Op weg naar Zuid-Afrika moessQn Opbergmappen Met de SS Waterman naar Zuid-Afrika Sinds 1954 ben ik woonachtig in Zuid- Afrika. Ik had nog nooit van Moesson ge hoord, laat staan dat ik het blad had ge zien of gelezen. Als Indische Nederlandse, geboren en getogen op lava en pas na de oorlog met mijn ouders gerepatrieerd naar Holland, had ik nog altijd hoop om Indië weer eens te zien. Maar dat bleek ijdele hoop na de pensionering van mijn vader, kolonel A. Kint, uit het KNIL. We kochten een huis in Sassenheim. Ik ben toen ge trouwd met een ex-Indië-vrijwilliger. Om dat er voor ons geen goede toekomst was nadat mijn man uit de Marine kwam en ook geen goede woongelegenheid, besloten we om naar een warmer land te emigreren. Al mijn goede Indische vrienden wonen echter nog steeds in Holland en door hun toedoen kreeg ik af en toe een Moesson toegestuurd, waar ik reusachtig blij mee was, aangezien er zoveel over Indië, mijn geliefde land, in stond [ook in Zuid-Afrika kunt u een abonnement nemen], red. Nu stuurt een goede vriendin in Den Haag mij haar uitgelezen bladen geregeld toe en ze raadde mij aan om over mijn leven hier in Zuid-Afrika te schrijven. Eindelijk kwam het lang verwachte bericht dat we goedgekeurd en toegelaten waren voor Zuid-Afrika. We hadden vele Engelse sollicitatiebrieven geschreven, papieren ingevuld en kennissen in Holland opge zocht die vrienden en familie in Zuid-Afri ka hadden wonen, om maar zoveel moge lijk informatie in te winnen. In Den Haag, op het consulaat van Zuid-Afrika, werden we geïnterviewd en gekeurd. Ik ben dan wel Indisch (Indische moeder en totok- vader), maar had natuurlijk de Nederland se nationaliteit. Ik was toevallig blond en mijn man, van Groningse afkomst, ook! We hadden dus de goede kleur en werden goedgekeurd. Een kennis van een kennis in Johannes burg, zou borg voor ons staan, als we maar zo goed zouden zijn om een Hollands boerenbont servies met onze bagage mee te nemen, zodat hij geen invoerrechten hoefde te betalen. De goed verpakte kist werd kant en klaar bij ons afgeleverd, voordat de douane zou komen om onze koffers te verzegelen. We mochten een van te voren bepaald, klein bedrag aan geld meenemen voor on ze eerste onkosten en daarna moest de borg ons helpen. In werkelijkheid hadden we alleen in naam een borg. We hadden baan noch onderdak en gingen dus op goed geluk! De bootreis werd betaald door de Nederlandse regering die toenter tijd de emigranten hielp. We hadden al leen onze koffers met linnen en keukenge rei, een trapnaaimachine en de kist met boerenbont servies; geen meubelen. Mijn vader zei dat we vast wel meer geld nodig zouden hebben en gaf ons tweehon derd gulden cadeau, wat toen nog een ka pitaal was, maar... hoe konden we het on gemerkt meenemen? Heel geraffineerd schroefde mijn vader het handvat van de verzegelde hutkoffer af en boorde een klein gat waar hij de opgerolde bankbiljet- De Tafelberg bij Kaapstad, gezien vanaf het achterschip van de MS Oranje, 1956. ten indrukte en schroefde het handvat weer op z'n plaats. Eenmaal aan boord was het een klein kunstje om dat geld on der de matrozen te ruilen tegen ponden en shillings met minimaal verlies. Zo kwam het dan dat wij op een gure, nat te avond op de negentiende januari 1954, IJmuiden uitstoomden aan boord van de SS Waterman. Op de woelige wateren van de Noordzee werd binnen een uur min stens de helft van de passagiers zeeziek. Ik had me erg verheugd op de bootreis, want mijn herinnering, als negentienjarige, aan de reis eerste klasse op de Oranje te rug naar Holland, lag nog vers in mijn geheugen. De luxe kajuiten, het heerlijke, overdadige eten, zo vlak na de oorlog, en de recreatie speciaal voor de passagiers! Geweldig. De vaart door het - nu gesloten - Suez- kanaal, Port Said, en dan de Middellandse Zee, het vieren aan boord van de verloving van de Engelse Prinses Elizabeth met Prins Philip (we hadden tamelijk veel Engelsen aan boord)... Maar ik dwaal af. De SS Waterman was gebruikt als troepen transportschip en nog niet geheel voor passagiers ingericht. De dames, onge trouwd, getrouwd met of zonder kinderen, kregen de hutten toegewezen en de mannen sliepen in grote zalen op het benedendek. De volgende morgen, heel vroeg al, kwa men de pursers naar de kajuiten en stuur den alle zeezieke dames het promenade dek op. Ik was daar helaas ook bij, alleen was ik niet zeeziek, maar ochtendziek. Ik was twee maanden zwanger! Gelukkig 33 Voeg alle Moessons van een jaar bij elkaar d.m.v. onze handige opbergmappen. Indien u 27,50 overmaakt op giro 6685 t.n.v. Moesson te Amersfoort, onder vermelding van opbergmap, krijgt u een exemplaar thuisgestuurd. 42ste jaargang nummer 6 december 1997

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 32