die mensen mij ook meneer dokter, wat ik
verbazend vond en mij altijd min of meer
in verlegenheid bracht. De oude dame was
vaak ziek en klaagde geregeld over haar
hart. Daar scheelde inderdaad ook wel wat
aan. Het onregelmatig kloppend hart ver
toonde soms heel korte periodes van stil
stand. Dat wordt een asystolie genoemd.
Bij de oude dame zou het fenomeen van
Adam Stokes - dit zijn periodes van veel
langere asystolie, waardoor het lijkt dat de
persoon dood is - kunnen optreden.
Tijdens haar laatste opname in het zieken
huis bezocht de echtgenoot mijn spreek
uur en vertelde mij een dramatisch, maar
toch ook wel komisch verhaal over het
geen zijn vrouw in het ziekenhuis was
overkomen.
'Het was laat in de avond en mijn vrouw
was dus dood', zo begon hij zijn verhaal.
Voor het opstellen van de overlijdensacte
was hij naar huis gegaan om paperassen te
halen, waar de personalia van zijn vrouw
officieel in stonden vermeld. Bij terug
komst bleek op de afdeling waar zijn
vrouw had gelegen, grote geïrriteerdheid
en groot verdriet te heersen. Na haar over
lijden werd zijn vrouw door twee jongere
leerlingverpleegsters in haar bed naar de
badkamer gereden. Daar zou zij blijven
totdat de begrafenisondernemer was gear
riveerd. De jonge zusters hebben daarna
de kast in de kamer van zijn vrouw opge
ruimd om kleding voor haar naar de bad
kamer te brengen. Op gegeven moment
werd de afdeling opgeschrikt door geroep,
geschreeuw en gegil uit de richting van de
badkamer. Daar werden twee totaal ontda
ne zustertjes gevonden en de 'overledene'
zat rechtop in bed. 'Ik heb zo'n dorst'
sprak de herrezen, oude dame.
Drie dagen later was de man weer bij mij
op spreekuur. 'Nu is ze echt dood dokter.
Toen ik werd gebeld heb ik nog zeker een
uur aan haar bed gezeten.'
Het was een kolossale fout van de dienst
doende arts die, zonder zichzelf te overtui
gen, de nachtzuster op haar woord had
geloofd. Voor geen van de verantwoorde
lijken had het voorval consequenties.
De oude man wilde daar niets van weten.
Stel zoiets gebeurd je nu. De legioenen
vanuit maatschappelijk werk, de nazorg,
welzijnswerk en de advocatuur staan tot je
beschikking. Daarbij kan je ook nog een
sappig verhaal aan de media kwijt.
'Doeloe, doeloe 'ndah adah', zou mijn
neneh gezegd hebben. Daar houd ik mij
maar aan. Dat het zo'n goede-oude-tijd is
geweest, kan geamendeerd worden. Dat
weten wij, maar ik denk dat in die tijd de
mensen niet de emotie de overhand lieten
krijgen. Verstandig - waarmee ik wil zeg
gen het verstand gebruikend - zullen zo
wel de familie als de vrienden en kennis
sen hebben besloten, de gebeurtenissen,
het verdriet en de woede om het geschon
ken vertrouwen gezamenlijk te dragen.
In deze zo sterk individualistische, West-
europese maatschappij is het gezonde re
lativeringsverstand vervangen door sluw
heid, sjoemelen en sjacheren om geld,
macht en carrière te verkrijgen.
Het geld en de macht zijn in verkeerde
handen. Het onverstand regeert. De be
sluiten komen achteraf. In de ellende ver
zuipt een mens. Wat hem als handreiking
wordt geboden is een gironummer. Ziek
en verveeld, eenzaam en verslaafd, zijn wij
slachtoffer geworden van onze welvaart.
Patiënten, van anderen afhankelijk.
Is er nog hoop? Natuurlijk is er hoop!
De dichter Jacques Bloem schreef in het
poesie-album van zijn kleine vriendin:
Ie vader trekt flessen
Ie moeder schaatst scheef
Maar ik blijf je vriendje
zolang als ik leef.
Wanneer dat zo kan blijven: Vrienden van
elkaar, dan is er zeker hoop.
Een halve eeuw steun aan oorlogsgetroffenen uit Indië
Tussen 1945 en 1968 arriveerden in Neder
land driehonderdduizend mensen uit het
voormalige Nederlands-Indië. Daar werden
ze sinds de Japanse capitulatie beschouwd
als ongewenste gasten, hier waren ze alleen
welkom als ze zich zo snel mogelijk onzicht
baar maakten. Voor de gruwelijke gebeurte
nissen die repatrianten tijdens de Japanse
bezetting en de bersiap doormaakten,
bestond in Nederland tot ver in de jaren
zestig nauwelijks aandacht. De stichting
Pelita bood al die tijd wel een luisterend oor.
Indisch licht vertelt het verhaal van een
halve eeuw steun aan mensen die tijdens de
oorlog in Azië en de revolutie in Indonesië
blijvend letsel opliepen.
door Will Tinnemans (research Frank von Winckelmann)
ISBN 90-801433-6-7. 160 pagina's, geïllustreerd, ook in
kleur, prijs 37,50. Verkrijgbaar via de boekwinkel of
rechtstreeks bij de uitgever door overmaking van 37,50
op Postbank 75 83 89, t.n.v. St. Tong Tong, Den Haag.
Portokosten in Nederland voor onze rekening.
42ste jaargang nummer 5 november 1997
29
IN
II
Dl
ISCI
H
LICH I