moessQn De inhoud van ingezonden brieven valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie Hilbert's Indisch Kook- en Leeshoek en Lin Schoite's Lekker koken van Sabang tot Merauke. Lilian Ducelle, Den Haag Mississippi Masala Een paar dagen geleden, op een warme zomeravond, op de tv de fdm Mississippi Masala gezien. Deze film heeft me erg ge boeid en ook aangegrepen omdat ik er zoveel in terugvond van ons, Indische- Nederlanders. Het verhaal begint in Oeganda ten tijde van het bewind van de dictator Idi Amin. Alle Aziaten die in Oeganda woonden en werkten moeten opeens het land uit. Zo ook de hoofdper soon in het verhaal, Jay, een Indiër wiens familie daar al generaties lang woont. Hij is daar geboren, opgegroeid, getrouwd, heeft een prachtig dochtertje en een goede baan in het onderwijs, een mooi huis in een prachtige omgeving; kortom een goed leven dus. Vanaf zijn vroege kinderjaren heeft hij een boezemvriend, een zwarte Afrikaan. Als hij hoort dat hij met zijn familie het land moet verlaten met achter lating van alles wat zij bezitten, zegt hij tegen zijn vriend: 'Maar dit is toch mijn land, ik ken immers geen ander land!' 'Ja', zegt de vriend dan, 'maar jij bent geen zwarte Afrikaan en Oeganda is alleen voor de zwarten.' Er spelen zich emotionele ta ferelen af bij het vertrek van deze Indiërs, waarbij Jay de vriend die hen naar het vliegveld brengt volkomen negeert, wat deze zich zeer aantrekt. Na veel omzwervingen belandt de familie dan uiteindelijk in de Verenigde Staten, in een plaatsje in de deelstaat Mississippi. Daar vormt zich dan een Indiase gemeen schap, de Mississippi Masala (masala is een bepaald gekruid ingrediënt, gebruikt bij het bereiden van curry). Iedereen heeft inmiddels een bestaan opgebouwd en is min of meer in de bevolking opgenomen. De vrouw van Jay runt een drankzaak en zijn dochter werkt in het hotel van een oom. lay echter, kan zijn draai niet vinden. Hij verlangt nog steeds naar Oeganda en probeert door allerlei processen zijn huis en bezittingen daar terug te krijgen. Tot zijn dochter verliefd raakt op een zwarte Amerikaan, dan heb je de poppen aan het dansen, lay laat namelijk niet toe dat zijn dochter met iemand van het ras dat hem in het ongeluk heeft gestort, een relatie heeft en er ontstaan dan allerlei ontwikke lingen met dramatische gevolgen. Het jon ge paar zet toch door, ondanks al het ver zet, ook van de overige leden van de Indiase gemeenschap. lay heeft inmiddels bericht ontvangen dat hij, als resultaat van alle gevoerde processen, misschien zijn huis terug zal krijgen en hij wordt uitge nodigd naar Oeganda te komen, wat hij ook doet. Daar aangekomen probeert hij zijn oude vriend weer op het spoor te komen maar die blijkt niet meer in leven. Een hevig ontroerde Jay gaat bij zijn oude huis kijken dat hij in vervallen staat aan treft. Dan wordt hij uitgenodigd op een feestje en ziet daar een klein zwart jonge tje die hem aan zijn vriend doet denken. Opeens neemt hij het kind in zijn armen en knuffelt het en dan komt toch het besef dat ook de daad van zijn dochter, door een zwarte jongen lief te hebben, weer terug te brengen is naar het verlan gen naar het verloren gegane vaderland. Deze fdm wekte bij mij allerlei gevoelens op. Het moeten verlaten van een land, waar je opgegroeid bent en waar je familie al generaties lang woonde, je eigen land, dat je moest verlaten, de hunkering om er weer terug te keren, maar dan toch het oude niet meer te vinden. Ik hoop dat deze film nog eens wordt uitgezonden want hij was beslist de moeite van het kijken waard. Mevrouw E.W. Reuvekamp, Rotterdam Oseng-Oseng Wat men in Banjuwangi Sing-O-Sing schijnt te noemen heet op andere plaatsen op Java gewoon Oseng-Oseng. Minder melodieus misschien maar toch heus het zelfde gerecht, ook wel met kankoeng of laboe siam gemaakt. Mijn moeder maakte het met laboe siam, geen abon (wordt slap en is niet lekker meer) soms wel gebakken teri maar die het laatste door 'gegongsengde' scheppen. Met een stuk of wat tjabé rawits! Veel Indonesische (Javaanse) namen zij afgeleid van klank- of geluidsnabootsin gen. In 'gongseng' hoort men duidelijk het schuren van soetil tegen wadjan, net zoals bij Orak-arik (ook een bekend volksge recht) het omscheppen te horen is. Oseng-oseng komt in alle 'echt' Indische kookboeken voor, onder andere in Sing-O-Sitig H. Marsman denkt dat bijgaand gerecht in geen enkel kookboek staat, maar dat is niet juist. Zie het Indisch Lees- en Kookboek van H.J. Hilbert, bladzijde 122. Ik kocht dit boek enige jaren geleden op de Pasar Malam Besar, een heel aardig en bijzonder boek met heerlijke recepten. Overigens vraag ik me af of limpik hetzelfde is als tempé. Niet iedereen kent de (Oost-) Javaanse benamingen. Mevrouw H. Schönherr, Rijswijk Naschrift redactie: 'limpik' uit het recept van Sing 'O Sing is een schrijffout. Het moet inderdaad zijn: tempéh of timpih. Chefltok Lontiy? Alweer een Indisch kookprogramma, dit maal van de Tros en alweer niet juist. Het eerste de beste recept van Rendang Padang is fout! Wat er absoluuut niet in hoort: ketoembar, djinten, kruidnagels, olie, daoen djeroek, kaneel en tamarinde. Omdat kokosmelk al vet genoeg is, hoef je de boemboe niet meer met olie te fruiten. Alles moet in een wadjan gedaan worden: het vlees, de kokosmelk en de kruiden. Koken tot het vlees gaar is en de olie van de kokosmelk te zien is. Ik heb de Tros opgebeld en gewaarschuwd dat het recept niet goed is. Ik denk niet dat ze zich aan mij storen. Is er niet iets aan te doen? C. van Wijk, Zwijndrecht Vrouwen-Korps KNIL Na eerst geamuseerd naar de foto op pagi na 40 te hebben gekeken Moesson 15 sep tember 1997), zag ik tot mijn grote schrik de foutieve tekst ernaast: MILVA's parade ren et cetera. MILVA is Militaire Vrouwen afdeling van de Koninklijke Landmacht en het bijschrift bij de foto is dus onjuist. Er had moeten staan: een detachement van het Vrouwen-Korps van het KNIL (VK- KNIL). En onder de foto het prachtige gedicht van mevrouw Steenstra. Bij zo'n mooi gedicht had naar mijn mening een andere, betere foto moeten staan, van het KNIL-monument op het Landgoed Bron- 4 Brieven

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 4