wmomn van m marathon m moessQn Een gesprek met Desmond Koot, de Indische atleet die op 2 november de marathon van Amsterdam loopt voor het goede doel; SOMOI, een project voor de revalidatie van geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen van een kindertehuis in Palembang. Een bijzondere actie van een bijzondere Indische jongen. Desmond Koot is geboren in Djakarta (1954). Als enig kind vertrok hij samen met zijn Indische ouders in 1958 naar Nederland. 'We kwamen aan in de winter. Precies zo als je in al die verhalen leest, (lachend) Iedereen die naar Nederland ging, lijkt in de winter te zijn aangekomen. We werden ondergebracht in een pension in Heeswijk-Dinther, vlakbij Veghel (Noord-Brabant). Na één jaar kreeg vader een baan in Hilversum, dus verhuisden we. (dan weer ernstig) Hij overleed in 1963. Later kreeg mijn moeder een relatie met zijn broer en had ik een nieuwe vader.' Heb je een Indische of een Hollandse opvoe ding gehad 'Ik vind dat ik een Indische opvoeding heb gehad. Eten was heel belangrijk en er kon meer dan bij mijn Hollandse vriend jes en vriendinnetjes. Dat strenge regime waar je vaak over leest, was bij mijn ou ders niet aan de orde. Absoluut niet. Men was gemakkelijk in de omgang en dat gaf een warm gevoel. Overigens ben ik eigenlijk door mijn (Hollandse) partner Patty op dat verschil gewezen. Een ander element is de accuratesse, dat precieze. Soms tot in het overdrevene. Dat heb ik van mijn vader. Bij mijn Indonesi sche familie (in Malang en Yogyakarta) ervaar ik dat ook. Op het eerste gezicht oogt het allemaal wat smoezelig maar als je beter kijkt, zie je hoe netjes het is. Ondanks de beperkte middelen. Tijdens onze familiebezoeken in Indonesië gaan we wel eens samen uit. Dan wordt er een busje gehuurd. (Desmond schaterlacht) Je kent dat wel; zo'n busje voor acht per sonen waar we met veertien mensen inzit ten. ledereen ziet er dan perfect uit. (een beetje trots) En dat bewonder ik.' (De modern ingerichte woonkamer van Desmond ziet er ook perfect uit; een com binatie van licht en donker, plexiglas en leer. De oosterse sfeer wordt bepaald door een aantal Aziatische decoraties, een pau- wenstoel, een kamerscherm en achter grondmuziek van hedendaagse Javaanse componisten.) 'Discipline - vaak regel in Indische gezin nen - hoefde ik me niet aan te leren. Dat zat al in me. Ik heb van mijn ouders de volle vrijheid gekregen en naar mijn idee ben ik daar ook goed mee omgegaan. Overigens moet ik je bekennen dat ik, on danks mijn Indische opvoeding, absoluut niet kan omgaan met de botol cebok. Waarom mijn ouders dat stukje hebben laten liggen, is mij een raadsel.' Toch lijken de verschillen ten opzichte van de Hollandse cultuur erg klein 'Ik ben opgegroeid in die typische tempo doeloe-sfeer. Achteraf bezien vind ik het jammer dat de Indonesische component daarin zo beperkt aanwezig was. Het is niet mijn bedoeling Indische men sen te confronteren, maar naarmate ik meer van Indonesië leerde kennen, kreeg de Indische cultuur voor mij veel meer Hollandse dan Indonesische elementen; een kleine tropische verrassing in een zeer dikke laag Hollandse melkchocolade. Voor mij is het nog steeds moeilijk te begrijpen dat - even los van politieke en economi sche motieven - de Indische mensen des tijds toch voor Nederland kozen. Indië was het moederland. Ondanks dat de Indische cultuur daar is ontstaan, heeft men zo weinig overgeno- 30 AUV1ERE

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 30