Oud en verleden tijd moessQn door J.A. Stolk, huisarts Oude vrienden zijn degenen die vrienden zijn gebleven. Altijd nieuw en altijd van deze tijd. Oud heeft zoveel betekenissen en hoeft niet altijd op verleden tijd te duiden. Een nieuwigheid is meestal opge poetste oude kennis en kunde. Zoals altijd bevestigen de uitzonderingen de regel, maar die zijn zeldzaam. Daarover latei- wat meer gezegd. Ich halte ein Kamerade... dat zong ik als kind en maakte verder zingend nog meer ratjetoe van de Duitse tekst. Eén van mijn beste sobats in de tijd van de jongenskiel was de zoon van een voormalig onderoffi cier uit het leger van Der Kaiser, een buur van mijn grootouders in het oudste'deel van de stad Djokjakarta. De grote huizen hadden grote tuinen, voor en achter het huis. In die tuinen stond een woud van vruchtbomen. Soorten in manga, de doe- ren, nangka, serikaja en ramboetan, kolos sale pohon-kedongdong. Het was een ramp om in de kleine boom, de sawoh, te klim men: de getah kon dagenlang niet van je handen, armen en benen worden gewas sen; de hansop werd weggegooid. Verder stonden er kleine, stekelige djeroek bomen. Djamboe was er in vele soorten en dit gold ook voor de kates en de pisang. In de voortuin was een grote per- golah van de klimplant van de djeroek Bali geconstrueerd. Bijna het hele jaar door konden er vruch ten worden gegeten. Ver in de achtertuin ontsprong een bron, die een glasheldere en diepe vijver had uitgesleten ter grootte van een Indische huiskamer; groot dus. I lierin poedelden wij met de jeugd uit de kampong achter het huis. Allen met een mond vol fruit. Dat mocht niet, maar sa men met de doroh sinjo kon en mocht alles. Het was een paradijs! In de vakanties logeerden mijn broer en ik vaak bij oma en opa. Van Der Otto, zoals opa zijn buurman noemde, had ik het lied Alte Kameraden, of zoiets geleerd. Met de nodige hoge uithalen en een snik in de stem. De zoon was een paar jaar ouder dan ik; en een door mij zeer gerespecteerde mang- ga- en katesjatter bij de buren. Opa had al eens met een katapult naar hem geschoten. Na de inval van de Duitsers in Holland werden hij en zijn vader ergens op Java geïnterneerd. Via het Rode Kruis heb ik tot tweemaal toe een brief van Wil - de roep naam van Wilhelm - ontvangen. Zijn wan hoop was tussen de regels door te lezen. Toen de oorlog uitbrak met Japan zijn zij op transport gesteld naar Ceylon. Ik heb die brave mensen nooit meer terug gezien. Tegen Duitsers heb ik niets. Nooit gehad ook. Het Duits heb ik nooit goed leren spreken. Onze buurvrouw uit Hamburg in het villa- gio panoramico, aan de voet van de Monte Baldo vlak bij het Lago di Garda, waar wij een kleine vakantiepondok hadden, maan de mij elke keer weer: 'Spreken Sie toch nur Hollands Herr Dokter. Ik verstehe Sie. Hollands ist toch schlecht Deutsch!' Op die wijze natuurlijk wel. Maar ik denk dat zij bedoelde dat mijn Duits op slecht Hollands leek. Nooit goed Duits gesproken. De beste herinneringen kunnen in heim wee veranderen. Melancholie of nostalgie kan toeslaan. Te veel in je herinneringen leven, is niet goed. Heimwee is bijna een ziekte. Met melancholie hoor je naar een psychiater te gaan en nostalgie is oorzaak van chronisch verdriet. Goede herinnerin gen kunnen je ziek maken. Invloeden van buitenaf zijn de oorzaak. Ie kunt niet (meer) je eigen verdriet en je eigen goede herinneringen hebben. Ie wilt bijvoorbeeld je gezin niet in jouw ellende betrekken. |e kleine vreugdes - een gestolen pisang van de bewakers in het kamp - tussen al die ellende door, dat zou zeker niemand begrijpen. Hier in Holland noemt de ene Hollander ons kampleed Oost-Indisch verdriet, de andere Belanda trekt zich daaraan op. Het is daarom Oost-Indisch verdriet, omdat de lapanner in die zogenaamde verre oorlog voor het merendeel Chinezen vermoord de. Nou, dan wij hier in Holland. Tachtig procent van de joden werd vermoord en de Duitsers hebben ook de loper van de trap en onze fietsen gejat. En dan dat begrip! Natuurlijk is het erg dat je vader voor jullie ogen door de Ja panners aan de kalikant werd onthoofd, maar jullie hadden het altijd warm en jul lie hadden volop eten. Ja toch? Een enkele keer wist ik niet meer wat trau matischer voor mij was die eerste jaren in Holland. De lellen van een Japanner, die ik had gekregen, het verloren geboorte land of die eindeloze verhalen over de el lende van de hongerwinter. Tijdens mijn studie heb ik geleerd dat trauma's voor de één op een overdreven emotie kunnen lijken, maar voor degene die er onder lijdt, is het een kwelling. Kapot, stuk en geen zin meer in het leven. Waarom? Waarvoor? Waardoor? Het zijn zinloze vragen! Ik heb een jongere collega gehad, die een jaar of twee na een operatie in een diepe depressie raakte. Hij was tegelijkertijd aan de maag en aan de galblaas geopereerd. Jarenlang had hij last van maagzweren en de galstenen waren ook een plaag. Hij kon een nieuw leven beginnen, zou je denken. Maar het tegendeel was het geval. Hij bleef bijna een jaar lang in een psychiatri sche kliniek. Tenslotte werd hij, hoewel niet genezen, toch ontslagen. Enige jaren geleden heb ik hem even gesproken. Nog steeds somber en suïcidaal. Zijn leven was vernietigd, meende hij, en zijn lichaam zonder reden kapot gesneden tot een nutteloos vod. Hij was boos en jaloers op deze tijd. Maag operaties als gevolg van ulcera (zweren) zijn nu niet meer nodig. Ze zijn met me dicijnen te genezen en een galblaas halen ze nu weg via een piepklein gaatje in de buikwand. En in deze wereld van agressie en hebzucht kon hij niet leven. Het klonk mij heel theatraal en onbegrij pelijk in de oren. Voor hem was het een ramp. Zijn gezin had hem verlaten en zijn werk kon hij niet meer doen. Nieuw, anders en zelfs beter kunnen voor het individu heel frustrerend zijn. Hoe dat komt, weet ik niet. De littekens van een maag- en galblaasoperatie kunnen inder daad verbijsterend groot zijn. Nu hoeft dat dus niet meer. Daarom een depressie krijgen? Er moet meer zijn. De opvatting bestaat dat de maagzuurrem- mer (onder verschillende namen bij de apotheek verkrijgbaar) het enige echt nieuwe medicijn is van deze eeuw. De an dere medicijnen zijn slechts verbeteringen van reeds bestaande. Toch denk ik dat je peniciline en insuline ook nieuwe medi cijnen kunt noemen. Nieuwe ziektes zijn volgens mij een modi eus verschijnsel in de wereld van de ge neeskunde. Artsen kunnen en weten heel 36 op uwge/ondheid

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 1997 | | pagina 35