Indisch echtpaar 65 jaar getrouwd
moessQn
Het kunstje zekeringen repareren kenden
ze hier ook, zelfs de toekangs van de sto-
ringsploeg bezondigden zich er aan. Eens
in de zoveel tijd had een van de supervisors
storingsdienst waartoe hij dag en nacht
klaar moest staan om in geval van nood,
bijgestaan door een of meer toekangs, alle
voorkomende storingen te verhelpen.
Hierbij had de productie en het laden van
de tankers voorrang. Als de supervisor er
niet bij was, probeerden zij dit kunstje te
flikken, zoals ik meermalen heb onder
vonden.
De supervisor van de Domestic Area werd
verondersteld 's avonds in de hem ter be
schikking gestelde Landrover de straatver
lichting te controleren.
Zo heb ik meegemaakt dat op een avond
een gedeelte uitviel. Aangekomen bij de
verdeelmast bleek de vulmassa in de ver
bindingsmof gesmolten te zijn door over
verhitting. Hier ging de grondkabel over
op bovengrondse leidingen langs lan
taarnpalen. De zekering bleek prachtig
overbrugd te zijn. In het donker was de
oorzaak van de kortsluiting niet te vinden,
dus heb ik het gedeelte laten afkoppelen,
zodat de rest van de verlichting weer aan
kon. De volgende dag ben ik met de Land
rover direct de leiding gevolgd. Het spoor
voerde bergopwaarts naar een kampong.
Na een paar minuten had ik de oplossing
gevonden: een vlieger had zich om de bo
vengrondse, blanke draden gewonden en
zo een prachtige kortsluiting veroorzaakt.
Als vliegertouw had men tali-rami
gebruikt. Nu heb ik zelf nooit professio
neel gevliegerd, maar ik heb vaak genoeg
gehoord en gelezen hoe Indische jongens
vliegertouw maakten: het fijnste machine
garen al dan niet geprepareerd met gela-
san. Dit waren dus beslist geen Indische
jongens geweest.
Intussen was het tijd voor de jaarlijkse be
oordeling van de toekangs. In overleg met
Hans besloot ik een voorbeeld te stellen
door Ngabdi aan te zeggen dat hij voor
'bolossen' overgeplaatst zou worden en
wel naar de raffinaderij, wat als straf gold,
omdat het werk hier veel zwaarder was.
Het was ook onmogelijk vóór het einde
van de werktijd het terrein te verlaten.
De aanzegging moest officieel gebeuren
via een formulier dat door de delinquent
voor ontvangst getekend moest worden.
Ngabdi was het met de hele gang van za
ken niet eens. Hij tekende onder protest:
'Ik word hier als een crimineel behandeld.'
Ik dacht nog bij mijzelf: Nu heb ik er een
vijand bij gekregen. Maarzo nu en dan
moet je hard optreden om te voorkomen
dat het werkvolk een loopje met je neemt.
A. Kessel
Op 16 november 1997 zijn de heer en
mevrouw Van den Engh vijfenzestig jaar
getrouwd! Armand Adolf van den Engh
(Djokjakarta, 7 november 1911) en Hen-
riëtte Philippine van den Berg (Tjibadak,
22 oktober 1911) traden op 16 november
1932 in Bandoeng in het huwelijk. Hun
huwelijk werd gezegend met vier kinderen:
drie jongens en een meisje.
Armand van den Engh studeerde voor ad
junct-landmeter maar kon in de crisistijd
met dat beroep geen werk vinden. Met
geleend geld kocht hij een tweedehands
auto en ging daarmee taxirijden. Het ging
zo goed, dat hij snel zijn schulden afbe
taalde, een tweede en zelfs een derde auto
aanschafte en deze werden door familie
gereden, luist toen de zaak goed liep kreeg
hij een baan aangeboden als adjunct-land
meter bij het Kadaster van Bandoeng en
korte tijd daarna in Cheribon.
In 1937 volgde overplaatsing naar Padang
op Sumatra, daar werd hij tweede man bij
het Kadaster.
Ongeveer zes maanden voor de Japanse
inval werd hij daar gemobiliseerd. Bij zijn
eerste opkomst in Bandoeng, was Armand
ingedeeld bij de Militaire Automobiel
Compagnie. Op Sumatra waar geen auto
mobiel compagnie bestond werd hij inge
deeld bij de Genie en moest hij het vlieg
veld van Pakan Baroe in kaart brengen.
Met een aantal voormalige contractanten
van de oliemaatschappij N.I.G.P.M. werd
het vliegveld gedraineerd, werden toegangs
wegen naar barakken aangelegd en werd
een lorriebaan om het vliegveld gemaakt.
Tijdens de Japanse bezetting werd het ge
zin geïnterneerd. Armand korte tijd samen
met zijn oudste zoon, zijn vrouw Henriëtte
met de drie jongste kinderen. Na de capi
tulatie van Japan werden zij weer herenigd
en vertrok het gezin in december 1945 per
boot naar Batavia. Armand wilde helpen
met de wederopbouw van Indië en meld
de zich bij de A.A.T (Aan en Afvoer Troe
pen). Hij reed in konvooi twee keer in de
week het traject Batavia-Bandoeng Begin
1948 mochten zij voor negen maanden
met verlof naar Nederland, december
1948 keerden ze weer terug naar Batavia.
September 1949 ging Armand per vlieg
tuig via Australië naar Nieuw-Guinea,
waar hij in dienst trad bij het Kadaster in
Hollandia. In 1950 volgde het gezin per
m.s. Rotti naar Nieuw-Guinea. Armand
werd hoofd-assistent landmeter in Hollan
dia en bij zijn pensionering in 1961 was
hij opgeklommen tot hoge technisch amb
tenaar. Drie maanden met verlof naar Ne
derland en daarna weer terug naar Nieuw-
Guinea tot de overdracht aan Indonesië.
In 1963 solliciteerde Armand bij de PTD
in Nederland als administratief ambtenaar
en daar heeft hij nog tot 1976 gewerkt.
Een bewogen leven in vogelvlucht, waarbij
het 65-jarig huwelijk van Armand en Hen
riëtte van den Engh uniek mag worden
genoemd.
Moesson feliciteert hen van harte!
M. Schoen
De heer en mevrouw
Van den Engh-van den Berg
lisperveldstraat 200
'Nieuwendam'
1024 AK Amsterdam-N
34
tel. 020 - 636 05 22