moessQn
Lichaam en geest
De eensgezindheid tussen de twee weten
schappers was maar van korte duur. Bij de
latere uitwerking van de evolutietheorie
deed zich een fundamenteel verschil van
mening voor. Waar Darwin schoorvoe
tend, maar beslist de natuurlijke selectie
ook als de oorzaak zag van het ontstaan
van de menselijke soort, trok Wallace een
scherpe grens bij ons meest opzienbaren
de orgaan: de hersenen.
De evolutietheorie alleen gaf geen afdoen
de verklaring, vond hij, omdat natuurlijke
selectie slechts aanpassingen oplevert voor
gebruik in de directe omgeving. Bij de her
senen gaat dat niet op, zo redeneerde hij,
want waar de beschaafde westerling zijn
mentale capaciteit inderdaad optimaal
gebruikt, blijft de 'wilde mens' steken in
een eenvoudige cultuur en een simpele
taal. Dat vond Wallace vreemd omdat hij
zeker wist dat alle mensen met dezelfde
Wallace's mening over Max Havelaar is
nog altijd actueel. Sterker nog, hij raakt
de kern van de huidige discussie over
Multatuli.
Opvallend is dat zijn reactie vergelijk
baar is met die van Rob Nieuwenhuys,
namelijk, dat het met Multatuli's gelijk
in de zaak Lebak niet zo'n vaart loopt.
Wallace vindt dat Multatuli overdrijft en
Rob Nieuwenhuys heeft inmiddels aan
getoond dat er bovendien veel onwaar
heden in de Max Havelaar staan.
Ondanks keiharde feiten kent Nieuwen
huys' visie nog altijd veel tegenstanders.
De passage over 'de zaak Lebak' typeert
de brede interesse van Wallace, zijn
doortastende aanpak van problemen, de
onafhankelijkheid van zijn oordeel en
de heldere wijze waarop hij zijn stand
punten uiteenzet. Merk bijvoorbeeld op
in hoe weinig woorden Wallace Max
Havelaar weet samen te vatten.
'Onlangs heeft iemand in Nederland een
verhaal geschreven getiteld Max
Havelaar een boek dat we vanuit
onze [namelijk de Britse] gebruikelijke
vooringenomenheid ten aanzien van
alles wat te maken heeft met het Neder
landse koloniale systeem buitensporig
hebben geprezen, zowel om de eigen
verdiensten ervan als om de vermeende
|ntijn cursivering, KK] vernietigende ont
maskering van de onrechtvaardigheid
van het Nederlandse bewind op Java.
Tot mijn stomme verbazing bleek het
een heel saai en langdradig verhaal te
zijn, vol uitweidingen zonder kop of
28
geestelijke vermogens worden geboren.
De onbeschaafde volkeren gebruikten hun
hersenen dus niet optimaal, waardoor
natuurlijke selectie als verklaring afvalt.
Men moet, zegt Wallace, daarom wel aan
nemen dat een hogere macht de maker
van het menselijk brein is.
Wallace geeft als voorbeeld de manier
waarop verschillende culturen muziek ma
ken. In vergelijking met de westerse klas
sieke symfonieën kan hij
nog wel wat waardering op
brengen voor 'niet onaange
name melancholieke Malei-
se liedjes' en
gamelanmuziek, die 'meer
weg had van een reusachtige
muziekdoos dan van een
orkestje zoals wij dat ken
nen'. De zangkunst van 'nog
lagere culturen' doet hij
echter af met 'min of meer
monotoon gehuil'.
staart, en dat allemaal om
aan te tonen dat de Neder
landse residenten en assis
tent-residenten afpersings
praktijken van de inlandse
prinsen door de vingers zien, dat de in
landers in sommige districten onbetaald
moeten werken, en dat hun bezittingen
worden afgepakt zonder dat ze schade
vergoeding krijgen. Elke bewering in die
geest is breed gespatieerd, cursief en in
hoofdletters gezet Zelfs als er geen
sprake is van overdrijving, zijn de feiten
waarvan gewag wordt gemaakt veel min
der ernstig dan de onderdrukking
onder het Britse bestuur in India
In geen van beide gevallen is het echter
eerlijk om de onderdrukking toe te
schrijven aan de betreffende bestuurs
vorm, daar zij te wijten is aan menselijk
zwakte, en men kan nu eenmaal niet in
één klap alle sporen uitwissen van eeu
wenlang despotisme enerzijds en slaafse
gehoorzaamheid aan de hoofden ander
zijds.
De bevolking werd nog maar zo kort
geleden door inheemse prinsen be
stuurd, dat het verre van eenvoudig is
om de buitensporige eerbied die ze voor
hun meesters van weleer koesteren in
één klap te vernietigen, of om een einde
te maken aan de loodzware belastingen
die laatstgenoemden plachten op te leg
gen. Er bestaat echter één prachtige
toetssteen van de voorspoed en zelfs de
mate van geluk van een gemeenschap, en
die kunnen we hier hanteren: de snel
heid waarmee de bevolking groeit.'
Het meningsverschil tussen Wallace en
Darwin bleek na verloop van tijd onover
brugbaar. Wallace, die steeds meer aan
dacht kreeg voor spirituele zaken, was hier
vrij luchtig over en noemde zijn visie
'mijn speciale ketterij'. Darwin kon het
daarentegen minder waarderen: 'I hope
you have not murdered too completely
your own and my child', schreef hij teleur
gesteld in een brief aan Wallace.
'Alfred Russel Wallace 1823-1913'
Socialist
Het mag dan wel zo zijn dat Wallace de
mensheid in de natuur een aparte status
had toebedacht, de uitvoerige beschrijvin
gen van de Maleiers en Papoea's zijn op
vallend biologisch van aard. Hij toont aan
dat de verspreiding van de archipel-bevol
king grotendeels parallel loopt met die
van de tropische flora en fauna. Het gaat
daarbij om een scheidslijn die dwars door
het eilandenrijk loopt. Deze 'Lijn van
Wallace' verdeelt het gebied in een Indo-
Maleise en een Austraal-Maleise regio; in
de eerste leeft het Maleise ras en in het
tweede het Papoease. Hoewel hij zich er
van bewust is dat langs de scheidslijn vaak
gemengde rassen voorkomen, maakt
Wallace zijn stelling aannemelijk door een
opsomming van een groot aantal gedrags-
kenmerken en lichamelijke bijzonderheden.
Afgaande op zijn ideeën over beschavings
peil zou je verwachten dat Wallace meer
waardering voor de Maleiers dan de Pa
poea's heeft, maar ook hier blijkt dat hij
langer nadacht. Zo vindt hij dat de Papoe
a's er bij de opvoeding van hun kinderen
wel érg lustig op los meppen, maar ander
zijds is de 'uiterst vreedzame ouder-kind-
relatie' van de Maleiers 'ongetwijfeld in
hoge mate verantwoordelijk voor het lus-