Toekar? moessQn Kerstviering op zee met Anak-Anak Laut Ik heb bij een rederij in Zeeuws-Vlaande- ren gevaren die niet alleen vee, maar ook diepvrieslading vervoerde en die ook ter besparing van de kosten met Indonesiërs voer. Ik stapte in Rotterdam aan boord van de Iglo Express. De matroos die be reidwillig mijn koffer aanpakte, zei 'adoe' van verbazing, toen ik hem in mijn nog vrij goed 'Pasar-Maleis' aansprak. Al gauw ging dan ook het verhaal rond: 'Ini nagho- da bisa bitjara bahasa Malajoe' (Deze ka pitein kan Maleis spreken). Het schip had gedokt en een grote beurt gehad, maar zelden heb ik een rottiger schip met zo veel kuren meegemaakt dan de Iglo Express. We vertrokken op een gure herfstavond. Bij het loods afgeven bij de Hoek (Hoek van Holland) was het al di rect prijs. We waren een mijltje of vijf buitengaats of de hoofdmotor sloeg af. Ik vroeg de hoofdmachinist of ik een sleep boot moest laten komen, want met de stij ve westerbries die die avond doorstond (gedurig woei), zouden we in een 'poepie en een scheet' aan lager wal geraakt zijn. Na een stief kwartiertje zweten op de brug en in de machinekamer liep het op het nippertje goed af en zonder veel gedonder deden we Esbjerg (Denemarken) aan. Daar laadden we een volle bak diepvries producten voor de Perzische Golf: zalm, kaviaar, kip, gans, gevogelte, vlees van de allerbeste kwaliteit en biefstukjes van het haasje. En tot mijn stomme verbazing ook nog honderden tonnen aan rauwe ham, gepekelde ham, gerookte ham, en gerook te en van het bot ontdane, strengen karbo naden. Alles bestemd voor streng Islamiti sche landen, zoals Saoedie-Arabië, Bahrein en Koeweit. Naarmate we de P.G. (de Perzische Golf) naderden, kregen we last van de slechte stabiliteit van het schip. Bij wat roer geven, lag het schip direct als een aangeschoten kraai scheef in het water. We losten een deel van de dure diepvries lading in Bahrein en stoomden vervolgens verder naar Koeweit. Daar heerste grote verwarring. Zo'n 110 schepen lagen op de rede te wachten. 'Maar', zo verzekerde een opgewekte boar ding agent ons, 'wij met onze diepvriesla ding hadden voorrang en kwamen na de veeschepen en de bananenschepen als eer ste aan de beurt.' Hij nam en passant even alle paspoorten en alle scheepspapieren van ons mee voor onze walpasjes. Achter af bleek dat ze waren meegenomen om te verhinderen dat wij 'm stiekem zouden smeren. De ontvanger had namelijk ruzie met de verscheper over een vorige lading van dezelfde exporteur uit Esbjerg. Om een lang verhaal kort te maken: wij lagen daar ruim drie maanden voor anker, zonder te weten waarom. De reder was te beroerd om ons even via een telegramme tje van 12,50 te laten weten wat er aan de hand was. Frusterend. De schamele in houd van de boekenkist was kapot gële- zen, post werd niet aan boord gebracht en verse groenten en fruit waren onbekende begrippen aan het worden. De stemming zat er goed in. Geheel vooraan zit kokki Sapai. Tamin heeft een blikje in de hand. Helemaal rechts staat de bootsman. Het werd nu echt winter en dan is het ook in woestijnlanden als Koeweit vrij koud met 's nachts zelfs nachtvorst. Onze ma troosjes uit Surabaya en Madura hadden het behoorlijk koud tijdens het onder houdswerk (dat op een schip altijd door gaat). De twee poetsers (olielieden) uit Surabaya konden het in de vetput (machi nekamer) uiteraard redelijk uithouden, zo ook onze kokki, Sapai, en de bediende, Tamin. Om wat te doen te hebben, ging ik met bovengenoemd tweetal het proviandhok en de twee diepvries lockers uitmesten en liet de zaak door twee matrozen grondig schoonmaken. Hun opdracht luidde: 'Moesti bongkar dan minta bikin bersih betoel, tjap djempol estimèwa!' (Ordenen en donders goed schoonmaken). Al spoe dig kwam kokki om de logische raad vra gen: 'Waar moet ik met die twee grote rundvlees-achterbouten hind quarters) naar toe als ik de diepvries/ocfeers aan het uitmesten ben?' Alles moest immers eerst geheel ontdooid zijn. Op zich erg simpel: we zouden het vlees even boven op de diepvrieslading in het ruim leggen. Toen de twee tengere matroosjes met de eerste, wel zeventig kilo wegende achterbout aan dek verschenen, vroeg een verbaasde poet ser die de stuurman assisteerde bij het opentrekken van de hydraulische luiken: 'Toekar?' Met één woord vatte hij zijn ver baasde vraag samen: 'Ruilen?' Ons vlees was uiteraard inferieur, zeker in vergelijking met het vlees van de lading. Omruilen lag dus voor de hand. Maar zo oneerlijk waren we niet - nog niet - alhoe wel wij de laatste maand van het wachten in verband met een nijpend tekort aan proviand, wel het nodige uit het laadruim stalen. En daar had niemand gewetensbe zwaar tegen. Wij genoten van een paar dunne plakjes zalm bij het avondbiertje en onze makkers uit Tanah Air Kita geno ten net als wij van het malse varkensvlees en de plakken ham op brood. Het werd Kerst. Het vreemde feit doet zich altijd voor, dat zowel niet-gelovige Neder landers als Islamitische bemanningsleden een soort van kerstfeestviering verwachten. Er bestaat een walcomité van christelijke vrouwen, dat een half jaar vóór de Kerst zorgt dat de schepelingen die zich tijdens de Kerst op zee bevinden, een kerstpakket krijgen. Dit kerstcomité had ik benaderd met de vraag of ze ons een cassettebandje 18

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 18