Bulé in
wonderland
Heeft identiteit een smaakje of
smaak identiteit?
moessQn
Van huis uit niets, maar dan ook niets,
met wonderland te maken, was ik wel de
witste van het stel. Blond ben ik nog
steeds, al moet ik daar nu wat moeite voor
doen en als ik denk dat ik bruin geworden
ben, roept men 'O, wat ben je verbrand!
Doet dat geen pijn?'
'Nee,' zegt ik dan, twijfelend naar mijn
'bruine' armen kijkend, 'maar ik ben bang
dat het weer gaat bladderen!'
Toen ik tweeëntwintig jaar geleden met
een Indo trouwde, had ik de hoop dat hij
zou afgeven. Maar nee, we bleven Duo
Penotti.
Hoe blij ik ook was met onze zoon - en
dat was echt heel blij - de teleurstelling
dat hij niet bruin was was er wel.
'Hij heeft een hidung pesek!' riep ik steeds
om toch iets te kunnen noemen van uiter
lijke kenmerken. Kijk, dat hij 'kuping lo-
wok' had deed weer niet ter zake.
Toen enkele jaren daarna onze dochter ter
wereld kwam, had ik helemaal te veel mijn
best gedaan. Blond en blank en blauwe
ogen, eerder een Scandinavisch type dan
een Indo. Maar vergist u zich niet, een
moeder weet daar weer wat op te vinden!
Zij ziet in haar kind wat een ander niet zo
snel opvalt.
Onze lapke liep met negen maanden en
danste met elf maanden. En dat dansen
was Indisch! Met anderhalf jaar lachte ze
mij uit om mijn houten-klazen-klompen-
dans en danste ze met zelfbedachte dans
jes de sterren van de hemel. Al bleef het
ongelooflijk, zo'n blank, blond meisje van
een donkere vader. Als ze op mijn man's
schouder zat, zag je de mensen twijfelen.
Toch denk ik dat ik in de loop der jaren,
van binnen althans, verkleurd ben.
Waar je mee omgaat, word je mee besmet,
zegt het spreekwoord immers? Tweeën
twintig jaar getrouwd met een Indo gaat
niet in je koude kleren zitten, maar in je
hart. En hoe de buitenkant er dan ook
uitziet, aan de binnenkant zit je menszijn.
Ik schrijf gedichten en verhalen, de laatste
jaren ook romans. Die romans brengen
me meer verrassingen dan de rest van
mijn werk. Ze mogen gelezen worden
voor de literatuurlijst van de middelbare
scholen. Ze worden vertaald in andere
talen. Dat is erg schokkend voor een huis
moederschrijfster, je bent ineens geen
amateur meer.
Men noemt mijn romans 'psychologische
romans'. Dat komt dus omdat ik meer
houd van de binnenkant van mensen dan
van de buitenkant. Uit het voorgaande
begrijpt u nu natuurlijk hoe dat komt.
Nee, (ik hoor het u vragen) nog niet!
Mijn twee romans gaan nog niet over
wonderland, maar daar komt verandering
in. Mijn derde roman wordt een Indo-ro
man. Het voorwerk is geschied.
Ik ben zelfs in wonderland geweest.
Ik heb ontbeten met ikan, nasi puti en
sambal iris. Ik kan me wassen met behulp
van een steelpannetje. Een hurktoilet le
verde slecht enkele dagen problemen op.
Ik ben gepitjit met pale-en-tjenkè-klapper-
olie. Toch blijf ik bulé, maar - gek genoeg
- voelt zelfs dat nu anders. Ze vonden me
zo mooi daar! Ik werd geknepen en ge
knuffeld.
'Kras, kras!' riep men tegen mijn verwenste
dikke bovenarmen.
'Mooi meisje!', zeiden ze in Menado.
Dansende anak-anak aan mijn rokken.
'Bulé, bulé!' Op de pasar schattige bruine
kindjes in je armen gedrukt krijgen. Of 'de
witte' dat ook wilde!
Onbegrijpelijk! Wonderland! Ja toch?
Betul, betul!
Joke Verweerd
Zo'n 15 jaar geleden begonnen twee Indi
sche jongens ergens in het centrum van
Den Haag een Indisch eethuisje. Een pij-
penlaatje, dat meer op een bruin café of
een bistro leek. Interieur strak zwart-wit,
geen wajangpoppen of batik aan de mu
ren. Geen krontjong of anklung muziek,
maar evergreens uit de jaren veertig, vijftig.
De jongens waren op het gezegende idee
gekomen, dat het eten in hun restaurant
net zo moest smaken, als hun moeders
het maakten. Dus stonden hun Indische
Maatjes in de keuken te bakken en te
braden wat op de menukaart stond.
Er werd geen haarbreed van het eigen re
cept afgeweken en dus smaakten de ajam
pedis, de lotek, de lodeh, de krodek, de
nasi goreng, de tahoe petis 'zoals Maatje
het altijd maakte'.
Het zat er meteen, van het begin al vol.
Meest Hollandse jongelui, die van kantoor
kwamen. En op andere dagen 's avonds
terug kwamen met hun meisje of echtge
note.
Bewust of onbewust maakten zij zo ken
nis met goed Indisch eten, volgens het
juiste recept, de juiste bereidingswijze.
Geen overladen menukaart, dat maakte de
keuze makkelijk. En als iets lekker is, kiest
men het de volgende keer weer. De Indi
sche klanten konden het beamen. Dit eten
was goed en als zij het vergeten waren,
dan kwam de herinnering aan de enige
juiste smaak weer terug.
De moeders zijn er niet
meer. Het eethuisje is
verhuisd naar een gro
ter pand ernaast.
Maar verder is
alles hetzelfde
gebleven; de
sfeer, de eenvoud en.
de smaak van de
gerechten en dranken.
Eerlijk, simpel, geen re
kening houden mét...:
take it or leave it.
De moeders hebben hun
opvolg(st)ers opgeleid:
Zo moet het smaken,
anders is het niet goed.
De Hollanders eten er lekker.
De Indische eters eten er lekker en zijn
voldaan.
Er is ook voldoening en trots: dit is onze
keuken, onze smaak. Voldoening is trots
en trots is IDENTITEIT. Onze Indische
keuken en onze identiteit laten zich nooit
met een korreltje zout nemen.
Lilian Ducelle
Deze tekst was oorspronkelijk geschreven
voor de studiedag Wat heet!! Indischvan
de Vrienden van het Indische boek, op
17 augustus 1997.
34