Over plantennamen gesproken de buurt komen kijken. Er zijn kleine, ui terst eenvoudige hutjes die te huur zijn en een paar eetwarongs, maar electriciteit is er niet en de waterleiding ligt nu al tot vlak bij de desa. Heel primitief dus, maar adembenemend en paradijselijk mooi. De plaatselijke bevolking wil graag het een en ander ontwikkelen en probeert wat meer toerisme naar het eiland te trekken, maar het gaat allemaal vrij moeizaam, omdat men bepaald niet zit te wachten op de heersers uit Banda Aceh, of projectont wikkelaars en andere zakkenvullers. Aan toerisme wordt natuurlijk goed verdiend, maar Pulau Weh is zo'n kwetsbaar gebied. Als het toerisme daar te grootschalig wordt aangepakt, zou het gauw de ver keerde kant uit kunnen gaan. De bevol king is arm; je zou ze graag boven de ar moedegrens willen uithelpen. Aangezien er vrij veel belangstelling is van de nabestaanden voor de algemene begraafplaats, die nu vrijwel geheel over woekerd is, was er een plan van de naburi ge desa om door hen het onderhoud van deze begraafplaats te laten doen tegen betaling. Dit geld zou dan uit een fonds moeten komen. Ook nu bestaat weer de vrees dat het geld niet op de juiste plaats terecht zal komen. Als iemand van de lezers daar een idee of suggestie over heeft, zou ik dat graag wil len horen. Op de titelvraag van dit artikel: Hoe gaat het met Sabang op Pulau Weh, luidt dus het antwoord: Het houdt niet over, want het is armoe troef. Het is er echter zó mooi, dat ik blijf dromen over dit eiland met zijn vriendelijke bevolking. Dit artikel heeft Mia Koning-van der Veen geschreven naar aanleiding van haar boek: Dromen over Sabang. Bestelling van boek mogelijk bij: Mia Koning-van der Veen, Brandaris 10, 4902 CZ Oosterhout (N.Br.), tel. 0162 - 43 17 83. Pasarstraat, Sabang 1993. Vanwege mijn beroep en vroegere werk kring (ben nu al twintig jaar met pen sioen) heb ik nog enkele boeken over bo tanie staan in mijn boekenkast. Nergens ben ik de plantennaam Nonya belanda ma- kan sirih tegengekomen. Sandra Damen Moesson 15 juli 1997, pagina 5) had zich al eerder afgevraagd waarom een inlandse (ze bedoelde een Indonesische) plant een naam had die duidelijk met Holland te maken had. Waarop haar veronderstelling gebaseerd is, weet ik niet, maar het gaat hier om een uit midden-Afrika afkomstige klimheester, waarvan de wetenschappelijk naam Clerodendron thomsonae is, familie Verbanaceae, waar onder andere de jati (Tectona grandis) en de tembelekan (Lan- tana camara) thuis horen. Wat betreft de naam Clerodendron thom sonae het volgende: de naam van het ge slacht (genus) Clerodendron bestaat uit twee Griekse woorden, respectievelijk klê- ros, dat 'lot' of 'kans' betekent; dendron is 'boom', dus clerondendron betekent 'kan senboom'. De soortaanduiding thomsonae is latinise ring van de naam van mevrouw Thomson, echtgenote van de Engelse zendeling W.C. Thomson, werkzaam in Afrika, die de plant in 1861 naar Europa zond. Zie dr. C.A. Backer, Verklarend Woorden boek van Wetenschappelijke Plantennamen. Batavia, Visser Co., 1936. De Nederlandse naam van de plant is Gebroken hartjes en de Indonesische is Nyonya cinamakan sirih en betekent: 'de (Chinese) dame die sirih kauwt'. De don kerrode kleur van de kroonbladen wordt dan vergeleken met de rode kleur van het speeksel dat men krijgt tijdens het kauwen van een sirihblad (Piper betle) met toe voeging van betelnoot (Areca cathecu), gambir (LIncaria gambir) en gebluste kalk. De naam Luizenplant is misschien van toepassing op Clerodendron paniculatum, die groeit in Zuid-China, Indonesië en Maleisië. Deze bevat vluchtige oliën waar mee men de luizen tracht te bestrijden. Ik kan het niet met zekerheid zeggen. Het is maar een veronderstelling, omdat men in Maleisië 'its essence as an elixir' gaat gebruiken. Toevallig hebben we enkele planten van deze soort op ons erf staan en ik hoop in de nabije toekomst een foto ervan op te sturen. Wat ook onze speciale aandacht verdient, is de op lava voorkomende - vanaf de laagvlakte tot 750 meter boven de zeespie gel - Kembang bugang (Sundanees) of Glaskauwerplant (Nederlands), waarvan de Latijnse naam is Clerodendron calamito- sum. Een geneeskrachtige plant. Volgens dr. A.G. Vorderman, Officier van Gezond heid der Marine, later Civiel-Geneesheer op lava (1871) is afkooksel van de blade ren een voortreffelijk middel tegen nier en blaasstenen. De bevindingen van Vorderman werden naderhand bevestigd door mevrouw Kloppenburgh-Versteegh. Volgens volks verhalen is de mond onkwetsbaar bij het kauwen van glas mits men het in een blad van deze plant wikkelt. Degene die belang stelt in de betekenis van plantennamen en het nut van de plant zelf kan zich hoogstwaarschijnlijk wenden tot de afdeling ethno-botanie van het Rijksherbarium in Leiden. K.S. Depart Pematangsiantar, Sumatra Bronnen: L. Bruggeman: Indisch tuinboek, Prof. dr. E.D. Merrill: De plantengroei in de Maleische archipel. Bewerkt door Dr. Josephine Th. Koster, K. Heyne: De nuttige planten van Indonesië. 42ste jaargang nummer 5 november 1997 31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 31