Een Indo-familie naar 'Gollan'
Vol verwachting klopt ons hart
Begin '54 was het dan zover. Kudde
instinct en trekdrang dreven ons tot het
voorbereiden van de reis van ons leven.
Eerst de tickets kopen. Dat viel tegen,
want zowat alle boten waren volgeboekt.
Alleen op de Willem Ruys was er nog
plaats. De leperds hadden een vierde klas
gecreëerd in het vooronder; normaliter de
hutten van de matrozen. Het verschil met
de prijs van de derde klas was miniem.
Soedahlah, betalen maar. We hadden drie
kinderen en mijn vrouw was zwanger.
Daarom kregen we een hut voor ons al
leen. Vele anderen moesten met slaapzalen
genoegen nemen.
Op het boekingskantoor van de Rotter
damse Lloyd vulden zij achter de naam
van mijn vrouw 'gravida' in. Adoeh seh,
hewelduh dese. Ze denken mijn vrouw
gravin! Later blijkt loepoet; gravida is
zwanger.
Daarna kleding kopen. Ie had in Tjikini
een tweedehands kledingzaak met afdan
kertjes van Hollandse families. Hier vond
mijn vrouw een paar kledingstukken die
haar pasten en ik vond er een passend
kostuum, alleen waren de mouwen te kort
en was de pantalon hoogwater. Dit alles
mocht de pret (en ook de prijs) niet druk
ken. Voor de kinderen werd het moeilijk.
Gelukkig had ik een schoonzus die uit
oude legerdekens jassen kon maken. Ook
had ze nog wat drollenvangers gevonden.
Eindelijk was het zover. Begin mei gingen
wij aan boord. Op de kade het gebruikelij
ke afscheid met slingers, die één voor één
knapten naarmate de Ruys zich verwijder
de. Met anderen heb ik nog een hele tijd
op het achterdek naar de blauwe bergen
gekeken, die langzaam achter de kim ver
dwenen, totdat verder niets anders te zien
was dan het schuimspoor die de schroe
ven van het schip maakte. Of ik gehuild
heb? Een brok in mijn keel? Niets van dat
alles. Wel had ik een onbestemd gevoel
van nieuwsgierigheid, verwachting en be
rusting. Een nieuw hoofdstuk in mijn le
ven was begonnen.
Vol verwachting klopt ons hart
De volgende dag waren wij in Singapore.
Verplichte nummers waren deTijgerbal-
semtuin en Change Alley. Hier kocht ik
Afscheid op de kade van
Tandjoetig Priok
mijn eerste fototoestel. Tegen de avond
bracht een taxi (chauffeur met tulband)
ons terug aan boord. We hoorden dat er
in de stad onlusten waren geweest, er was
ook geschoten. Niets van gemerkt trou
wens, zal wel kabar angin geweest zijn.
Volgende stop was Colombo. We hadden
hier gelukkig familie wonen, die ons rond
leidde langs verschillende tempels, de die
rentuin en Mt. Livinia, een soort toeris
tisch park. Via Suez (kijke kijke niet kope)
en Port Said bereikten we Napels. Hier
bleef de Ruys een dag, waarschijnlijk om
dat een paar ambtenaren van D.M.Z.
(Dienst Maatschappelijke Zorg) aan boord
gingen voor het registreren van degenen
die in een opvangcentrum opgenomen
moesten worden. We gingen uiteraard aan
wal en hier heeft deze tolol voor het eerst
kennis gemaakt met de Napolitaanse maf
fia. Ik kocht een parkervulpen type P51,
de meest begeerde vulpen in Batavia en
een polshorloge (merknja loepa) met een
prachtige wijzerplaat, shockproof, water
proof, allesproef, maar na een week soedah
letjet. De vulpen wilde ik aan boord door
de purser laten vullen. Deze lachte zich
kripoet en zei dat ik de zoveelste was, die
erin was getrapt. Het ding was niet eens te
vullen. Van binnen kosong.
Na Napels gingen de ambtenaren van
D.M.Z. druk aan het werk (contradictio in
terminis) en vroegen ons het hemd van
het lijf. We moesten een machtiging teke
nen, die hun het recht gaf onze eventuele
banksaldi na te pluizen. Die sontolojo's
dachten waarschijnlijk dat deze landver
huizers het goud dat ze in de koloniale
tijd hadden vergaard, in de Nederlandse
Bank hadden opgeslagen. Mis poes.
Via Gibraltar (in een koets door het pitto
reske stadje naar de Apenrots gereden)
voeren we op een regenachtige dag via de
Nieuwe Waterweg Rotterdam binnen.
Op de kade stonden bussen klaar om ons
naar diverse bestemmingen te brengen.
We kregen allemaal een touwtje om ons
nek met een label waar een letter op stond.
Bij ons was dat een G. Ik dacht dat de G
was van 'goedgekeurd', maar ketjelik. Dit
was de G van Groenendaal, een landhuis
aan de Lage Vuurscheweg in Hilversum.
In de middag kwamen wij hier aan.
Het was een prachtig landhuis met een
koetshuis. We werden in de hal binnen
gelaten en wachtten tot onze bagage was
uitgeladen. Binnen zag het er erg verwaar
loosd uit. Gerafelde vloerkleden met gaten
erin, versleten traplopers, barsten in de
lambrizering enz.
31
42ste jaargang nummer 6 december 1997