemaakt, want die is altijd doorzichtig - hoenkwee? Er is vast wel een lezer(es) die het antwoord weet. Alvast hartelijk dank! Mevr. H. van Zijp, Wassenaar 4 Brieven

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 4